Het Groot Schiedams
Prentenboek
In 2007 verschijnt het Groot Schiedams Prentenboekeen boek met 150 tekeningen
en prenten van oud en nieuw Schiedam dat vooral mooi en nostalgisch is.
Het wordt echter ook een boek dat duidelijk maakt hoe belangrijk de verbeelding
van een stad door kunstenaars is voor de identificatie van de bewoners met de stad
waarin zij wonen of, zoals burgemeester Verver het in haar nieuwjaarstoespraak
uitdrukte, waarop zij trots moeten willen zijn. De meeste tekeningen en prenten in
dit boek zijn nog nooit in publicaties gebruikt. Ze komen uit de topografisch-
historische atlassen van Schiedam en Rotterdam, maar ook uit particuliere
verzamelingen. De oproep van het Gemeentearchief aan alle Schiedammers om
eigen prenten of tekeningen beschikbaar te stellen voor het prentenboek, heeft
verrassende topografische kunstwerken opgeleverd van enthousiaste
Schiedammers. Henk Slechte legt uit waarom zo'n boek essentieel is voor Schiedam
en de Schiedammers.
Henk Slechte
Steden veranderen voortdurend. Soms opvallend, omdat hele
stadsdelen met de grond gelijk worden gemaakt, een
metrolijn wordt doorgetrokken, een al (te) lang braakliggend
stuk grond wordt bebouwd, een wijk wordt heringericht, of
een nieuwe wijk wordt gebouwd op de plek waar ooit een
andere wijk lag. De stad verandert ook ongemerkt, omdat
panden hun bestemming verliezen of een nieuwe
bestemming krijgen, zoals winkels die verdwijnen, scholen,
kerken en fabrieken die worden gesloopt om plaats te maken
voor woningbouw, of stadhuizen die niet meer op het
moderne bestuur zijn berekend. Ook kunnen parken een
nieuwe populatie krijgen, die een ander gebruik met zich
meebrengt en worden rotte kiezen uit de bestaande
bebouwing getrokken en vervangen door een kroon of een
stifttand.
In al die stedelijke veranderingen en vernieuwingen zijn ook
constanten zichtbaar: straten, pleinen en gebouwen die
fysiek de eeuwen trotseren, ook al wordt hun functie steeds
aan de tijd aangepast. Zij vormen vaste oriëntatiepunten in
iedere stad en zorgen dat die de kern van zijn
oorspronkelijke karakter behoudt en voor de burgers
herkenbaar en begrijpelijk blijft.
Het uiterlijk van Schiedam is vooral in de 20ste eeuw
ingrijpend veranderd. Ooit beheerste de gedistilleerdindustrie
dat uiterlijk zodanig, dat buitenlandse reizigers er slechts
over schreven dat ze vanuit de trein een stad zagen, die was
gehuld in rook en werd omringd door een krans van hoge
molens. Daarna kwam de scheepsbouw die een nieuw
uiterlijk stempel op de stad drukte, vooral aan de
waterkanten. In de decennia na de Tweede Wereldoorlog zijn
de binnenstad tussen het Broersveld en de Hoogstraat én de
Brandersbuurt meedogenloos met de grond gelijk gemaakt,
de eerste wegens vergaande en onherstelbare bouwvalligheid
en de tweede officieel ten behoeve van het verkeer en de
brandweer, maar gevoelsmatig, omdat de heersende politieke
De stad is van zijn burgers.
Die moeten zich ermee kunnen
identificeren, zich er thuis kunnen
voelen en er trots op kunnen zijn.
Daarvoor moet de stad een geheugen
hebben. Dat is het stadsarchief, de
papieren neerslag van het bestuur van
de stad maar ook van de bijdrage aan
zijn economie door bedrijven, van het
persoonlijk leven van zijn burgers én van
zijn uiterlijk.
elite wilde afrekenen met een onwelgevallig verleden. Hier
bleven enkele gebouwen staan, per ongeluk, of omdat ze
werden gekraakt, zoals de mouterij De Goudsbloem aan de
Noordvest.
171 Musis