Prentenboek bombardement op Rotterdam in mei 1940 ervaren dat belangrijk cultureel en industrieel erf-goed in enkele dagen van de aardbodem kon verdwijnen zonder dat het was vastgelegd. Haze winkel vond de topograflsch-historische atlas het visuele geheugen van de stedelijke samenleving, en heeft daarom beeldend kunstenaars de kwetsbaarste stadsdelen laten vastleggen. Hij liet ze buurten en gebouwen tekenen, waarvan hij wist of vermoedde dat ze zouden verdwijnen of veranderen. Dat waren vaak de minder riante buurten die eerder niet aan bod waren gekomen. Hazewinkel was hiermee een nieuwlichter in de archiefwereld. Hazewinkel verzamelde ook actief topografische tekeningen van buurstad Schiedam. Hij deed dat, omdat de Brandersbuurt bezig was onder slopershanden te verdwijnen, en de goten en grachten gedempt en de bruggen gemoderniseerd werden, waardoor het stadsbeeld onherkenbaar veranderde. Hij kon Schiedam alleen in zijn actieve atlasbeleid betrekken, omdat hij gebruik maakte van een werkverschaffingsproject voor werkloze kunstenaars dat de gemeente Rotterdam had opgezet, een Beeldende Kunstenaars Regeling avant la lettre. Dankzij Hazewinkel kreeg de Rotterdamse atlas een indrukwekkende Schiedamse afdeling met vele honderden foto's en tekeningen, die samen een vrij volledig en treffend beeld geven van het Schiedam dat toen bezig was te verdwijnen en nu verdwenen is. Bij zijn beslissing het verzamelgebied van de Rotterdamse atlas uit te breiden tot Schiedam kan ook hebben meegespeeld dat hij verwachtte dat Rotterdam Schiedam op termijn zou annexeren, en de buurstad dan toch tot zijn. verzamelgebied zou behoren. Dat is niet gebeurd, maar de tekeningen zijn gemaakt en geven een boeiend en zo volledig mogelijk beeld van het Schiedam dat in enkele naoorlogse decennia respectloos is gesloopt. Dankzij de vooruitziende blik van deze Rotterdamse archivaris en zijn opvolger R.A.D. Renting zijn twee historisch belangrijke en beeldbepalende Schiedamse buurten nog net op tijd door kunstenaars vastgelegd en voor het collectieve Schiedamse geheugen bewaard: de Brandersbuurt en de binnenstad. De Brandersbuurt was een uniek voorbeeld van een preïndustriële buurt waar de kleinschalige brandersindustrie werd gecombineerd met het wonen van patroons en knechten, terwijl het grotendeels 19de eeuwse schijnbaar chaotische stelsel van sloppen en stegen in de binnenstad kenmerkend was voor de manier, waarop de sociale onderklasse in een stad als Schiedam woonde en leefde. Met de sloop van die twee buurten is Schiedam uiterlijk en historisch blijvend verminkt. Het archiefbezit van die buurten genoeg foto's, maar de tekeningen die de kunstenaars tussen 1940 en 1980 hebben gemaakt, geven die informatie veel meerwaarde, omdat de subjectieve manier waarop zij die buurten hebben getekend, inzicht geeft in de manier, waarop hun tijdgenoten ze hebben ervaren. Het Schiedamse gemeentearchief vult inmiddels de atlas niet meer alleen aan door aangeboden tekeningen en prenten te kopen van de maker, bij een antiquariaat of op een veiling, maar ook door hem planmatig actueel te houden. Het weet wat waar en wanneer wordt gesloopt, waar nieuwbouw wordt gerealiseerd en welke openbare werken worden uitgevoerd. Dankzij die wetenschap én een budget kan de archivaris tekenaars en fotografen gerichte opdrachten geven en kan de atlas van Schiedam het voortdurend veranderende uiterlijk van de stad aan volgende generaties doorgeven. Het archief maakt daarbij bewuste keuzes, zoals de opdracht aan C.W.K. Aussems om de 'verbouwing' van het station Schiedam Centrum ten behoeve van de metro, de bebouwing van het Land van Belofte en de aanleg van de nieuwe wijk Sveaparken te tekenen. Wie in de topografisch-historische atlassen van Schiedam en Rotterdam kijkt, weet niet wat hij ziet. De speelse en soms lieflijke tekeningen van Octave de Coninck en de neoromantische, topografisch redelijk correcte kunstwerken van Herman Paradies tonen de Schiedamse binnenstad en de Brandersbuurt, zoals die er ook in de 19de eeuw moeten hebben uitgezien. De tekeningen en prenten in de atlas vormen samen een cultuurhistorische bron die onmisbaar is voor het begrip van het verleden van de stad en de stedelijke identiteit én voor de stedenbouwkundige kijk op de toekomst. Omdat kunstenaars Schiedam in de 18de en 19de eeuw links lieten liggen, ontbreekt die bron voor het tijdperk, waarin de gedistilleerdindustrie de Schiedamse hoofdindustrie was en branderijen, mouterijen, brandersmolens en distilleerderijen samen een preïndustrieel complex vormden en daarmee het uiterlijk bepaalden van een stad met een unieke plaats in de economische geschiedenis van Nederland. Die bron is er wel voor de tijd, waarin de brandersmolens plaats maakten voor vierkante fabriekscomplexen, de scheepsbouw de brandersindustrie opvolgde als Schiedamse hoofdindustrie en met de brandersbuurt de visuele geschiedenis van Schiedam dreigde te verdwijnen. De artistieke waarde van deze stad die in de 19de eeuw de harten van de kunstenaars niet harder kon laten kloppen, werd pas ontdekt, toen de moutwijndampen optrokken en het verval van de bedrijfstak zichtbaar werd. Dat gold voor veel kunstenaars, maar het meest voor lokale kunstenaars als Octave de Coninck, Herman Paradies, Charles Kemper, Gerrit van Kapel, Theo Wiegman, Nico van Welzenes, Jaap de Raat, W.N. Brandt en Hans van der Sloot, die elk op hun eigen moment en op hun eigen artistieke manier zijn geraakt door de verpauperde binnenstad en de vervallen Brandersbuurt en die hebben getekend, voordat de lokale politiek het finale oordeel velde: dood door sloop. Dat is het onderwerp van dit boek: Schiedam laten zien, zoals het ooit was en oudere generaties het zich herinneren, maar ook zoals het zich aan nieuwe en komende generaties vertoont. Dat doet het met een wandeling aan de hand van prenten en tekeningen uit de atlassen van de gemeentearchieven van Rotterdam en Schiedam en uit de collecties van enthousiaste particulieren. Impressie van de Brandersbuurt, gouache, Willem Motz 1952, collectie Theo van Giezen De Laan, de Vijf wezen, collectie Artotheek Schiedam, aquarel circa 1967, Nico van Welzenes Musis 174

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2007 | | pagina 174