Lijst Pim Fortuyn, en die vond ontwikkelingssamenwerking onzin. Als het dan toch moest, dan maar met een staatssecretaris en dat is voor die persoon geen genoegen. Je bent in het kabinet een onderdeurtje, je mag je in het buitenland wel minister noemen, maar iedereen weet daar natuurlijk dat je dat niet bent. Je wordt half geïnformeerd en de 'stassen', zoals ze in de politieke volksmond worden genoemd, zitten nergens bij. Van Agt heeft de staatssecretaris niet voor niets een 'deerniswekkende figuur' genoemd. Ik had wel een eigen portefeuille, maar was toch niet veel meer dan het hulpje van de minister. In de ministerraad was de sfeer goed, al was Heinsbroek het toppunt van een amateur. Die leunde na een uurtje achterover en zei dan grijnzend 'end of meeting'. Balkenende ging dan gewoon verder. Die lui van de LPF begrepen niet wat politiek was, en dat zou verfrissend zijn geweest, als ze origineel waren gebleven, maar ze gingen ten onder aan de ruzies in hun eigen gelederen. Die ervaring leerde me dat politiek een echt vak is. Politici doen net alsof politiek gemakkelijk is, maar dat is niet zo. Politieke partijen moeten meer aan scholing doen. De politiek dient het algemeen belang en dat kan nooit gemakkelijk zijn. Politiek is de kunst van het onmogelijke en dat stelt hoge eisen aan de beoefenaars van die kunst. In die tijd ontdekte ik de maatschappelijke breuk: de individualisering was bezig de gemeenschapszin en de wellevendheid uit de samenleving te verdrijven. Ik vind dat die terug moeten komen, en daarvoor heb ik me ingezet, want de uiterste consequentie is dat de armen de rekening moeten betalen. In Balkende II en III was ik minister voor Ontwikkelingssamenwerking. We zaten met vijf vrouwen in dat kabinet en trokken één lijn. Dat kon ook, want we konden goed met elkaar overweg. Dat gold zeker voor Rita Verdonk, want wij herkenden eikaars ambities. Ik ben ambitieus, maar ik denk dat zij nog ambitieuzer is. Ze is vliegend van start gegaan, maar gaandeweg verkild, als minister, en daarmee ook als mens. Ze wist dat ze bezig was een karikatuur van zichzelf te maken en wilde dat bijsturen, maar dat is er in het kabinet niet meer van gekomen. Het was fascinerend werk in een coherent kabinet. Je moet geven en nemen, dat is onderdeel van je einddoel: een beter Nederland, in mijn geval zelfs een betere wereld. Ik was dan ook teleurgesteld dat Balkenende voor mij geen plek had in het nieuwe kabinet. Ontwikkelingssamenwerking was voor de PvdA, er waren nieuwe gezichten nodig, en de verdeling tussen protestanten en rooms-katholieken is onwrikbaar. Camiel Eurlings moest er in, dat betekende dat ik er uit moest. Balkenende was duidelijk: ik raad je aan je netwerk te gebruiken. Als minister van ontwikkelingssamenwerking had ik een wereldwijd netwerk opgebouwd. Daaruit haalde ik een aantal boeiende vacatures, waaronder die van permanente vier jaar) Nederlandse vertegenwoordiger bij de VN Organisatie voor voedsel en landbouw in Rome, de FAO. Ik moet daar de wensen van de Nederlandse regering op het gebied van ontwikkelingssamenwerking inbrengen, maar ook de belangen van de Nederlandse landbouw behartigen. Een diplomatieke baan dus. Ik krijg een ambtswoning, waar ik mensen bij elkaar ga brengen om elkaar ervan te overtuigen dat we de wereld en de energiebronnen duurzaam moeten gebruiken om de wereld te redden, maar voor alles om de armste mensen de toegang tot die bronnen te laten houden, want zij zijn de eerste slachtoffers en dat mag niet. Er zijn gevaarlijke lobby's actief, zoals voor bio-ethanol, en de FAO moet alle zeilen bijzetten om de wereld leefbaar te houden voor iedereen. Van Ardenne gaat dus diplomatiek. Dat betekent dat ik geen interviews meer kan geven, zoals dat in de Volkskrant, waarin ik Rutte en Kamp heb verweten dat ze de agenda van Wilders uitvoeren, dat ze zich dan maar beter bij hem kunnen aansluiten en dat ze anders de Kamer horen te verlaten. Dat is bij Henk Kamp hard aangekomen. Hij was in het kabinet echt mijn maatje. Ik heb hem diep gekwetst en we hebben het uitgepraat. Toch blijf ik erbij, al snap ik ook wel dat ik niet uitmaak of hij in de Kamer zit. De discussie over dubbele nationaliteiten is legitiem, maar het is plat en onfatsoenlijk om het op de mensen te spelen. Ik ken Albayrak en Arib goed, en heb nooit de geringste indicatie gehad dat zij zich niet aan de grondwet zouden houden. Dan ga je niet de loyaliteit van uitgerekend die mensen ter discussie stellen, dan pak je het fenomeen. Dat hoort bij die wellevendheid, waarvan ik vind dat die uit de politiek en de samenleving is weggevloeid. Zoals Wilders, geholpen door Rutte en Kamp, de discussie heeft gevoerd is fout, want nu laait die overal op werkvloeren tussen mensen op, bij de politie en in het leger. Albayrak zegt in een recent boekje van Wouke van Scherrenburg: 'vóór 11/9 was ik een Rotterdamse, daarna een allochtoon. Ik heb me nog nooit zo eenzaam gevoeld.' Hoe erg het kan zijn vertelde mijn zoon, die in de directie van een Rotterdams bedrijf zit. Bij hem kwam een man van Marokkaanse komaf en dus met een Marokkaanse naam. Hij was gekwalificeerd en verklaarde zich besmuikt bereid onder een Nederlandse naam te werken. Dat had hij al eerder gedaan. Mijn zoon vond dat geen goed idee, maar haalde bakzeil in de directie. Een Marokkaanse naam kon problemen opleveren bij het afzetten van het product. Ik vind dat vreselijk. We stellen terecht eisen aan immigranten, maar als die daaraan voldoen, zijn wij aan de beurt. Dat begint met acceptatie, want zonder acceptatie nooit integratie. Ik ben resultaatgericht en had een hekel aan vergaderen. Dat is later bijgetrokken, maar wat ik zag dat wilde ik niet. Ik wil efficiënt vergaderen met een agenda en om een resultaat te bereiken Ik houd mijn huis in Vlaardingen aan, want we zullen hier vaak zijn. Ik zal mijn zicht op de Vlaardingse politiek nog verder verliezen, maar misschien is dat wel gezond. Toch heb ik één wens. Ik heb de indruk dat de invoering van het duale stelsel in de gemeentepolitiek veel heeft weggenomen van het politieke spektakel, en dat moet terug. Mensen willen emotie zien in de politiek, ze willen zien dat politici zich met hart ziel inzetten voor Vlaardingen. Ik vind in het nieuws daarvan niets meer terug. Dat verwijdert de politiek van de samenleving en dat moeten we voorkomen. Ik zei het al in het begin: politici kunnen niet zonder weerbarstige burgers. Ik gun iedere gemeente zijn eigen Remy Poppe!" 189 Musis

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2007 | | pagina 189