Archeologie
vindplaatsen is sindsdien op de gemeentelijke
monumentenlijst geplaatst en genieten bescherming.
Schiedam gaat zich mogelijk nu ook in die richting
ontwikkelen. Hoewel de cultuurvisie 'Veel is goed maar goed is
veel beter!' met een doorlooptijd van 2006 tot 2009 (op
internet in conceptvorm raadpleegbaar) nog met geen
woord over archeologie en het Schiedamse bodemarchief rept,
lijkt er nu de zon te gaan gloren. Als alles een beetje mee wil
zitten zal kort na het zomerreces de 'Beleidsnota
archeologische monumentenzorg Gemeente Schiedam'
eigen beleid moet schrijven. De nota is dan een heugelijk
novum, maar nog erg van de oude leest: inventariseren,
waarderen en zonodig opgraven. Van beschermen,
visualiseren en het presenteren van de resultaten van verricht
onderzoek is in de nota alleen in voorzichtige termen en met
voorbehouden sprake en in die zin is deze een gemiste kans.
Maar het zou zonde zijn hiermee een al te negatieve
verwachting voor te spiegelen. Keulen en Aken zijn nu
eenmaal niet op één dag gebouwd en we mogen van een
gemeente die zelf geen inhoudelijke en beleidsmatige expertise
in huis heeft ook niet meteen te veel verwachten. De in de
nota aangekondigde 'Archeologieverordening Schiedam 2007',
waarin het voorgestelde beleid verder handen en voeten zal
worden gegeven, biedt hier een uitgelezen mogelijkheid voor.
Het ZO
eenvoudige
markeren van de
contouren van
het Huis te
Riviere in het
plaveisel had de
passant een
goede indruk
gegeven van de
historische
gelaagdheid van
de stad
worden vastgesteld. In deze nota, in opdracht van de
gemeente door het BOOR geschreven, wordt in kort bestek
geformuleerd hoe het archeologisch onderzoek, op basis van
eerdere inventarisaties, verder vormgegeven en uitgevoerd
moet worden. Doel van de nota is '...de gemeentelijke
verplichtingen die voortvloeien uit de nieuwe wet- en
regelgeving zo snel mogelijk en tevens zo doelmatig mogelijk
te implementeren in het gemeentelijk beleid.' Een eerste stap
in de goede richting, want van echte beleidsvorming was
voorheen nauwelijks sprake. Bestemmingsplannen zullen
bijvoorbeeld getoetst gaan worden of deze wel 'archeologie-
proof' zijn en het in huis halen van voldoende expertise om
programma's van eisen voor onderzoek door derden zal
worden doorgevoerd. De vertrouwde relatie met het BOOR zal
worden gehandhaafd en een eigen archeologische dienst
behoort niet tot de ambitie. Schiedam is er met deze nota
echter nog niet, los van de vraag of een opdrachtnemer je
Aan Arjen van Vliet, als 'beleidsadviseur bodem' bij de
gemeente sinds begin 2007 belast met de portefeuille
archeologie, zal het niet liggen. Hoewel hij zich desgevraagd
verontschuldigt voor het ontbreken van inhoudelijk
archeologische kennis, toont hij zich terdege bewust van het
belang en de mogelijkheden van de archeologie. Het is te
hopen dat het BOOR de ruimte, gelegenheid en middelen krijgt
om gestalte te gaan geven aan de verruiming van taken en
mogelijke verdere verlangens. Het zou toch zo mooi zijn als er
niet alleen geïnventariseerd en gegraven zou worden, maar
dat er ook kansen gaan ontstaan voor behoud, visualisatie,
publiceren en het tentoonstellen van al dat moois dat in de
loop der jaren uit de grond tevoorschijn is gekomen. Maar wat
dat laatste betreft, doet Schiedam niet onder voor Vlaardingen;
ondanks alle aandacht voor de archeologie in de zusterstad, is
het daar al jaren wachten op het Vlaardings Museum waar de
vele bijzondere vondsten te zien zullen zijn.
219 Musis
Onderzoek "Bagijnhof" in 1974 C.Hoek (Boor) Chr.de Roo (SMS) C.van Es (GAS), G. Stam Onderzoek en inmeten van het 3e huisje