ang mooie en bijzondere bladen uitgegeven
Peter van den Boom kwam op
verschillende manieren met het
Schiedamse journaille in aanraking. In de
eerste plaats voor het maandblad
243 Musis
De Schiedamse Gemeenschap was vlak na de Tweede
Wereldoorlog ontstaan en was vooral bedoeld om de
verzuiling te doorbreken. Het was een initiatief van allerlei
kopstukken uit de samenleving. Veel van hen hadden in de
oorlogsjaren gevangen gezeten in St.-Michielsgestel. De Duitse
bezetter hield daar sinds 1942 honderden Nederlandse
bestuurders en intellectuelen gevangen. Deze mannen waren
gijzelaars en konden bij wijze van spreken iedere dag
geëxecuteerd worden. In de tussentijd ontbrak het hen echter
aan niets en leidden zij een relatief rustig leventje, met
bijeenkomsten en onderlinge discussies. Het zorgde er voor
dat zij over de muren van de verzuiling heen leerden kijken,
tot hun eigen verrassing en genoegen. Na de oorlog wensten
zij die nieuwe vrijheid vast te houden en richtten zij allerhande
organisaties op, van de ontzuilde PvdA tot lokale clubs, zoals
de Schiedamse Gemeenschap. Alle culturele activiteiten vielen
onder deze koepel, ongeacht tot welke gezindte iemand
behoorde. Dergelijke gemeenschappen werden ook wel elders
opgericht, maar het kwam eigenlijk nergens zo goed van de
grond als in Schiedam.
"Vanaf 1964 was ik directeur van de Schiedamse Gemeenschap
en fungeerde ik als cultureel ambtenaar van de stad", aldus
Peter van den Boom. "Ik was in dienst van de Schiedamse
Gemeenschap, maar de gemeente spaarde een cultureel
ambtenaar uit en financierde daarom de functie. Het geheel
stond onder leiding van Schiedamse kopstukken. Vanuit alle
zuilen zat iemand in het bestuur, mensen die hun sporen op
bestuurlijk vlak wel verdiend hadden. Zij vergaderden eenmaal
in de week. Voor de dagelijkse zaken hadden ze mij in dienst
en een 'secretaresse-plus' zal ik maar zeggen. Zij regelde ook
van alles. Aanvankelijk was er nog een aparte directeur voor de
VVV, maar toen deze wegging, heb ik die taak erbij gekregen.
Dat lukte wel. Voor het WV-werk waren drie informatrices in
dienst die voor ons ook wel tikwerk deden."
"De Schiedamse Gemeenschap had een eigen kantoor - 'de
keet' - aan het begin van de Tuinlaan, op de kop van de
Plantage, aan de Gerrit Verboonstraat. Dat
vormde echt het culturele hart van de
stad. We waren dienstverleners avant la
lettre; zo hadden wij een stencilapparaat
waar verenigingen gebruik van konden
maken. De Schiedamse Gemeenschap
organiseerde sporttoernooien,
toneelwedstrijden, concerten,
declamatiewedstrijden, de jaarlijkse
kermis, een drumbandconcours (dat in
gewijzigde vormen tot op de dag van
vandaag bestaat) en openbare festiviteiten
zoals de intocht van Sint-Nicolaas toe. Die
intocht van Sint-Nicolaas was trouwens
niet zomaar een optochtje. Alles en
iedereen deed mee. Muziekverenigingen
kregen subsidie als ze hun medewerking
er aan verleenden en wij zorgden er dan
voor dat ze allemaal op de juiste tijd en
plaats hun werk deden."
Schiedamse Gemeenschap, dat door de stichting werd
uitgegeven. Van den Boom: "Toen ik directeur werd, was Aad
Wagenaar net benoemd tot eindredacteur van dat blad. Ik
kreeg van alle kanten te horen dat Aad zo goed was. Dat was
ook zo. Al die jonge journalisten in het Schiedamse keken een
beetje tegen hem op. Hij was journalist bij Het Vrije Volk, maar
schreef ook voor een programma als Zo is het toevallig ook
nog 's een keer en voor de NVSH, over waarom mannen graag
in grote auto's reden. Ik bewonderde hem om dergelijke
stukken. Dat schrijftalent zat wel goed; zijn organisatietalent
was niet altijd even onberispelijk. Ik heb de eindredactie van
het tijdschrift na een aantal jaren over moeten nemen, want
Aad kwam niet meer opdagen. Dan zat hij in Parijs, en vergat
gewoon dat hij eigenlijk in Schiedam moest zijn. De
redactiecommissie glimlachte daar wat om, want iedereen
mocht hem graag. Echt praktisch was het op den duur
natuurlijk niet."
"Dat neemt niet weg dat we jarenlang mooie en bijzondere
bladen hebben uitgegeven. Vooral de kerstnummers, dat was
altijd wat. Daar werd nog jaren over gepraat en daar werd dus
ook veel zorg aan besteed. Op een bepaald moment had Aad
ontdekt dat Rien Poortvliet in Kethel woonde. Hij stapte op
hem af met de vraag of hij het omslag voor ons kerstnummer
wilde tekenen. Rien Poortvliet zegde toe en maakte een
schitterende plaat. Toen alles bij de drukker lag, bleek de maat
echter niet te kloppen. Bij drukkerij Roelants was de vraag:
'Wat te doen?' De oplossing was drastisch, maar niet te
vermijden. Er werd toen nog met vaste platen gewerkt en er
moest dus een stuk afgezaagd worden. Dat gebeurde dan
maar, want het belangrijkste was dat het proces door kon en
dat het blad gedrukt kon worden. Rien Poortvliet vond het
achteraf bezien vreselijk. Het was grof schandalig dat zijn werk
zonder overleg zomaar verkleind was. Hij heeft nooit meer iets
voor het blad willen doen."
"Journalisten schreven graag voor de Schiedamse
Gemeenschap. Het was wel een visitekaartje als daar een
Welkom burgemeester Roelfsema 11965) door bestuur (Jan van Pels Rljcken) en directie
(Peter van den Boom) van de Schiedamse Gemeenschap. Foto Hans Visser