Ik heb lak aan alles! Angela Plomp Veel mensen in Nederland, de meeste eigenlijk, zeggen dat alles moet mogen en alles moet kunnen. Dat is heel mooi, want wie wil er nu niet in vrijheid kunnen leven? We hebben het geluk om te kunnen leven in een land waar veel is toegestaan: abortus, euthanasie, het homohuwelijk en een bijzondere vrijheid van meningsuiting. Ieder die wil kan een joint kopen bij de plaatselijke coffeeshop en wie behoefte heeft aan seks, kan in de bordelen tegen betaling de liefde bedrijven met een man of een vrouw, en soms zelfs iets er tussen in. We kunnen dankzij de pluriformiteit in de Nederlandse politiek stemmen op wie we willen en we kunnen, als we dat nodig vinden, onze eigen partij oprichten. Het maakt ons niet uit wat anderen van ons denken en we staat open voor alles! Maar is dat wel zo, laten we elkaar de vrijheid om te doen en laten wat we willen? Ten eerste zijn de meeste mensen die beweren open te staan voor alles, dat blijkbaar in het diepste van hun hart niet. Ze scheppen erover op dat ze, naar hun mening, anders zijn dan anderen en dat heel gewoon vinden. Neem bijvoorbeeld het onderwerp homoseksualiteit: ze zullen bij het vallen van het woord 'homo' meteen opspringen en roepen dat ze homoseksualiteit heel normaal en heel goed vinden. Maar echt normaal is het niet, want de meerderheid van de wereldbevolking is niet homoseksueel geaard. Het is niet eens goed, omdat er niet zoiets bestaat als een goede en een slechte geaardheid. Hiermee geven zij er blijk van niet op een natuurlijke manier met dit soort onderwerpen om te gaan. Maar al te vaak is de openheid van dat soort mensen dan ook ver te zoeken. Een aantal personen lijkt nogal selectief te zijn met waar ze wel of niet voor open staan. Ik herinner mij dat paus Johannes Paulus II stierf. Toen men het ging hebben over de opvolging van de paus, kwam er een maatschappelijke discussie op gang over de vraag of vrouwen ook priester zouden moeten kunnen worden. Door de zogenaamd open mensen werd vaak aangedragen dat het hopeloos ouderwets is om geen vrouwen toe te laten tot het priesterschap. Zou de katholieke kerk het beleid moeten wijzigen omdat met name niet-christelijke personen vinden dat het achterhaald is? Mensen die niet tot het katholicisme horen en werkelijk open en tolerant zouden zijn, zullen eerder zeggen: 'De katholieke kerk is vrij om tot het priesterschap toe te laten wie zij zelf wil, zolang de gelovigen het ermee eens zijn.' Dat is pas democratisch en het werkelijke liberalisme. Ook in het dagelijks leven blijken mensen opeens niet meer zo open te zijn. Ik vind het jammer om te zeggen, maar dit geldt met name voor jongeren, mijn leeftijdsgenoten dus. Men reageert enthousiast op iemand die een hobby als snowboarden heeft, omdat dat in de mode is en door de jongeren cool wordt gevonden. Als ik vervolgens vertel dat politiek een van mijn hobby's is, valt het in het gunstigste geval stil. Anderen proberen me soms te 'bekeren' tot het hebben van modieuzere hobby's, want lid zijn van een politieke jongerenorganisatie is zo passé. 'Maak eens wat lol in je leven! Ga los! Heb overal lak aan!' Wellicht was het vroeger zo dat je overal lak aan moest hebben om trendy te zijn, nu is het eerder zo dat het meer moed vergt om niet trendy te zijn. Ik zal alles maar eerlijk bekennen: ik heb viool gespeeld, aan ballet gedaan, ik vind politiek interessant, ik heb nog nooit gespijbeld, ik vind bier nu eenmaal niet lekker en ik vind het erg leuk om te weten hoe iets als kernfusie werkt. Dit doe ik uit vrije wil en ik ben er gelukkig mee, ik heb voor zover ik weet geen tik van de molen gehad en mijn ouders voeden me niet streng op. Helaas ben ik om deze eigenschappen wel vaak uitgelachen door mensen die wel openstonden, of beweerden te staan, voor homo's, lesbiennes, allochtonen, prostituees en andere mensen. Waar is hun open geest gebleven als het om 'nerds' gaat? Het onderscheid tussen mensen die werkelijk tolerant zijn en mensen die dat alleen maar lijken en zichzelf ook liever open- minded noemen, is op het eerste gezicht niet erg makkelijk te maken. Bovendien vindt vrijwel iedereen zichzelf open, ik heb nog nooit van iemand gehoord die zichzelf bekrompen noemt. Toch zijn vooral de mensen die het hardst roepen dat ze overal lak aan hebben, meestal het meest onzeker. Dit zeggen ze vaak niet uit overtuiging, maar omdat het modern staat en gewaardeerd wordt. Wie overal lak aan heeft voelt niet de drang om aan iedereen te vertellen dat hij dat heeft, het kan hem namelijk niks schelen. Zo kunnen we dus concluderen dat mensen die echt overal lak aan hebben, dit niet letterlijk zullen zeggen, maar misschien onopvallend tussen de anderen zitten en zelf nadenken over wat ze ethisch vinden en wat niet. De druk op met name meisjes om sensueel of stout te zijn is ook naar mijn idee een beetje hoog, vooral vanuit de televisie en de tijdschriften, vreemd genoeg de meidentijdschriften. Stout is echter allang niet meer stout, want het is maatschappelijk geaccepteerd of zelfs gewenst om stout te (willen) zijn. Dan hoor je namelijk bij de meerderheid. Maar lak aan alles hebben is niet automatisch bij de meerderheid willen horen. Lak aan alles hebben is nu het lef hebben om te zeggen dat je Duits een leuk vak vindt. Echter, zelfs al zou ik dat vinden, zou ik niet weten of ik dat wel tegen mijn klasgenoten zou zeggen. Zelf heb ik helaas geen lak aan alles. Ik probeer zoveel mogelijk te leven zoals ik dat zelf het liefste wil, maar ik kan behoorlijk onzeker worden van een onaardige opmerking. Misschien is het een goed idee om een vakbond op te richten voor nerds, die de discriminatie van deze mensen aan het licht brengt. Als we met velen zijn zullen we een emancipatorische golf opzetten door heel Europa: begrijp ons! Praat met ons en krijg respect voor ons, zoals wij ook respect hebben voor anderen en trachten mensen niet te beledigen. Als de Dolle Isaacs of de Dolle Jan-Peters zullen we vechten om te zijn zoals we wensen te zijn, een einde te maken aan deze hypocrisie, en iedereen vrij te laten, echt vrij, om met het leven te doen wat hij wil. 247 Musis

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2007 | | pagina 247