Ge ze Ingrid van der Vlis Vraag de lezers van Musis naar Hans van der Sloot, en zij zullen hem karakteriseren als eindredacteur, als bladenmaker, als kunstenaar, als historicus, als tekenaar, maar natuurlijk ook als journalist, hetgeen hijzelf meestal als hoofdberoep opgeeft. Hij noemde zich voor het eerst zo in 1962, net negentien jaar oud. Zo'n jonge journalist was redelijk ongewoon in de jaren '60, maar er was we! meer ongewoon aan het toenmalige Schiedamse journalistieke landschap. De gezapige en vriendelijke sfeer onder journalisten die door Aad Wagenaar eerder genoemd werd, vertoonde volgens Hans van der Sloot toch regelmatig venijnige randjes. Al voordat Hans van der Sloot zich journalist noemde, was hij in de krantenwereld actief. Vanaf zijn zeventiende tekende hij voor Het Vrije Volk. Van der Sloot: "Dat was het gevolg van een weddenschap. Iemand daagde mij uit, zo van: 'Jij denkt dat je leuk kan tekenen - nou zie dan maar eens dat het in de krant komt.' Daarop ging ik met een map tekeningen naar Het Vrije Volk in Rotterdam, en werd tot mijn eigen verbazing meteen aangenomen om als vaste tekenaar iedere week een illustratie te maken bij de stadsverhalen van Jan Meijer, een serie die een groot lezerspubliek had." "Twee jaar later werd ik door redacteur Gerard Lutke Meijer gevraagd of ik voor de Schiedamse editie van het Rotterdamsch Nieuwsblad wilde schrijven en vooral tekenen. Hij dacht dat ik ook wel leuk zou kunnen schrijven. Ik mocht als leerling bij hem aan de slag en dat vond ik helemaal geweldig. Ik weet nog tot op de dag precies wanneer dat was: 13 september 1962, op de dag van het koninklijke bezoek aan de stad. Als leerling mocht ik meelopen en dat voelde geweldig. Ik tekende en schreef wekelijks voor de krant, en verder was ik verantwoordelijk voor het archief en voor de vissen in het aquarium in het redactielokaal. Aan het archief deed ik nauwelijks iets en de vissen verwaarloosde ik, maar het tekenen en schrijven deed ik met heel veel plezier. Zo kwam ik in de Schiedamse journalistieke wereld terecht." "Ik kreeg een eigen plek in het redactiekantoor, met een typemachine, samen aan de tafel met Lutke Meijer en een fotograaf in opleiding. In de loop der tijd moet ik één van de vijftien beginnelingen zijn geweest die onder hoede, toezicht en aansporing van Lutke Meijer zijn eerste stappen in het krantenvak zette. Een deel daarvan bracht er niets van terecht en verdween ook weer snel. Natuurlijk was je eigenlijk een loopjongen, maar als je wilde gaf hij je snel de ruimte om meer te schrijven. Lutke Meijer heeft mij heel veel geleerd over de journalistiek. Over de ambachtelijke kant van het schrijven, maar ook over de manier waarop je je moesL manifesteren, wat je moest doen en wat je moest laten als journalist. Hij stuurde je daarom vaak op pad, ook naar heel onbenullige bijeenkomsten. Zo leerde je binnen de gegeven tijd en het kader van de kleine berichten te werken. Soms deed je twee drie bijeenkomsten op een avond van duivenvereniging tot politieke partij. De vergoeding was een stuiver per regel. Ook dat zette aan tot activiteit want de postduivenvereniging gaf zelden aanleiding tot het schrijven van meer dan twintig regels. Daar moest dus nog wel wat bij. Lutke Meijer was ook streng. Soms schrapte hij de helft van het artikel omdat het niet deugde of omdat het te lang was. Dan was je een tijd in de weer geweest en 's avonds nog op je fietsje gestapt om de kopij voor elf uur bij hem in de bus te Musis 284 September 1962, Foto Aart de Voogt van der Straaten

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2007 | | pagina 284