schooljongen en de jeneverlucht van Bols
meer per ongeluk.' Zo ging het in ieder geval met Dmitri.
Hij studeerde bij Ross af op een scriptie over de etniciteit in
Nigeria. Tijdens dat onderzoek kwam hij geheel onverwacht in
aanraking met de jeneverfles én het belang van de jenever in
de Afrikaanse cultuur.
Om zo'n onverwachte wending te begrijpen, is het nodig te
weten hoe zo'n onderzoek gaat. Dmitri vertelt het haast gretig.
Alles loopt in Afrika via de 'chief', de traditionele leider van de
gemeenschap, en het grootste deel van de bronnen zijn de
mensen en hun verhalen. Als je de 'chief' gaat opzoeken, moet
je je strikt aan de rituelen houden. Toen hij in Nigeria kwam,
en zijn onderzoek voorbereidde, hoorde hij van de man die
voor hem de contacten legde, dat je de 'chief' een fles
gedistilleerd moest aanbieden, en Emmanuel Idika, een
katholieke priester, legde het hem uit: 'je moet jenever
meenemen, want die wordt al sinds mensenheugenis gebruikt
als communicatiemiddel met de voorouders; met jenever
wordt de voorouders verteld wat er allemaal staat te gebeuren,
maar wordt ook hun oordeel gevraagd over huwelijken en
begrafenissen; en het mag niet zomaar jenever zijn, die
jenever moet uit Schiedam komen.' Toen kreeg Dmitri sterke
associaties met zijn jeugd. Overigens worden de jenevers die
in Afrika zo belangrijk zijn, niet meer in Schiedam gemaakt.
Bols maakt zijn jenever allang niet meer in Schiedam, en ook
de in West-Afrika populaire (en dure) Henkes Schnaps komt
niet uit Schiedam. De link met Schiedam is er desondanks nog
altijd, want op alle etiketten staat wel ergens de naam
Schiedam, zoals 'naar oud-Schiedams recept'. En wie langs de
westkust van Afrika reist, ziet daar overal grote reclameborden
met teksten die jenever aanprijzen als de drank waaraan
'chiefs' de voorkeur geven. Een schitterende en haast
onvertaalbare tekst die aansluit bij het onderzoek van Dmitri
is: 'When tradition calls, it's Henkes Schnapps'.
Dmitri ging na zijn afstuderen bij de Leidse Universiteit
werken, eerst als assistent in opleiding, en daarna als docent.
In 1998 promoveerde hij in Leiden bij professor Peter
Geschiere op het proefschrift 'In search of Igbo identity.
Language, Culture and Politics in Nigeria, 1900-1966.
Copromotor was zijn oud-docent Robert Ross. In zijn
voorwoord legt hij uit waarom hij dit onderwerp heeft
gekozen. Toen hij een historische scriptie schreef over de
slavenhandel in West-Afrika, merkte hij dat zijn belangstelling
305 Musis
Dmitri van den Bersselaar in Accra, Ghana