jungle werd jenever' gestookt in oliedrums Wim Oomkes (tegenwoordig huisarts in Vlaardingen-Holy) en Marjo Oomkes (geoloog) verbleven tussen 1979 en 1984 in Ghana. Wim was met een tweetal andere Nederlandse artsen door een kerkelijke organisatie uitgezonden voor ontwikkelingswerk in de regio Dormaa Ahenkro, een nu door grootschalige bomenkap in open terrein gelegen, maar indertijd nog in de jungle verscholen stad van 10.000 inwoners op de grens met Ivoorkust. Wim en Marjo trouwden aan de vooravond van hun vertrek naar Ghana, waar Marjo in Dormaa op de middelbare school ging werken als docent. Als lid van het artsenteam was Wim Oomkes medeverantwoordelijk voor het opzetten van een gezondheidsprogramma in Dormaa Ahenkro en op het omliggende platteland. Dat hield onder andere in de opleiding van vroedvrouwen en 'blote voetendokters' alias village health workers, naar een idee van de wereld gezondheidsorganisatie WHO, het opzetten van consultatiebureau's en gezondheidsposten plus het vaccineren van de lokale bevolking tegen ondermeer tetanus, dyfterie, mazelen en polio. Oomkes werkte tevens - onbezoldigd - voor het Ghanese ministerie van gezondheid als District Medical Officer of Health. Dankzij zijn vele medische activiteiten onderhield hij dagelijks nauw contact met de bevolking en leerde hij hun tradities en gebruiken van nabij kennen. Hij ontdekte dat er in medisch opzicht een wereld viel te winnen. Hygiëne en zorg voor de eigen gezondheid stonden in deze landstreek naar westerse maatstaven op een zeer laag pitje. Wim Oomkes: "Vroedvrouwen hanteerden allerlei traditionele methodes, zoals het smeren van modder op de navelstreng, of het doorsnijden van de navelstreng met een roestig mesje. Om de weeën op te wekken bij een bevalling smeerden ze sterke kruiden op de baarmoedermond. Die kruiden waren zo sterk, dat het kind en de moeder er soms dood aan gingen. Dergelijke gebruiken waren er de oorzaak van dat veel mensen stierven terwijl dat helemaal niet nodig was. Meer dan de helft van de doden in ons ziekenhuis waren kinderen van onder de vijf jaar." Onder volwassen mannen was overmatig drankgebruik niet zelden de doodsoorzaak. De armoede deed veel Ghanezen naar de fles grijpen. De drempel was laag, want drank was, als onderdeel van tal van tradities, diep verankerd in het maatschappelijk leven. Een voorbeeld van zo'n traditie: om in de dorpen kliniekjes te kunnen stichten, moesten de Nederlandse artsen overleggen met stamhoofden en dorpsoudsten. Dergelijk overleg bleek een van de vele rituelen waarbij sterke drank een prominente rol speelde. Oomkes: "Een vergadering met Europeanen gold als een bijzondere gebeurtenis. Het waren bovendien belangrijke gesprekken, want aan het stichten van zo'n kliniek moest het dorp zelf meebetalen. We werden daarom geheel volgens de tradities ontvangen. Voorafgaand aan het overleg werd er eerst een flinke hoeveelheid drank op de grond geplengd. Dat was om de voorouders tevreden te stellen. Soms werd er palmwijn voor gebruikt, soms sterker spul, soms zelfs dure Hollandse jenever. Pas als dit ritueel achter de rug was, werd gevraagd naar het doel van je missie." Uiteraard werd ook tijdens het overleg een glaasje geleegd. De drank die voor dit ritueel werd gebruikt, hoefde overigens niet door de westerlingen te worden verschaft. Het dorp zorgde er zelf voor. "Alleen als je bij de Paramount Chief op bezoek ging, moest je een fles meenemen. Liefst een uit Schiedam, maar whisky of Engelse gin was ook goed." De Paramount Chief stond aan het hoofd van alle dorpsbestuurders. Een man met zo'n belangrijke positie nam geen genoegen met B-producten. Omdat het zo'n gewild artikel was en bovendien een goed smeermiddel in de omgang met bestuurders, ontbrak de sterke drank maar zelden in de bagage van ontwikkelingswerkers die terugkeerden van verlof. Ook tijdens bezoeken aan de hoofdstad Accra werd nooit vergeten even aan te gaan bij de taxfree shop voor distillaten. De voorkeur van Ghanezen voor de Schiedamse borrel, en dan met name oude klare, is terug te voeren op de slavenhandel. De basis daarvoor werd gelegd toen Nederlandse zeelui in de zeventiende eeuw een aantal forten langs de Ghanese kust veroverden op de Portugezen, zoals het beruchte Elmina, en later zelf nog een aantal versterkingen bijbouwden met fraaie namen als Dirkjeshoofd en Lijdzaamheid. De slaven, bestemd voor plantages in 'de West', werden in deze forten opgesloten in afwachting van hun transport over zee. De slaven werden niet door de Holanders geronseld, maar geleverd door de inlandse bevolking. Krijgszuchtige volken hielden aan hun oorlogen altijd wel een aantal overwonnen over, die met de Hollanders konden worden geruild tegen flessen drank en andere begeerlijke zaken. Deze flessen leken wel speciaal gemaakt om als betaalmiddel te dienen. Hollanders verpakten jenever gewoonlijk in vaten, maar de drank voor de Afrikaanse markt werd gebotteld. Deze flessen werden in speciale kisten verpakt. Zo konden variabele hoeveelheden jajem bij transacties als kleingeld worden ingezet. Jenever is al een paar honderd jaar diep geworteld in de Ghanese samenleving en wordt beschouwd als volksdrank nummer één. Het komt steevast op tafel bij geboorten, huwelijken en begrafenissen en ontbreekt evenmin bij inwijdingsrituelen en belangrijke bijeenkomsten. Verder wordt het in onbekrompen hoeveelheden geofferd aan de voorouders en voegen mystieke kruidendokters het met even royale hand toe aan hun drankjes. "Jenever wordt gebruikt voor van alles en nog wat. Maar in de tijd dat wij er verbleven, was het een praktisch onbetaalbare luxe," vertellen Wim en Marjo Oomkes. Die periode, begin jaren tachtig, staat in de geschiedenis van het West-Afrikaanse land bekend als een economisch dieptepunt. Droogte, corruptie en staatsgrepen destabiliseerden het land, dat balanceerde op de rand van de ondergang. De bevolking leed honger en leefde in grote armoede. "Veel mensen slaagden er niet in om de eindjes aan elkaar te knopen," herinnert het Vlaardingse echtpaar zich. Dankzij hun bevoorrechte positie, merkten westerlingen meestal weinig van honger en onlusten. Het meest memorabele incident was de diefstal van Oomkes' auto uit de haven van Accra door militairen. Voor de rest gingen veel gebeurtenissen aan hen voorbij. Marjo: "Maar als er een staatsgreep was gepleegd, vernamen we dat pas later, via brieven vanuit Holland. Daar zaten dan krantenknipsels bij." De chaos had een demoraliserende uitwerking op de bevolking. Wim Oomkes: "Om hun zorgen te vergeten, gingen veel mannen aan de drank. Het doet een beetje denken aan de 309 Musis

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2007 | | pagina 309