Robert Hennebo was een ondernemende en creatieve man die zijn sporen (en zijn brood) heeft verdiend als acteur, herbergier, (gelegenheids)dichter, speculant, makelaar en zelfs vertaler. 11 Musis onder Gouda een buiten kocht, dat hij toepasselijk en sans gêne Actiehoven noemde, naar het 18de eeuwse woord voor aandeel. Voordat hij het huis had kunnen betrekken, was het feest alweer voorbij, en keerde hij berooid terug naar Amsterdam. De auteurs hebben zijn deelname aan de windhandel tot de diepste bodem uitgezocht en denken zeker te weten dat hij een van de hoofdpersonen is in een satirisch toneelstuk dat Pieter Langendijk daaraan in 1720 heeft gewijd. Kennelijk is hij door de wind- of actiehandel toch niet te gronde gegaan, want in 1728 werd de voormalige herbergier, acteur, dichter en speculant opgenomen in het Amsterdamse makelaarsgilde. Uit brieven van tijdgenoten blijkt dat hij dat beroep keurig heeft uitgeoefend. Hij zou een actieve makelaar zijn geweest, die 'niet tot spel verleidt', en een vlotte briefschrijver die goed wist waarover hij schreef 'gelijk zijn uiteenzetting der Engelse fondsen bewijst'. Dat is wel iets anders dan een vrouw die als animeermeisje optreedt en een vriend als de 'kroegpoët' Jacob Campo Weyerman die in 1747 in de Haagse Gevangenpoort stierf. De auteurs lijken dat jammer te vinden, want het maakt hun hoofdpersoon minder spannend. Gelukkig heeft Hennebo de wereld - zoals eerder Tijl Uilenspiegel - nog over zijn graf een laatste loer gedraaid. In twee uitgaven van de Lof der Jenever staat dat Hennebo de doodgraver had gevraagd hem in het graf van de dichter Joost van den Vondel te leggen, en dat dat ook is gebeurd. Die heiligschennis kon natuurlijk niet in de 19de eeuw, toen Vondel opnieuw als vaderlands icoon was ontdekt, en met complete Vondeljaren werd geëerd. Dus deed literator J.A.A. Alberdingk Thijm op locatie onderzoek. In het graf van Vondel heeft hij niets aangetroffen, dat op Hennebo kan duiden. De auteurs aarzelen, want voordat Thijm het graf onderzocht, was dit al tweemaal grondig schoongemaakt en kan de kist van Robert Hennebo verwijderd zijn. Schelvis en Van der Vloed hopen dat hun Hennebo wel degelijk bij de grote vaderlandse dichter is begraven! Robert Hennebo was een ondernemende en creatieve man die zijn sporen (en zijn brood) heeft verdiend als acteur, herbergier, (gelegenheids)dichter, speculant, makelaar en zelfs vertaler. Al die rollen komen in dit boek aan de orde, maar wel met de nadruk op het creatieve en het speculatieve deel van zijn leven en werk, en op zijn literaire leven na zijn dood. De auteurs behandelen hem als onderdeel van de literair bruisende en kleurrijke periode in het begin van de 18de eeuw met spannende figuren als de kroeg- en schimpdichter Jacob Campo Weyerman, de toneelschrijver Pieter Langendijk en de wat beschouwender Justus van Effen die zich met spectatoriale geschriften bezighield. De auteurs hebben de activiteiten van Robert Hennebo tot op de bodem uitgezocht en alles wat hij deed en beleefde zo in de context van de tijd gezet, dat de lezer moeiteloos wordt meegevoerd door een leven dat zonder eigentijdse context nauwelijks te begrijpen zou zijn. Ze doen dat met de Spaanse Successieoorlog van 1708, waarin hij als soldaat verzeilde, de politieke onrust van het Tweede Stadhouderloze Tijdperk, toen hij trouwde en zijn herberg in Den Haag begon, de windhandel in 1720 en de opmars van de jenever als belangrijke nijverheid in een stad als Schiedam in de 18de eeuw. Ze leggen uit dat Nederland toen economisch stagneerde, maar Schiedam, dankzij de - door Hennebo bezongen - jenever, een welvarende stad was met een groeiend aantal inwoners. De auteurs hebben de Lof der Jenever niet integraal in hun boek opgenomen, wellicht uit ruimtegebrek, maar wel van een grondige exegese voorzien en voor de hedendaagse lezer begrijpelijk gemaakt. Dat is jammer, want de tekst is wel tot ver in de 20ste eeuw 15 keer uitgegeven, maar altijd zonder annotatie en vaak op zijn Hennebo's, dus met gedoe. De uitgave van 1939 was een illegale die in 1945 onder de Duitse bezetting is gepubliceerd en voor de zekerheid als jaartal 1939 had gekregen, en die van 1964 is verzorgd in opdracht van het Schiedamse Gilde van het Gouden Glaasje, een gezelschap distillateurs dat nieuwe schwung aan zijn product wilde geven. Wie ten volle van de uitleg van de Lof der Jenever wil genieten, zal dus antiquarisch op zoek moeten. Dat neemt niet weg dat met dit boek een prachtig nieuw accent is gegeven aan de boeiende en ondergewaardeerde eerste decennia van de 18de eeuw en aan Robert Hennebo die op het toneel van die periode letterlijk een glansrol heeft gespeeld. Gerard Schelvis en Kees van der Vloed, Jenever en wind. Leven, werk en wereld van Robert Hennebo (1686-1737). Uitgeverij Verloren Hilversum. 2003. 126 pagina's. €13. ISBN 009789065509819 Gerard Schelvis en Kees van der Vloed, foto: Jan van der Ploeg

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2009 | | pagina 11