Lachen
Als het de bedoeling van trendwatcher
Adjiedj Bakas was om de lachers op z'n
hand te krijgen tijdens die bijeenkomst
waarop de Vlaardingse ambtelijke
top zich een half jaar geleden mocht
uitspreken over de noodzaak van een
nieuw stadskantoor, dan is hij in z'n
opzet geslaagd. Zoals tenslotte verwacht
mag worden van een trendwatcher, die
zijn faam dankt aan het alles weten van
YouTube, de nieuwste ontwikkelingen in
de P.C. Hooftstraat en de marktwaarde
van Gerard Joling, Marijke Helwegen
en de gulle lach van Tjerk Bruinsma.
Architecten wonen nooit in het soort
huis dat ze voor anderen ontwerpen,
stelde Bakas, en hun eigen kantoor ziet
er ook heel anders uit dan de kantoren
die ze voor hun opdrachtgevers maken
en aanprijzen als de best denkbare
werkplek. Dat was lachen.
Met betrekking tot de architectuur van
Jan Hoogstad is het echter de stomste
opmerking die je maken kunt. Want
uitgerekend voor Jan Hoogstad is het
wonen en werken in een zelfontworpen
omgeving een langdurige beleden
voorwaarde. Zijn kantoor is een door
hemzelf verbouwde bedrijfsruimte
aan de Westerkade in Rotterdam.
Zijn woonhuis is op het dak ervan
vastgeplakt.
Adjiedj Bakas geeft zo tweehonderd
op maat gemaakte lezingen per jaar.
Met een vette knipoog neemt hij de
toehoorders mee langs de belangrijkste
trends en knoopt daar voor de branche
of het bedrijf relevante conclusies aan
vast, schrijft hijzelf op zijn website. Dat
kan heel leuk lijken, maar ook uitermate
storend zijn. Of ronduit dom.
Dat het Vlaardings college naar
vernieuwbouw of nieuwbouw kijkt van
de 'burcht van Jan Hoogstad' behoort
geheel tot de verantwoordelijkheden
van dit eerbaar gezelschap. Vlaardingen
is trouwens ruim op tijd met het
sloopvoornemen. In 1975 werd het
secretariegebouw opgeleverd. Is dus
nog geen 35 jaar oud en daarmee
ruim vijftien jaar verwijderd van een
eventueel rijksmonumentale status.
Want laat niemand de kans dat deze
schepping van Jan Hoogstad de hoogste
monumentenstatus verdient, te licht
inschatten. Het huidige Vlaardings
college (en een ruime meerderheid van
de raad) mag het stadskantoor dan een
lelijk rotgebouw vinden en het liever
vandaag dan morgen willen slopen:
het getuigde indertijd wel van lef om
voor een gebouw als dit te kiezen.
Mooi of lelijk is even niet aan de orde.
Ook niet dat de bevonden lelijkheid
nog eens extra wordt benadrukt
door een stelselmatig verwaarlozen
van de buitenkant, waardoor roet
en alg zich diep hebben vastgezet.
Nederland kent weinig voorbeelden
van zo'n doordacht rationalistische
bouwtrant als is gerealiseerd in het
Vlaardings stadskantoor. Verwar
rationalisme dan niet met het
goedkope industriële bouwen langs de
Nederlandse autowegen. Daar staat
bouwen gelijk aan het stapelen en
monteren van goedkope systemen. In
het hart van Vlaardingen is gestreefd
naar een evenwichtige vormgeving
met gebruikmaking van slechts
drie elementen: de platen van de
borstweringen, het glas en de in het
zicht gehouden constructieve ribben.
Uitzonderlijk is het natuurlijk ook om het
benodigde vloeroppervlak niet te zoeken
in het opstapelen van verdiepingen,
maar in het uitgraven van het terrein.
Waarbij diezelfde grappenmakers die
in Vlaardingen schamperen over een
lege slotgracht aan de Waalstraat, na
hun bezoek aan Parijs, Londen en New
York vol bewondering spreken over
de wijze waarop daar het basement
door uitgraving functioneel is gemaakt.
Hoogstad deed niet anders waar hij extra
werkruimte niet op, maar onder het
gebouw realiseerde.
Vlaardingen is uitgekeken op het
gebouw. Dat mag. Vanzelfsprekend.
Maar dit neemt niet weg dat het
bouwwerk als zodanig exemplarisch
is voor een principieel waardevolle
bouwtrant die zocht naar geheel nieuwe
uitgangspunten en deze deels vond in
het zichtbaar maken van de constructie
zelf.
Bakas weet ook waarvoor Vlaardingen
dan wel moet kiezen. Voor een
Disneykasteel, roept hij. Zonder knipoog,
naar we mogen aannemen Weg met
de arrogantie van de architecten die
ons voorschrijven wat wij mooi moeten
vinden!
Maar zo'n kasteel heeft Vlaardingen
al. Wie achter het norse standbeeld
van Dirk III aan de Markt het
Piggelmeedeurtje passeert dat toegang
geeft tot de bestuursvleugel, betreedt een
wereld van zwierige koperen krullen,
verdiepinghoge vensters in bronzen
vatting, kunstig bewerkte eiken deuren
en lambrizeringen, decoraties van de
indertijd zo bewonderde Eppo Doeve
en vooral veel, veel marmer. Hier, met
zijn majestueuze burgemeesterskamer
als natuurlijk zwaartepunt, schiep oud
burgemeester Jan Heusdens zich een
omgeving waarin de chief-executives
van Shell, de Bataafsche, Unilever en
Cincinnatti zich volledig thuis en op hun
gemak konden voelen. Fotografeer de
Vlaardingse bruidjes in deze omgeving
en geef ze het gevoel het middelpunt te
zijn geweest in een Endemol-productie.
Disney had het niet anders verzonnen.
Ambitie is het sleutelwoord in het
programma van eisen voor een nieuw
stadskantoor. Zoals gebruikelijk in de
hedendaagse bestuurlijke turbotaal.
Maar wat zoekt Vlaardingen daarmee?
Een gebouw dat voortborduurt op het
serreconcept van het ministerie van
VROM, dat de kantoorsituatie bij wijze
van spreken binnenste buiten keert,
de ruimte tot verbinding maakt en
nadrukkelijk kiest voor verrassing en
zich volledig richt naar nieuwe manieren
van (flex)werken? Of kiest Vlaardingen
voor dezelfde oplossing waarmee in
Rotterdam, op zo'n tot de verbeelding
sprekende manier, nieuwe toevoegingen
zijn gerealiseerd aan het statige en
inmiddels tot architectuuricoon verheven
Doelengebouw van Kraaijvanger?
Toevoegingen waarin nieuwe podia,
opleidingen en administratieve diensten
in zo'n bonte afwisseling aan het
bestaande gebouw lijken gekleefd.
Zo maak je de verschillen in functie
en gebouwhiërarchie op de mooiste
manieren duidelijk. Ook is het natuurlijk
mogelijk om te kiezen voor het - op
dit moment internationaal bejubelde
- concept van het Muziekkwartier in
Enschede. Gelet dan op de creativiteit
waarmee de buitenschil in z'n nauwe
stedenbouwkundige context is
vormgegeven en in het interieur alle
ruimten naar beleven verenigbaar,
combineerbaar en scheidbaar zijn.
Ook waar het erom zou gaan de
ruimtes te verhuren of op andere
wijze te vercommercialiseren. In het
Muziekkwartier manifesteren nieuwe
opvattingen over bouwen en gebruiken
zich in optima forma. Ook in een
esthetiek die volledig afrekent met
functionalisme, middelmatigheid en
een weinig geïnspireerde traditionele
materiaalkeuze. Gebouwd door Jan
Hoogstad. Jawel. In alle drie de gevallen.
Musis 24