Cornells Haga (1578 - 1654),
diplomaat en levensgenieter
Han van der Horst
Als de Schiedamse vroedschap hem in 1609 ter wille was geweest, had de levensloop
van Cornells Haga wellicht een heel andere richting genomen. Het lag voor de hand,
dat de zoon van de gerespecteerde regent Dirck Haga Lambrechtz. in aanmerking kwam
voor de vacante positie van pensionaris. Zijn vader was onder meer schepen geweest,
weesmeester en organist in de Grote Kerk. Hij zelf had rechten gestudeerd aan de
jonge Universiteit van Leiden en was ai jaren advocaat bij het Hof van Holland. Maar
de vroedschap moest de geleerde zoon van Haga niet. Misschien vreesden de andere
regenten een te grote invloed voor zijn familie op de gang van zaken in Schiedam.
"Mijn Heer mag mijn
gat kussen. Weet Mijn
Heer wel uyt wiens
cloten hij gevallen is.
lek heb den brui aan
Mijn Heer. Mijn Heer is
een Schelm. Quam hij
hier aan boort, ik soude
hem bij de cop grijpen,
ende viel ick boven,
ick soude hem smijten
ende viel ick onder ick
soude hem bijten ende
soo niet, ick soude hem
die lange baert uyt den
hals trecken.
Musis 4
Zo kwam het dat Cornelis Haga op de
veertiende maart van het jaar 1612
staande aan de reling van een Enk-
huizer schip de navel van de wereld
zag opdoemen, de grote stad die de
mensheid in verrukking brengt, de
woonplaats van de padisjah, de sultan
en kalief der gelovigen, Konstantiniye,
zoals de officiële benaming luidde,
al hadden de inwoners die uit alle
windstreken kwamen er allemaal hun
eigen aanduiding voor: Tsarigrad,
Constantinopolis, Istanboel.
Haga zag hoe de Aya Sofia met zijn
kolossale minaretten boven alles
uitstak. Hij herkende de Hoge Porte,
het Topkapi-paleis, en terwijl het schip
op de Gouden Hoorn afstevende kwam
steeds dominanter de Galatatoren in
beeld, het hart van Pera, de wijk der
westerlingen, waar zich de ambassades
van de christelijke mogendheden
bevonden.
Istanboel is nog altijd indrukwekkend.
Vanaf de Bosporus ziet het silhouet
er nog steeds hetzelfde uit. Alleen
ontbrak op de dag van Haga's aankomst
de magnifieke koepel van de Blauwe
Moskee, want die was nog in aanbouw.
Scherp beseft nog steeds de reiziger,
dat hij aankomt in de oude hoofdstad
van het Ottomaanse Rijk. In de tijd van
Haga omvatte dit niet alleen Turkije,
maar ook Egypte, het Midden-Oosten,
de hele Balkan, Hongarije, Roemenië en
een groot stuk van de Oekraïne. Formeel
waren ook Marokko, Algiers, Tunis en
Tripoli aan de sultan onderdanig.
Het was waarschijnlijk niet de eerste
keer, dat Haga Istanboel bezocht. Men
vermoedt, dat hij er als jongeman van
24 ook is geweest. Dat was misschien
de achtergrond van zijn benoeming tot
orateur (gezant) van de Hoogmogende
Heren der Staten-Generaal. Bovendien
had Haga na de afwijzing door zijn
vaderstad met veel succes een diploma
tieke klus geklaard rond twee handels
schepen die in Stockholm werden
vastgehouden. Nu had hij de delicate
opdracht diplomatieke betrekkingen
aan te knopen met sultan Ahmed, de
opvolger van de profeet als aanvoerder
der gelovigen, die in het enorme Topkapi-
complex woonde met zijn intrigerende
hofhouding en een harem van honderden
vrouwen. De sultan was - op de gecas
treerde eunuchen na - de enige man die
daar mocht binnentreden.
In Topkapi hadden enkele hoge gunste
lingen van de sultan belangstelling
opgevat voor het afgelegen landje aan
de Noordzee, dat al decennia met zoveel
succes oorlog voerde tegen Spanje,
eveneens aartsvijand van de Ottomanen.
Rond 1580 hadden de Staten-Generaal
al eens subsidies uit Istanboel gekregen
voor hun strijd.
Aan het hof waren reeds gezanten
geaccrediteerd van Engeland, Frankrijk
en de Republiek Venetië. Zij wilden de
contacten met het machtige Ottomaanse
rijk graag exclusief houden, zodat zij
aanvankelijk probeerden Haga het
leven zo zuur mogelijk te maken.
De nieuwbakken orateur had echter