Pikzwart schuim De oorlogde Hongerwinter, de naoorlogse schaarste, de feodale regenteske jaren 1950, de revolutionaire jaren 1960, de nieuwe burgerlijkheid van de jaren 1970, de jaren 1980 met hun massale werkloosheid, de jaren 1990 met hun buitensporige welvaart. Schrijnende armoede, perverse rijkdom, Bas Vos heeft het allemaal van nabij meegemaakt. En er zijn mening over gevormd. Bedrijvendokter Amsterdamse volksbuurt, hij is tenslotte café-eigenaar geweest, lang geleden. En tussen de 2.000 chauffeurs van de Taxi Centrale Amsterdam waaraan hij tot voor kort leiding gaf, kon hij zich ook prima handhaven, als oud-taxichauffeur. Vos is een man van uitersten. Hij beweegt zich met groot gemak in het wereldje van de sportbobo's van het Olympisch Comité. Maar hij kan ook, met dezelfde gedrevenheid als een vakbondsleider, huisartsen aansporen de barricaden te beklimmen, zoals enkele jaren terug gebeurde, toen hij voorzitter was van de Landelijke Huisartsen Vereniging. De kringen waarin hij zich begeeft zijn al even verschillend als de tijdperken die hij aan zich voorbij heeft zien trekken. De oorlog, de Hongerwinter, de naoorlogse schaarste, de feodale en regenteske jaren 1950, de revolutionaire jaren I960, de nieuwe burgerlijkheid van de jaren 1970, de jaren 1980 met hun massale werkloosheid, de jaren 1990 met hun buitensporige welvaart. Schrijnende armoede, perverse rijkdom, Bas Vos heeft het allemaal van nabij meegemaakt. En er zijn mening over gevormd. De jaren in het door roet verstikte Vlaardingen, zijn ontluikende inzichten als medisch student in Groningen en zijn tijd als huisarts in Sappemeer waren beslissend. Hoe heeft de milieuvervuiling in het Vlaardingen van zijn jeugd zijn verdere leven beïnvloed? „Als kind besef je niet goed dat er kwalijke dingen in je omgeving gebeuren. Zolang je ouders iets normaal vinden, vind jij het ook normaal. Na de oorlog gingen er in Pernis nog regelmatig olietanks de lucht in. Je hoorde veel over explosies en branden in die tijd. En het kon behoorlijk stinken. Afhankelijk van de windrichting kreeg je de lucht van de ENCK en de Lever zeepfabrieken over je heen, waaide de wind uit een andere richting dan kreeg je de volle laag van de olieraffinaderijen. Ik heb het over de jaren 1950. Ik accepteerde zonder meer dat dit mijn leefomgeving was, pas later ging ik beseffen dat het allemaal verre van gezond was. Wie weet, wat wij in de jaren allemaal hebben ingeademd." Het besef dat het allemaal verre van normaal was kwam pas een aantal jaren later, nadat hij in Groningen medicijnen had gestudeerd en huisarts was geworden in Sappemeer. „Ik woonde aan het Diep, dat was het kanaal dat dwars door het doip liep. Alle kanalen in de streek stonken verschrikkelijk. De aardappelmeel- en strokarton fabrieken loosden erop, je rook constant een weeë, zoete lucht. Die kanalen waren door en door vervuild, er zat geen vis in, alleen bacteriën. Tijdens de suikerbietencampagne dreef er een dikke laag schuim van bietenafval op het water, na een aantal dagen werd dat schuim pikzwart van de roetneerslag, als je er langsreed leek het net asfalt. Sommige mensen zagen het daadwerkelijk voor asfalt aan en reden het kanaal in met de auto of de fiets. Als ze gewond waren werden ze bij mij thuisbezorgd. Het water veroorzaakte verschrikkelijke infecties. Ik had veel patiënten met groeiachterstanden en ademhalingsproblemen in de praktijk, veel meer dan gemiddeld. In die tijd ben ik ervan overtuigd geraakt dat een slecht milieu schadelijk is voor de volksgezondheid. In Sappemeer liggen meer nog dan in Vlaardingen de wortels van mijn linkse overtuigingen. Je had daar nog veel echte armoede met daartegenover een klein aantal heel rijke herenboeren." Hij werd aanhanger van de CPN. Een opmerkelijke keuze voor een kind uit een traditioneel behoudend gezin. Zijn vader en moeder hadden een tandartspraktijk in de voormalige burgemeesterswoning aan het Verploegh Chasséplein, een riante villa waarin ook nu nog een tandartspraktijk is gevestigd. Zijn ouders waren liberaal, maar droegen die levensovertuiging niet merkbaar uit. „In de verkiezingstijd hing er geen affiche voor het raam. Dat was volstrekt taboe. Ik wist als kind niet eens bij welke partij mijn ouders hoorden, over zulke dingen werd niet gesproken. Ik kan me niet herinneren dat we ooit een politieke discussie hadden thuis. Naar hun stemgedrag mocht je niet vragen. Dat was geheim. Artsen praatten niet over politiek, dat schreef de beroepsethiek zo voor. Dat werd me tijdens de studie medicijnen ook stevig ingeprent. Een arts is er voor alle gezindten." Voorlopig kon hij in Groningen weinig aanvangen met zijn ontluikende milieubesef. Hij had een grote en drukke praktijk die al zijn aandacht opeiste. Het milieu kreeg pas zijn volle aandacht toen hij naar Amsterdam verhuisde om gynaecologie te gaan studeren - waar het nooit van kwam omdat hij zijn ondernemerskwaliteiten ontdekte en een paar bedrijfjes opzette, waaronder een waarnemingsdienst voor artsen 's avonds en in de weekeinden - en bij toeval werd gevraagd voor een denktank van Milieudefensie, een discussieplatform voor ondernemers, wetenschappers en politici. „Dat was mijn eerste serieuze kennismaking met milieuproblemen. Sindsdien is het milieu de rode draad in mijn leven." Een aantal jaren later maakte hij opnieuw deel uit van een denktank van Milieudefensie. Zijn milieukennis en -engagement hadden zich inmiddels zover ontwikkeld, dat hij werd gevraagd toe te treden tot het hoofdbestuur, een functie die uiteindelijk leidde tot het voorzitterschap. Maar eerst werd Bas Vos ondernemer. Ook in die hoedanigheid wist hij snel de aandacht op zich te vestigen. Hij bouwde een reputatie op als een "bedrijvendokter" die minder goed functionerende organisaties weer in Musis 12

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2009 | | pagina 12