Borstbeelden
Lompheid is er al
genoeg in de wereld. Ik
wil graag hartelijk zijn
tegen mensenzeker
als ze een moeilijke
periode doormaken.
onuitwisbaar in de etalageruit staat,"
zegt hij. „Ik kon wel een half uur of
langer verlekkerd kijken naar al dat
moois in de etalage." Op zijn 18de kocht
hij zijn eerste camera en ging hij een
cursus fotografie volgen aan de Vrije
Academie in Vlaardingen.
De wortels van de combinatie fotograaf/
verpleegkundige liggen bij De Peperklip,
het voormalige personeelsblad van het
Schielandziekenhuis, waarvan hij als
medewerker de illustraties verzorgde.
Ook toen al wilde hij in artistiek opzicht
het onderste uit de kan halen. „Hoe
banaal het onderwerp ook was, ik wilde
van mijn platen altijd iets bijzonders
maken."
Dat perfectionisme is zijn handelsmerk
geworden. Bij hem moet alles kloppen.
Met als consequentie dat de uitvoering
van een idee soms jaren vergt. Om de
nu geëxposeerde vijftiendelige fotoserie
'De mens achter de patiënt' te maken
had hij twee jaar nodig. Daaraan vooraf
gingen nog eens acht jaar voorbereiding.
Zijn productie ligt dan ook niet hoog.
Op zijn 51ste heeft hij minder dan een
handvol boeken op zijn naam staan.
Maar het weinige dat hij maakt, trekt
onmiddellijk de aandacht.
De belangrijkste bekroning tot nu toe
is de Medisch Contactprijs die hij in
2005 kreeg voor het boek Borstbeelden
dat hij maakte in samenwerking
met de chirurg Ingeborg Mares.
Oorspronkelijk zou het een nogal
zakelijk getoonzet werk worden over
de behandeling van vrouwen die leden
aan borstkanker: over de operatie, de
nazorg en het leven na de ingreep.
Maar een afstandelijke benadering
past niet bij Van Beek. „Patiënten
zijn allereerst mensen. Voordat ik die
vrouwen fotografeerde, ging ik ze
eerst interviewen. Ik wilde meer weten
over hun leven en hun persoonlijkheid
en een vertrouwensrelatie met hen
opbouwen. Zodat ik gevoel kon leggen
in de foto's." Die aanpak leverde een
verbluffend resultaat op. In Borstbeelden
liet Van Beek in op de klassieke oudheid
geïnspireerde beeldhouwkunst zien
dat de sensualiteit van vrouwen na de
amputatie van een of beide borsten niet
hoeft te verminderen. Het boek werd
een bestseller en een standaardwerk
op menige afdeling oncologie. Artsen
maken er dankbaar gebruik van als
zij hun patiënten voorbereiden op de
onvermijdelijke ingreep.
Dat was precies het doel dat Van Beek
hoopte te bereiken. Een menselijke
benadering van de patiënt. In de zorg
komt het maar al te vaak voor dat
patiënten onder invloed van de hoge
werkdruk voornamelijk als een medische
casus worden gezien. Op de afdeling
endoscopic waar hij werkt, ontvangt Van
Beek dagelijks grote aantallen patiënten,
hij weet uit eigen ervaring dat er lang
niet altijd gelegenheid is voor een vorm
van menselijk contact die de medische
procedures overstijgt. Hoe patiënten
omgaan met hun ziekte, hoe die ziekte
hun leven verandert - zulke zaken
komen nauwelijks aan bod. Terwijl het
daar toch ook om gaat in de zorg. Om
genezen, zodat mensen verder kunnen
met hun leven.
Sjaak van Beek trekt met zijn camera
dat onontdekte gebied in. Wat hij zoekt
is de inspiratiebron die mensen de
kracht schenkt hun na de medische
behandeling vaak ingrijpend veranderde
bestaan weer op te pakken en een
nieuwe inhoud te geven. Dat is waar zijn
jongste project over gaat.
De basis ervoor werd in 1997 gelegd,
toen hij in het ziekenhuis Jan van
der Vaart ontmoette, een patiënt met
een bijzondere longafwijking en een
ernstige vorm van reumatoïde artritis,
maar tevens een innemende man die,
naar later bleek, een bekend keramist
was en een groot verzamelaar van
Afrikaanse kunst. Hij inspireerde Van
Beek tot het maken van een serie
patiëntenportretten, waarvoor hij zelf als
eerste poseerde.
Op de tentoonstelling en in het
bijbehorende boek volgt Van Beek
dezelfde methode als bij Borstbeelden
en worden de foto's begeleid door
verklarende teksten. Met dit verschil
dat Van Beek de teksten voor De mens
achter de patiënt ditmaal zelf schreef.
Als ongeoefend schrijver is hij niet in de
valkuil getrapt om nog eens uitvoerig
te willen verklaren wat de foto al
afdoende zichtbaar maakt. Hij hield
het bij beknopte beschrijvingen van de
afgebeelde personen en hun ziektes.
Maar het kostte hem zelfbeheersing
om niet meer te vertellen dan strikt
nodig was, erkent hij. „Je moet weten
dat achter iedere opname een verhaal
schuilt. Allereerst natuurlijk het verhaal
van de geportretteerde persoon. Maar
ook het verhaal hoe de foto tot stand is
gekomen was vaak de moeite waard. Ik
heb in iedere opname heel veel energie
gestoken. Met sommige foto's ben ik
twee maanden bezig geweest. Op mijn
zoektocht naar geschikte rekwisieten
en de juiste achtergronden ben ik het
halve land afgereisd en overal waar
ik kwam ontmoette ik vriendelijke en
behulpzame mensen. Ik had die mensen
graag in het zonnetje gezet, want dat
verdienen ze dubbel en dwars; zonder
hun medewerking was er van het hele
project niets terecht gekomen. Zo ben
ik voor de foto van Ad de Vries op
zoek gegaan naar het enige juiste type
badkuip dat bij zijn verhaal paste en
kon ik dankzij de hulp van de importeur
foto's maken in de showroom, die
was ondergebracht in een historische
boerderij in Meteren. De Vries zat
net lekker in bad, toen de bejaarde
vader van de importeur leunend
op zijn wandelstok de showroom
binnenschuifelde en belangstellend
informeerde naar de temperatuur van
het water. 'Heerlijk', zei De Vries. 'Kom
er ook gezellig in'. Alles verliep die dag
even spontaan en hartelijk. Ik vergat
bijna dat ik aan het werk was."
Op de bewuste foto zit De Vries, een
gepensioneerde tandarts uit Rotterdam,
in de badkuip, spelend met een
zeilbootje. Een bevreemdend beeld,
want de situatie past niet bij het gedrag
van een volwassene. Wat is hier aan de
hand? Het bijschrift geeft opheldering.
De Vries was altijd een fervent zeiler,
hij sloeg geen regatta over. Totdat hij,
waarschijnlijk door zijn langdurig verblijf
in de zon en op het water, huidkanker
opliep. Voor zijn gezondheid was
het beter als hij niet meer het water
op ging, kreeg hij van de dokter te
horen. Als bejaarde heeft hij enkel nog
herinneringen aan die mooie jaren op de
wijde plas.
Op een aantal foto's wordt de sfeer
bepaald door weemoed en verlangen.
Er is een drogist die altijd graag jockey
had willen zijn, maar die zijn droom
nooit kon verwezenlijken vanwege zijn
allergie voor paarden - Van Beek ging
op zoek naar passende jockeykleding
en portretteerde de man in de gymzaal,
bij een zadel dat over een "paard" werd
gelegd. Voor een door suikerziekte en
een sterk afgenomen gezichtsvermogen
geplaagde Ierse patiënt regelde hij een
authentieke racefiets waarop de man
nog eenmaal zijn hartstocht voor het
wielrennen herbeleeft.
19 Musis