KIE/T COMMUNI/TEN
Kolthek kon zo spreken en schrijven dat iedere arbeider hem kon volgen,
maar ook hoger opgeleide luisteraars of lezers geboeid werden.
Musis 30
LU5T9
net zo snel verdwenen als deze gekomen waren. Hij was ook
betrokken bij grote stakingen die vaak dreigden te mislukken
door de hevige conflicten tussen het NAS en het NVV. Kolthek
verafschuwde die conflicten, omdat hij vond dat alle arbeiders
zich in één vakbeweging moesten organiseren, ongeacht hun
politieke of godsdienstige meningsverschillen. Hij verliet de
anarchistische beweging en het NAS, omdat hij genoeg had
van het 'onderlinge gekanker en gemier [en] het persoonlijk
gewroet en geharrewar', en werkte van 1913 tot 1918 als
journalist voor De Telegraaf, waar hij talen mocht leren.
Voordat Harm Kolthek de voorman werd van de Socialistische
Partij had hij dus al een lange en intensieve leerschool
doorlopen. Hij was, ondanks zijn individuele anarchisme
dat synoniem was voor zijn afkeer van iedere vorm van
organisatie, een goed organisator geworden, een vaardig
propagandist, een slimme debater en een uitstekend stylist.
Hij kon zo spreken en schrijven dat iedere arbeider hem
kon volgen, maar ook hoger opgeleide luisteraars of lezers
geboeid werden. Uit de sociaal-anarchistische groepen die
in de vroege 20ste eeuw actief waren, ontstond in 1918 de
Socialistische Partij die zich keerde tegen het opportunistische
'stembussocialisme' van de SDAP en het 'rode militarisme'
van de Communistische Partij Holland (CPH). De Socialistische
Partij van Kolthek wilde de libertair-socialistische krachten
bundelen en zo de strijd aanbinden met het kapitalisme, maar
zeker ook met in hun ogen autoritair-socialistische stromingen
als de SDAP en de CPH. Kolthek en de zijnen vreesden dat de
werkwijze van de sociaal-democratie, waartoe ze ook het NW
rekenden, zou leiden tot een dictatuur van het bestuur over de
leden en van de meerderheid over de minderheid, en wellicht
zelfs tot een ongekende vorm van staatsdictatuur. De SP wilde
die strijd beginnen door mee te doen aan de verkiezingen voor
de Tweede Kamer in 1918. Dat leverde één zetel op, waarop
Kolthek ging zitten. Een veel interessanter facet van de partij
was echter de manier waarop ze zich op lokaal niveau intensief
en kleinschalig met de politiek bemoeide. Ondanks alle
ideologische en organisatorische verschillen, lijkt het karakter
van de SP van Kolthek hierin in ieder geval sterk op dat van de
huidige Socialistische Partij die ook vanuit strategische lokale
acties groot is geworden.
De invoering van het algemeen kiesrecht voor mannen in 1917
en voor mannen en vrouwen in 1919 heeft een nieuwe soort
lokale volksvertegenwoordigers opgeleverd. In veel gemeenten
stelden zich socialistische of anarchistische actievoerders of
agitators kandidaat. Zij spraken de taal van de grote groep
kiezers die tot dan nooit gehoord was, en beloofden de
misstanden te zullen aanpakken die hun leven vergalden. In
gemeenten waar zulke welbespraakte en bevlogen kandidaten
meededen aan de verkiezingen, maakten ze een goede kans
om ook gekozen te worden, vaak naast en als luis in de pels
van de SDAP. De Socialistische Partij stelde in een aantal
gemeenten zulke kandidaten. Die hebben vaak nog lang na
het verdwijnen van de partij hun raadszetel op eigen kracht
kunnen behouden. Zo'n gemeente was Schiedam en zo'n
kandidaat was Willem Collé.