Wilton in de verte Iedere Musis worden twee museale objecten uit niet-Schiedamse en niet-Vlaardingse collecties gepresenteerd, soms onbekende stukken, soms in de vergetelheid geraakte. De rivier moet op Albert Neuhuys (1895-1968) een grote aantrekkingskracht hebben gehad. Was het heimwee naar zijn geboortestad Antwerpen, waar hij ongetwijfeld ook veel aan de waterkant te vinden zal zijn geweest? Binnen zijn oeuvre spelen havenscenes, vergezichten op de Nieuwe Maas en stadsgrachten in ieder geval een belangrijke rol. Dat hij de Maas bij Schiedam als onderwerp koos, past duidelijk daarmee in een serie. De tekening (gedateerd 1941), ingekleurd als aquarel, laat het brede water zien, vanaf Pernis dwars in de richting van de werf Wilton-Fijenoord. De rivieroever verraadt nog weinig van de industriële ontwikkeling die Pernis en omgeving zouden doormaken; achter een krib heeft zich een strandje gevormd. Aan de linkeroever zien we een aantal olietanks van de Bataafsche Petroleum Maatschappij (later Shell) die hier sinds enkele decennia gevestigd was. De BPM was toen nog een eenling in de Pernisser polders. Na de Tweede Wereldoorlog zou er vrijwel niets van het polderlandschap overblijven ten gunste van industrie en werkgelegenheid. Aan de andere zijde van de rivier bevindt zich de werf van Wilton-Fijenoord met zijn karakteristieke kranen. Op de voorgrond vaart een beurtvaarder richting Vlaardingen, terwijl rechts het Sterrebos als een groene wand het zicht op de stad Schiedam ontneemt. Neuhuys stamt uit een artistieke, van oorsprong Nederlandse, familie en groeide zelf in Antwerpen op. Zijn grootvader Jan Antoon Neuhuys had hier zijn opleiding aan de academie gevolgd en genoot bekendheid vanwege zijn 'historiestukken'. Albert Neuhuys vestigde zich in 1914, het jaar waarin de Eerste Wereldoorlog begon, in het neutrale Nederland en was werkzaam in Middelburg, Rijswijk en, vanaf 1917, in Rotterdam. De laatste stad bleef hij een groot deel van zijn leven trouw, ook al werd zijn atelier bij het Bombardement verwoest, tezamen met veel van zijn vroege werk. Neuhuys was een leerling van Antoon Derkzen van Angeren (1878-1961), docent aan de Rotterdamse Academie van Beeldende Kunst. De hand van de meester is in het werk van Neuhuys goed herkenbaar en net als Van Angeren stond hij bekend als een bekwaam etser. Met name straatscènes en topografische gezichten hadden zijn voorkeur, vooral in de Rotterdamse regio. De wederopbouw van Rotterdam heeft hij in verschillende tekeningen en etsen vereeuwigd. Naast etsen zijn tientallen tekeningen en aquarellen van zijn hand bekend, waaronder verschillende van Schiedam (onder andere Spinhuispad, Zijlstraat, Lange Kerkstraat en Kethel). Bij leven viel hem waardering ten deel, onder andere door tentoonstellingen bij de Rotterdamse Kunststichting (1950) en Museum Boijmans Van Beuningen (1960). Toenmalig directeur Ebbinge Wubben schreef de bijbehorende catalogus. 23 Musis

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2010 | | pagina 23