Frits Heusdens:
'Gusto was mijn leven.'
P'TWI
tekst: Peter de Lange
foto's: Jan van der Ploeg
Voor een loon van 18 gulden per week trad Frits
Heusdens op 8 januari 1946 in dienst van scheepswerf
Gusto als hulpmonteur in de garage. Heusdens was
19 jaar en de zoon van een schilder uit Delfshaven.
Qp de ambachtsschool aan de Walenburgerweg
bifid hij een opleiding tot automonteur gevolgd.
\ver was hij vliegtuigmonteur geworden,
u die opleiding bood de school niet.
Zijn loopbaan en zijn verdere leven werden bepaald door de
Tweede Wereldoorlog. Dat begon al vóór de eerste gevechten
losbraken. In het najaar van 1939 besloot vader Heusdens
dat wonen dicht bij de havens te gevaarlijk was. „Er dreigt
oorlog. In de binnenstad zijn we veiliger," hield hij zijn
gezin voor. Frits: „Toen de oorlog uitbrak woonden wij in de
Boomgaardstraat, vrijwel in het centrum. Daar kregen we op
14 mei 1940 de hoofdprijs. Tijdens het bombardement stonden
we met ons vijven in de wc. Ik zag de muren wankelen, zo
heftig waren de explosies."
Sinds de Melbournerace in 1934 en de gedenkwaardige
prestaties van de Uiver was Frits helemaal gek geweest
van vliegtuigen. Op de markt had hij lege schoenendozen
verzameld en daar vliegtuigmodellen van gebouwd. Maar het
bombardement maakte definitief een einde aan zijn ambities
in de luchtvaart.
De novemberrazzia van 1944 deed de rest. Samen met
duizenden andere mannen in Rotterdam werd de jonge Frits
Heusdens opgepakt en als dwangarbeider naar Duitsland
afgevoerd. Omdat hij een monteursdiploma had, werd hij
tewerkgesteld in een garage in Rosenheim bij München. Hij
deed er, behalve praktijkervaring, arbeidsdicipline op. „We
werkten elf uur per dag."
Na zijn terugkeer uit Duitsland werkte Heusdens een paar
maanden bij Industria in Hillegersberg, een metaal- en
elektrabedrijf dat van alles en nog wat fabriceerde, van
lantaarnpalen tot elektrische onderdelen voor schepen. Hij
had het er niet bijster naar de zin. „Een collega zei dat de
scheepswerf Gusto in Schiedam mensen zocht en dat hij ging
solliciteren. Toen heb ik me ook maar opgegeven."
Hij werd prompt aangenomen; de werf zat te springen om
personeel. Het gezin Heusdens was inmiddels terugverhuisd
naar Delfshaven. Naar Gusto was vandaaruit met de tram
maar een kippeneind. Op de Schiedamse werf heerste een
heel andere sfeer dan Frits gewend was. „Het waren geen
slechte mensen, maar ik werd als jongen wel behoorlijk
Musis 28