Het nieuwe
straatnamenboek,
een gemiste kans
tekst Jef Jansen
In november 2009 verscheen van de hand van Wim Rook Het Nieuwe Straatnamenboek.
Jef Jansen, secretaris van de Commissie Naamgeving Openbare Ruimte en als zodanig
een deskundige op het terrein van straatnaamgeving, las voor Musis het boek.
Straatnamenboeken zijn altijd leuk, van een willekeurige
gemeente in het algemeen maar zeker van die van je eigen
stad. Iedereen woont in een straat en is af en toe wel eens
benieuwd hoe die straat aan zijn naam gekomen is of naar
wie die vernoemd is. Soms is dat wel duidelijk, zoals de
bewoners van de Prinses Beatrixlaan allemaal wel zullen
weten wie de naamgever is. Soms zijn namen, die in de
tijd van de naamgeving algemeen bekend waren, uit het
collectieve geheugen verdwenen. In andere gemeenten
dan Schiedam is er bijvoorbeeld een Afrikaanderwijk, maar
weinigen weten nog wie de helden van de Boerenoorlog
waren zoals Paul Kruger of Petrus Cronjé. Nog moeilijker
wordt het als het om woorden of begrippen gaat waarvan de
herkomst onduidelijk is. Om die te verklaren is onder meer
historische en taalkundige kennis onontbeerlijk, maar ook
van oudvaderlands recht, paleografie en andere historische
hulpwetenschappen.
Onlangs verscheen bij uitgeverij Post Scriptum van de
hand van de amateurhistoricus W.P. Rook Het Nieuwe
Straatnamenboek, een uitgebreide herdruk van het in 1989
door het Fonds Historische Publicaties uitgegeven Van
Schie, Dam en Schiedam. Amateurhistoricus is op zich geen
negatieve kwalificatie, maar in dit geval is dat helaas wel het
geval. Hoewel het boek vaak waardevolle informatie geeft,
blijkt in andere gevallen dat de kennis van de auteur op een
aantal kritische momenten tekort schiet. En dat is jammer.
Om te beginnen ontbreekt een behoorlijke verantwoording.
Verder dan dat de auteur geweldig veel boeken en archief
stukken heeft geraadpleegd komt hij niet. Welke boeken dat dan
wel geweest zijn, zou in een literatuuropgave kunnen worden
genoemd en wat betreft de archiefstukken zou een lijst van
geraadpleegde categorieën, bronnen en archiefinstellingen
kunnen worden gegeven. Helaas, deze ontbreken beide.
Ook inhoudelijk is er het nodige aan te merken over de per
straat gegeven informatie. Wie het boek doorloopt, komt zelfs
tot een aantal categorieën fouten:
slecht begrepen informatie, meestal overgeschreven uit
encyclopedieën, waaruit hij niet de essentiële informatie
haalt maar zijdelingse;
fouten veroorzaakt door onbegrip van paleografie,
historische chronologie en andere hulpwetenschappen;
gedeformeerde informatie door zaken op een onjuiste
manier te combineren;
rechtstreekse broodjeaapverhalen;
volstrekt niet ter zake doende informatie.
Van elk van deze categorieën volgen hieronder enkele
voorbeelden:
Slecht begrepen informatie
Vaak neemt Rook informatie over uit encyclopedieën maar
door onbegrip mist hij nou net de essentiële informatie.
Enkele voorbeelden. De Archimedesstraat. Rook schrijft Hij
berekende de getalswaarde van pi waarmee de omtrek van de
cirkel berekend kan worden. Dit moet zijn: hij berekende de
verhouding van de omtrek van een cirkel met de middellijn.
Pi bestond nog helemaal niet als begrip. Zijn belangrijkste
bijdrage echter, de wet van Archimedes: Een lichaam geheel
of gedeeltelijk in een vloeistof ondergedompeld ondervindt
daarin een opwaartse kracht die gelijk is aan het gewicht van de
verplaatste vloeistof, noemt hij in het geheel niet.
Bij de Mozartlaan zegt Rook Zijn oeuvre is zo omvangrijk dat
een speciale registratie is gemaakt etc. Waarom dit niet wordt
vermeld bij Bach (Schmieder), Vivaldi (Rion), Beethoven
(Kinsky) etc. is niet duidelijk. De betreffende musicoloog heette
trouwens niet Köchels maar Köchel en het is niet Verzeignis
maar Verzeichnis.
Onbegrip van historische hulpwetenschappen
Dat de auteur paleografie niet beheerst, wordt pijnlijk
duidelijk. Zo leest Rook Colalaan waar Colenlaan staat, een
blijk dat hij van abbreviaturen (afkortingen) nog nooit heeft
gehoord. Een ander geval: hij leest Doversteeg waar gewoon
de dwerssteegh staat, dus dwarssteeg ('s heerenstraat de
openbare weg) genaemt de dwerssteegh streckende voor uytte
voorss. Luys ofte Pannekouckstraet tot achter aen seeckere
huysinge etc.).
En dan is hij ook nog onkundig op het gebied van Latijn en
historische chronologie. Hij heeft het over Nove Dammo. Dit
hoort natuurlijk in de nominatief te staan als Novum Dammum
en niet in de dativus te blijven staan. Rook dateert deze akte
in 1274. Hij blijkt niets van historische chronologie te weten.
Het gaat hier om de akte van tolvrijheid die is gedateerd in de
paasstijl en dus van na 18 maart en van vóór 10 april 1275.
Alleen dan is de bepaling onder poortrecht te begrijpen, want
de akte is na de stadsrechtverlening uitgegeven.
9 Musis