Henri Evers foto's: Jan van der Ploeg
en zijn bescheiden
monument aan de Westvest
tekst: Hans van der Sloot
Hoe verschillend de gebouwen ook zijn in groottemateriaaltoepassing en decoratie, toch
bestaat er een belangrijke overeenkomst tussen de Remonstrantse kerk aan de Westersingel
in Rotterdam, het kerkgebouw van de Nederlandse Protestanten Bond in Schiedam en het
Rotterdams Stadhuis. Immers, de ontwerper Henri Evers, werkte als architect niet zozeer om
het geld als wel vanuit persoonlijke betrokkenheid en gedrevenheid als kunstenaar. Al zijn
werken hebben als belangrijkste karaktertrek dat zij vooral de wensen vertolken van Evers'
opdrachtgever. Door hemzelf tot architectonische scheppingen vertolkt als door een 'vrij'
kunstenaar die naar believen byzantijnse, syrische en romaanse symbolen mengde met de
romantiek van de Academie des Beaux Arts.
Beaux Arts
Musis 10
Plafond in het Rotterdamse Stadhuis
Evers werkte in een artistiek spectrum dat een bereik had van
de ingetogen eenvoud waarin hij de kerk aan de Westvest
uitvoerde tot aan het pompeuze geweld waarmee hij het
Rotterdams gemeentebestuur overblufte. Dit overigens steeds
met dezelfde symboliek als uitgangspunt, hoezeer de beide
kerken en het Rotterdams stadhuis ook in aard, omvang
en functie verschillen. De kerken evenwichtig, smaakvol
en vanuit een voelbare geloofsovertuiging gedecoreerd,
het stadhuis met een verpletterende hoeveelheid opsmuk:
de wereldsheid ten voeten uit. En toch springen in alle drie
de gebouwen de principes van de Academie des Beaux
Arts - Evers belangrijkste inspiratiebron - direct in het oog.
Van Henri Evers zijn slechts vijfendertig ontwerpen bekend
waarvan er slechts dertien ook daadwerkelijk zijn uitgevoerd.
In die zin heeft Schiedam dus een zeldzaamheid in huis. En
binnen het gehele oeuvre van Evers zelfs een unicum, zal
iedereen meteen toegeven die als eerste het Rotterdamse
stadhuis op het netvlies heeft.
In 1855 in Ellecom geboren als zevende kind van een
kleine aannemer, was hij reeds rond de eeuwwisseling
een bewierookt en veelvuldig gevraagd lid van tal van
commissies, comités van aanbeveling en gevierd hoogleraar.
Een gelauwerd kenner van de Romaanse en Byzantijnse
klassieken, als hoogleraar een onbetwiste autoriteit aan wiens
mening het hoogste gewicht werd toegekend.
Van dit laatste slechts twee voorbeelden; Zowel in de keuze
voor J. Verheul Dz. als architect voor de befaamde - in 1887
geopende en in het bombardement van 1940 verwoeste
- Rotterdamse Groote Schouwburg als in die voor het
Vredespaleis in Den Haag, waarvoor de Fransman Louis Marie
Cordonnier werd geselecteerd, had Evers een beslissende
stem. Met als pikant detail dat ook Henri Evers zelf in een
eerder stadium een plan voor de schouwburg had ingediend
dat hij samen met J. Verheul had ontwikkeld. Dit viel echter te
duur uit. Evers' advies om dan maar door te gaan met Verheul
alleen, werd met graagte ontvangen.
Met Louis Marie Cordonnier als tegenstrever nam Henri Evers
in 1887 deel in een ontwerpwedstrijd voor de fapade van de
Dom in Milaan. Zoals bekend was met de bouw van deze
domkerk al in 1386 begonnen. Deze naderde in 1887- vijf
eeuwen later - eindelijk z'n voltooiing en wachtte op een front
dat op deze vijfhonderd jaar van onverdroten arbeid de kroon
zou zijn.
Hoewel tussen de architecten, voor zover bekend, geen
betrekking bestond, lijken beider ontwerpen wel afkomstig
van één en dezelfde tekenstift. De oorzaak ligt ongetwijfeld
besloten in de vorming van beide bouwmeesters. In Den Haag
en Antwerpen, waar Henri Evers studeerde en in Brussel,
waar Cordonnier studeerde werd het architectuuronderwijs
gegeven volgens de inzichten van de Parijse Academie des