De Van Dijks profiteerden mondjesmaat van de groeiende welvaart. In 1965 kochten ze hun eerste tweedehands tv'tje. Hun eerste auto stond in 1971 voor de deur: een rode Fiat 850, een oud beestje dat na enige tijd mankementen begon te vertonen en dat de inzittenden natte voeten bezorgde omdat de bodem lek was. In 1977 maakten ze hun eerste buitenlandse reis. Naar Mallorca. Musis 30 Wat er op de werf gebeurde was voor de werknemers slechts ten dele waarneembaar. Het terrein was enorm uitgestrekt. Ieder bedrijfsonderdeel had zijn eigen specifieke taak. Wie, zoals Leen van Dijk, in de machinefabriek werkte, kwam nauwelijks buiten. De horizon bleef beperkt tot de orders die in de eigen bedrijfshal werden verwerkt. Dat was bijvoorbeeld in de timmerfabriek niet anders. "Je wist dat je voor een bepaald schip werkte, en als je 's morgens op de werf kwam en 's avonds wanneer je naar huis ging, kon je dat schip zien liggen. Maar je zette er nooit één voet aan dek. Misschien zou je nu zeggen: ik wil het resultaat van mijn werk wel eens van nabij bekijken. Vroeger kwam zoiets niet in je op. Je was veel gauwer tevreden." De machinefabriek was continu in bedrijf. Het personeel draaide ploegendiensten. Drie ploegen wisselden elkaar af. Er werd gewerkt van half zes 's morgens tot half drie 's middags, van half drie 's middags tot half een 's avonds en van zeven uur 's avonds tot half zes 's morgens. Op zaterdag werd er doorgewerkt tot het middaguur. Een werkweek bij Wilton telde 48 uur. Uurloon bestond niet; er werd gewerkt tegen stukloon. "Je kreeg een bepaalde tijd om een klus te doen. Haalde je het niet, dan had je iets uit te leggen. Je werd niet belazerd, althans dat gevoel had ik niet, maar de calculator zat er wel eens naast met zijn tijdsberekening. Het was altijd knokken voor je geld. Je stond voortdurend onder druk. Je moest toch zorgen datje aan je tarief kwam. Het kon gebeuren dat je een klus pas op vrijdagmiddag, of zelfs na het weekeinde af had. Dan werd het geld pas aan het einde van de volgende week uitgekeerd en had je problemen met het huishoudgeld. Het was zaak ervoor te zorgen dat je vriendjes bleef met de controleur. Als je van hem niet op tijd een stempel kreeg, kreeg je ook je geld niet op tijd." Het loon werd vrijdagsmiddags door de voorman uitbetaald in de bedrijfshal. De portier bracht de loonzakjes met het geld in een metalen kist. De Van Dijks hadden geen klagen, ze konden meestal wel rondkomen. Daarbij, Rolly werkte ook. "Gekke dingen konden we niet doen, maar we hadden genoeg te eten. We gingen af en toe naar de film en een enkele keer dansen. We hielden zelfs geld over voor een fles jenever. Dat was overigens nauwelijks een luxe, in die tijd dronken meer mensen jenever dan nu. Wij hadden het goed. Veel beter dan onze ouders. Die moesten harder werken dan wij." Inmiddels was er een dochter geboren in het gezin. Dat betekende: nog beter op de centen Ietten. Maar Leen wist zich gaandeweg omhoog te werken. Toen hij voorman werd in de machinefabriek ging hij een stuk beter verdienen. En zijn salaris ging nog eens omhoog toen hij onderbaas werd. Tegen het einde van de jaren 1970 begon het werk in de machinefabriek merkbaar af te nemen. De Nederlandse scheepsbouw raakte in het slop. Zijn laatste twee jaren bij Wilton stond Leen van Dijk in het magazijn onderdelen te sorteren. De grootste klus die de werf op dat moment onder handen had was de modernisering van de Ml 13 en Ml 14, tanks van de Koninklijke Landmacht. Belangrijke scheepsbouwactiviteiten werden in 1979 over geheveld van Wilton naar de RDM aan de overzijde van de Maas. Een groot deel van het personeel verhuisde mee. Ook Leen van Dijk werd naar de overkant gestuurd. Hij ervoer het als "een hele omschakeling". Maar hij maakte nog wel promotie bij de RDM. Hij werd werkmeester en daardoor kregen ze het financieel opnieuw wat beter. De Van Dijks profiteerden mondjesmaat van de groeiende welvaart. In 1965 kochten ze hun eerste tweedehands tv'tje. Hun eerste auto stond in 1971 voor de deur: een rode Fiat 850, een oud beestje dat na enige tijd mankementen begon te vertonen en dat de inzittenden natte voeten bezorgde omdat de bodem lek was. In 1977 maakten ze hun eerste buitenlandse reis. Naar Mallorca. Ze sliepen er in "niet zo'n best hotel". Rolly vertelt: "Er lagen glasscherven onder het bed. En het matras waar onze dochter op sliep was doorgezakt. Van de hotelleiding kregen we een oude deur om ter versteviging onder haar matras te leggen. Dat hielp inderdaad. Maar die deur was nogal breed. Schoof je 'm onder het matras, dan kon de kamerdeur niet meer dicht." Ongemakken hoorden er blijkbaar bij, ook als je op vakantie was. Toch was dat krakkemikkige hotel op Mallorca al veel luxueuzer dan hun eerste vakanties in Epe. Daar hadden ze gebivakkeerd in zomerhuisjes die Wilton deelde met bakker Van der Meer Schoep. Schamel ingerichte huisjes met een wc buiten. Later hadden ze 's zomers voor een of twee weken zelfstandig een caravan of een huisje gehuurd in Zeeland. Dat was ook al weer een vooruitgang geweest, zij het dat de keuken soms buiten stond. In de jaren zestig reisden ze verschillende keren per stoomlocomotief naar Rolly's familie in Oostenrijk. Lange reizen waren dat. Eén keer kwam Leens broek zwaar onder het roet te zitten toen de trein door een tunnel reed en ze vergeten waren het raam te sluiten. Na veertig jaar in de scheepsbouw ging Leen van Dijk in 1993 met VUT. Het gezin verhuisde van het flatje in de Speenkruidstraat naar een eengezinswoning in Vlaardingen- Holy. Leen bleef een trouw bezoeker van de Wilton Auto Club, het laatste restant van de ter ziele gegane scheepswerf waar hij zijn werkzame leven heeft doorgebracht. Hoe het is als de bedrijven waar je zo hard voor hebt gewerkt, ophouden te bestaan? Leen haalt de schouders op. Hij zegt er geen hartzeer van te hebben.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2010 | | pagina 30