André Fontijne:
'Je mag toch niet zomaar
op je luie gat gaan zitten
tekst Ingrid van der Vlis
foto's: Jan van der Ploeg
André Fontijne (1939) was van 1971 tot 2008 directeur van Fontijne Grotnes, de internationaal
succesvolle machinefabriek aan de Vlaardingse Industrieweg. Het ongeschreven motto 'wij
produceren niet, wij creëren' lijkt ook op Fontijne zelfvan toepassing. Als bestuurder van
allerhande clubs en verenigingen drukte hij in deze jaren - en nog steeds - een groot stempel
op de stad Vlaardingen. Woningbouw, kerkelijk leven en het cultureel circuit - hij spant zich
er graag voor in. Zelf vindt hij dat heel gewoon. Maatschappelijk ondernemer? Het is volgens
André Fontijne een rare omschrijving. 'Je moet maatschappelijk betrokken zijn. Dat is je plicht
als inwoner. Als burger die in een stad of in een land woont, moet je iets doen. Daar hoef je
geen ondernemer voor te zijn. Je mag toch niet zomaar op je luie gat gaan zitten?'
André Fontijne werd Vlaardinger tegen wil en dank. Hij was
aanvankelijk helemaal niet van plan om naar Vlaardingen te
komen. Hij groeide op in de Schiedamse Boterstraat onder
de rook van machinefabriek Fontijne. Het familiebedrijf was
opgericht door grootvader Andries en werd voortgezet door
vader Jo en oom Bram. Het bedrijf verhuisde in 1961 naar
Vlaardingen om daar in een gloednieuw fabriekspand nog
groter te kunnen groeien. André Fontijne studeerde op dat
moment economie in Rotterdam, woonde daar ook en voelde
zich er prima thuis. Hij moest er niet aan denken om in de
voetsporen van zijn vader te treden. Fontijne: 'Iemand liet
mij weten - met de beste bedoelingen overigens - dat ik die
kans niet moest laten lopen: "ik zou in een gespreid bedje
komen". Dat was wel het laatste dat ik wilde. Dat "gespreide
bedje" werkte op mij als een lap op een rode stier. Ik wilde mij
bewijzen, ik wilde zelf iets doen.'
Het liep anders dan gepland. André Fontijne studeerde af in
1965 en kon direct bij een transportbedrijf aan de slag. Door
een ongelukkige samenloop van omstandigheden heeft hij er
slechts één maand gewerkt. Vader Jo kreeg een hartaanval,
de boekhouder nam ontslag en de steun en toeverlaat op
de administratie ging trouwen. Fontijne: 'Ik werd vriendelijk
doch dringend verzocht om in het bedrijf te komen. Mijn
financiële kennis was harder nodig dan ooit. Ik had de pest er
in, want ik voelde mij er in geluisd. Kort daarna verongelukte
ook nog eens mijn broer... het was een vreemde periode.
Achteraf heb ik er absoluut geen spijt van gehad, maar toen
kwam het allemaal rauw op mijn dak.' Het zorgde ook voor
een plotselinge verhuizing naar Vlaardingen. Dat was niet
eenvoudig, want goede woonruimte was er nauwelijks.
Met hulp van het bedrijf kwam er een nieuwe woning in de
Torenvalklaan beschikbaar. Samen met zijn vrouw trok hij hier
in; twee dochters werden er geboren.
De knop werd redelijk snel omgezet. André Fontijne: 'Als
je eenmaal ergens woont, dan moet je er wat van maken.
Vanaf mijn studententijd heb ik altijd in besturen gezeten, van
culturele verenigingen tot werkgeversorganisaties. Alleen aan
de politiek heb ik mijn vingers nooit gebrand; daar ben ik veel
te opvliegend voor. Natuurlijk kostte het veel tijd. Dat ik het
kon doen, hing ook wel van de gezinssituatie af. Mijn vrouw
heeft het al die jaren goed gevonden. Zij voedde de kinderen
op en zorgde dat thuis alles geregeld was. Zij had wel haar
eigen carrière in de kunst, maar niet een betaalde "gewone"
baan. Dat was indertijd nog een vrij gebruikelijke verdeling
van taken.'
Huisvesting
Eén van de eerste maatschappelijke acties van André
Fontijne in Vlaardingen was het helpen opbouwen van een
kerkelijke gemeente in de wijk Holy. De hervormde kerk had
hier nog geen eigen stek, waardoor de almaar groeiende
groep Holy-bewoners nog onder de wijk Bethel viel. Een
eerste houten kapel werd begin jaren 1970 vervangen door
Kerkcentrum Holy aan de Reigerlaan. Het toont meteen de
overredingskracht van Fontijne. Hij wist immers het College
van Kerkvoogden te overtuigen van de noodzaak van deze
kerk. Zelf erkent hij dat het argument dat er zoveel nieuwe
betalende leden in Holy woonden, weinig hout sneed. Deze
leden lekten immers weg uit de andere wijken.
Musis 4