De beschikbaarheid van (goedkope) industriegronden aan het diepe
water van de Nieuwe Maas, was ook Rotterdamse ondernemers in
de scheepvaart en scheepbouw niet onopgemerkt gebleven. Tal van
bedrijven in deze branche vestigden zich in de eerste decennia van
de twintigste eeuw in Schiedam. Wie als ondernemer op het gebied
van machine- en ketelbouw furore wilde maken had in Schiedam
vele kansen.
19 Musis
Andries Fontijne op zijn
Indian motor poseert met
zijn zoon Jan voor de
onderneming.
met de algemene gebeurtenissen die op dat moment
sterk de aandacht trokken. Op deze wijze verdeelt hij een
eeuw bedrijfsgeschiedenis in afzonderlijke perioden, die
hij op deze manier een stempel meegeeft. Dit maakt het
boek tot aangename leesstof voor wie een breder beeld
verlangt. Hij doet dit met smakelijke illustraties die aan elk
hoofdstuk voorafgaan. Het biedt hem ook de gelegenheid
om de verschillende hoofdstukken sterk aan te zetten met
tussentitels als bijvoorbeeld 'De vrede van Versailles', 'Indië
verloren, rampspoed geboren' en 'Goedgekeurd door het
Simplistisch Verbond'. Deze keuze maakt dat de tijdlijn in
het boek duidelijk is en een relatie kan worden gelegd met
de ontwikkeling van het bedrijf. Zo laat hij de tussentitel 'Een
gasbel van goud', dat een beeld geeft van de late jaren vijftig
van de vorige eeuw, volgen door 'Metaalbewerking in beeld',
'De bedrijfsschool: alles voor de jeugd' en 'Oude waarden,
moderne bedrijfsvoering' en wordt de tussentitel 'Een grote
sprong voor de mensheid' gevolgd door 'Het personeel in
1969' en 'Een actief personeel is het halve werk'.
Om een bedrijfsgeschiedenis levendig te houden en
interessant voor een groter publiek wordt het momenteel
als een noodzaak beschouwd, een dergelijke uitgave ruim te
illustreren. Kornaat, als bekwaam historicus die zijn sporen
heeft verdiend in educatieve projecten en tentoonstellingen
besefte dit terdege. Hij bedient de lezer dan op z'n wenken
met een intelligente keuze aan illustratiemateriaal waar
voor hij met ruime hand heeft geput uit het bedrijfs- en
familiearchief en uit algemene bronnen. Veel daarvan heeft
vanzelfsprekend betrekking op het bedrijf zelf, de gebouwde
machines, de talloze ontwerpen en de betrekkingen met
opdrachtgevers, afnemers, maar ook met de vele maatschap
pelijke organisaties waarin de familie Fontijne actief was en
is. 'Het leidt geen twijfel', schrijft Kornaat dan ook, 'dat het
ondernemerssucces van drie generaties Fontijne mede te
danken was aan hun maatschappelijke activiteiten' en noemt
vervolgens een groot aantal organisaties en projecten waarin
met name Jo en André Fontijne, veelal vanuit een bescheiden
positie op de achtergrond een belangrijke rol hebben vervuld.
Vanzelfsprekend eindigt 'Vakmanschap in vorm' met een
samenvatting van de hedendaagse activiteiten, de 'corporate
identity' en een visie op de toekomst. Kornaat weet ook
dit onderdeel goed af te sluiten. Maar al te vaak loopt een
uitgave als deze dan vast in een ongewilde reclametekst,
waarin problemen worden verkleind en de laatste resultaten
onevenredig worden vergroot. Kornaat voorkomt dit door
vooral de personen aan het woord te laten die na 2008, als
het jaar waarin het bedrijf in een Management Buy Out verder
ging als Fontijne Grotnes, met de volgende zinsnede tot
besluit: 'Je bent bij groen altijd onderweg naar rood'.
Dit maakt dat met 'Vakmanschap in vorm' Machinefabriek
Fontijne een respectabele verantwoording heeft gegeven
van honderd jaar ondernemerschap in praktijk. Een bedrijfs
geschiedenis met een voor de lokale geschiedenis niet te
verwaarlozen, documentaire waarde.