Hij kijkt met plezier terug op zijn eerste optreden "in dienst".
Er waren mooie woorden van wethouder Menno Siljee en
van bibliotheekdirecteur Karin Visser. De versierselen die bij
het ambt horen - een zwarte zijden shawl voor binnen en
een zwarte wollen voor buiten met het beeldmerk van de
stadsdichter - werden hem voor het eerst omgehangen. "Daar
had ik wel een beetje tegenop gezien", erkent hij. "Toen ik
het contract had ondertekend, dacht ik nog het zal toch geen
petje of zoiets dergelijks zijn, want dat had ik geweigerd,
maar deze shawls zijn prachtig en draag ik met trots. Ik ben
blij dat ik de functie heb aanvaard. Het stadsdichterschap
heeft gebracht wat mijn vrouw al vermoedde: een nieuwe
uitdaging. Ik heb nu al een groot aantal gedichten geschreven.
Gelegenheidswerk dat voldoet aan mijn standaard en dat
geschikt is om te zijner tijd te worden opgenomen in een
bundel. Ik ben een intuïtief dichter. In mijn 'vrije' werk speelt
rijm geen in het oog lopende rol. Ik schrijf geen gedichten over
zaken die duidelijk en klaar zijn. Ik probeer in mijn werk geen
problemen op te lossen, maar tracht, zonder emoties letterlijk
te benoemen, woorden te vinden die de essentie van een
gebeurtenis benaderen, weergeven. Ik ben nu een paar weken
op weg en heb mij voorgenomen in mijn stadsgedichten te
experimenteren met vastere vormen en rijm." De afspraak is
dat Elshout minimaal vijf gedichten per jaar zal publiceren en
hij heeft zich als taak gesteld de poëzie onder de aandacht te
brengen van een breed publiek. Over de wijze waarop hebben
de eerste gesprekken plaatsgevonden. "Ik heb een aantal
wensen en ideeën op tafel gelegd en ben benieuwd welke
er worden uitgevoerd. Op het komende Boek&Bal zal ik de
optredende dichters Ramsey Nasr, Rien Vroegindeweij en Ilja
Leonard Pfeijffer interviewen. Ter voorbereiding ben ik hun
werk aan het herlezen."
Het stadsdichterschap is een snel groeiend fenomeen. In
navolging van de benoeming van de Dichter des Vaderlands
heeft een groot aantal steden een stadsdichter benoemd.
Het idee voor Dichter des Vaderlands in zijn huidige opzet is
overgewaaid uit Groot-Brittannië, maar gaat eigenlijk terug
tot in de Romeinse tijd. In de Angelsaksische wereld wordt de
Dichter des Vaderlands Poet Laureate genoemd, hofdichter.
Deze titel gaat terug op die van 'poeta laureatus' in de
Romeinse oudheid, die werd gegeven aan dichters die als
blijk van waardering voor hun werk op het Capitool gekroond
werden met een aan Apollo gewijde lauwerkrans. Onder meer
Horatius (in 17 v.Chr.) kreeg de eer om deze eretitel te dragen.
Als vergoeding krijgt de Britse poet laureate van oudsher een
vat port en een jaarlijkse toelage. Ik vraag Elshout of het vat
jenever al is bezorgd? "Ik heb het nog niet gezien, maar eerlijk
is eerlijk het stond ook niet in mijn contract".
Voordat hij werd benoemd tot stadsdichter kende ik het
werk van Elshout niet. "Dat begrijp ik wel", zegt hij. "Als dit
het leven is" -hij spreidt zijn armen wijd uit- dan maakt de
literatuur daarvan maar een heel klein gedeelte uit". Hij geeft
enkele centimeters tussen duim en wijsvinger aan. "Poëzie
is daarin slechts een vogelpoepje en mijn werk is daarvan
niet meer dan een molecuul". Drie bundels heeft van Elshout
totnogtoe gepubliceerd: De wervels van je rug (1986), Nomade
nabij oase (2001) en Naglans (2006). Ook werden gedichten
Ik schrijf geen gedichten over
zaken die duidelijk en klaar zijn.
Ik probeer in mijn werk geen
problemen op te lossenmaar
tracht zonder emoties letterlijk
te benoemenwoorden te
vinden die de essentie van
een gebeurtenis benaderen,
weergeven.
opgenomen in bloemlezingen, ondermeer in Komrij's
Nederlandse poëzie van de 19de t/m de 21ste eeuw in 2000
en enige gedichten. "Ik schrijf veel, maar besteed ook veel
aandacht aan het 'componeren' van een bundel. Een goed
gedicht kan ik laten liggen als het niet in het geheel past. Zo
staat er in Naglans werk dat ik al jaren geleden schreef".
Elshout groeide op in Rotterdam West, de wijk rond het Grote
Visserijplein. Terwijl hij vertelt, beweegt Elshout voordurend
zijn handen, waarmee hij de woorden niet zozeer uit de lucht
lijkt te willen grijpen, als wel de lucht zodanig in beweging
te willen brengen dat de juiste woorden hem toevallen. Zijn
vader was machinebankwerker. "We hadden thuis geen
boekenkast, om mijn leeshonger te stillen ging ik naar de
openbare bibliotheek. Las boeken waar de bibliothecaresse
me nog te jong voor vond. Schrijven deed ik al voordat ik
het daadwerkelijk kon. Ik kan mij herinneren dat ik al als
kleuter kringeltjes op papier zette. Na de middelbare school
studeerde ik aan de Nutsacademie Nederlands (MOa en MOb).
Er ging een wereld voor mij open. Ik kreeg college van Frits
van Oostrom en Rein Bloem. Zij wakkerden mijn passie voor
literatuur nog verder aan. Het essay dat ik schreef op basis van
mijn afstudeerscriptie over Achterbergs Ballade van de Gasfitter
werd prompt gepubliceerd in het literair tijdschrift Bzzlletin"
Later trad hij toe tot de redactie. In het tijdschrift publiceerde
hij een groot aantal essays en verzorgde hij van 1995 tot
2004 een poëziekroniek. Voor de Haagsche Courant schreef
hij tussen 1999 tot 2005 recensies over literatuur. Sinds zijn
afstuderen staat hij voor de klas in het voortgezet onderwijs.
Als leraar Nederlands geeft hij les aan de hoogste klassen van
het havo en VWO.
Met Ron Elshout heeft Schiedam een stadsdichter benoemd,
van wie we veel kunnen verwachten. Ik kijk uit naar zijn
volgende openbare optreden tijdens Boek&Bal en naar de
gedichten die hij zal publiceren.
"Ik twijfelde er aan of ik in staat was mijn dichterschap in dienst stellen
van iets, in dit geval de stad. Iets anders dan mijn gewoonte tot dan toe,
het woorden geven aan zaken waar geen woorden voor zijn"
29 Musis
Voor meer informatie zie:
stadsdichter.bibliotheekwaterweg.nl
ronelshout.blogspot.com