Unieke geschiedenis
Midden in één van de verstedelijkste delen van Europa
steekt hier een groot, groen natuur- en recreatiegebied van
ongeveer 400 hectare meters hoog uit boven het laaggelegen
open veenweidegebied. De Broekpolder is tussen 1958 en
1976 opgespoten met slib uit de Rotterdamse haven. Deze
naoorlogse 'win-winsituatie' leverde immers gratis bouwrijpe
grond op, terwijl Rotterdam verlost was van dichtslibbende
havens. Dat slib bleek echter verontreinigd. Hierdoor waren
de woningbouwplannen, die in de zakelijke deal waren
besloten, niet uitvoerbaar. Vanaf begin jaren 1970 werd de
polder gebruikt als recreatie- en productiebos met overwegend
snelgroeiende bomen als populier en wilg. Grote percelen
werden als landbouwgrond verpacht, maar dit gebruik is tien
jaar geleden beëindigd. Het lelijke eendje is op verrassende
manier uitgegroeid, met een veelsoortig gebruik van sportveld
tot stiltegebied, en met een verrassende natuurontwikkeling.
Dit trekt inmiddels vele honderdduizenden bezoekers per
jaar uit de gehele regio. Dat kun je met recht een unieke
geschiedenis noemen.
Uniek planproces
De afgelopen jaren hebben vele Vlaardingers zich uitge
sproken over de betekenis van de Broekpolder. De ideeën
en argumenten, die naar voren zijn gebracht tijdens de vele
discussies over de toekomst van de polder, zijn terug te vinden
in het Integraal Inrichtingsplan Broekpolder (IIB). Eerder zijn
er burgernota's verschenen, actieboekjes uitgegeven (zie
bijvoorbeeld Bomengroei of Huizenbouw, vijftig jaar bestuurlijk
geploeter, Toby Witte 1998) en burgerinitiatieven ontplooid.
Eén van die initiatieven betrof een bestuurlijk experiment',
waarvoor in 2006 de Stichting Federatie Broekpolder is
opgericht. Op 22 januari 2008 hebben de Federatie en de
gemeente een convenant ondertekend, waarin wederzijdse
rechten en plichten, taken en bevoegdheden zijn vastgelegd.
De Federatie, dus de burger, neemt het voortouw bij het
genereren van ideeën en werkt samen met de gemeente op
het hoogste niveau van burgerparticipatie.
De Federatie werkt met een aantal 'Kamers', waarbinnen
regelmatig wordt gesproken over de diverse aspecten van de
toekomst van de polder (natuur, recreatie, sport en cultuur).
Het lelijke eendje is op verrassende manier uitgegroeidmet
een veelsoortig gebruik van sportveld tot stiltegebieden met
een verrassende natuurontwikkeling. Dit trekt inmiddels vele
honderdduizenden bezoekers per jaar uit de gehele regio.
Dat kun je met recht een unieke geschiedenis noemen.