De ontmoeting van Madeion Hooykaas en Elsa Wat zou er gebeuren met gevoerde telefoongesprekkenGesprekken die tot stand kwamen met behulp van satellieten? Zweven flarden gesprekken ergens rondKun je die horen en hoe zou dat dan klinken? Dat lijken kunstenaars Elsa Stansfield (Glasgow 1945 - Amsterdam 2004) en Madeion Hooykaas (Maartensdijk 1945) zich te hebben afgevraagd bij het kennisnemen van het fenomeen ruimteafval, dat er meer dan honderdduizend brokstukkenafkomstig van satellieten en rakettrappen, als afval in de magnetische baan om de aarde zweven. In het kunstwerk Hearing Voices uit 1993op dit moment te zien en te horen in De KetelFactory, hebben ze dat prachtig verbeeld. Het werk bestaat uit twee gegalvaniseerde ijzeren panelen, dat als een opengeslagen boek aan de wand hangt. Vanuit het rechterpaneel hoor je via een open speaker, die met het magnetische deel aan het ijzer hecht, zacht murmelende stemmen opdoemen en weer afsterven, terwijl je vanuit je linkerooghoek op het andere paneel, geplakt op magneetfolie, een wetenschappelijke kaart van de aarde ziet vergezeld van het ruimteafval. Het geluid komt uit gaatjes die samen het woord hearing voices vormen. Met andere woorden, je hoort watje ziet en je ziet dat je iets hoort. Beide zintuigen worden aangesproken, maar kruislings, en dat heeft een vervreemdend effect. Kunst van Stansfield/Hooykaas is gemaakt van 'pure' materialen, in Hearing Voices is dat ijzer en papier, maar in ander werk is dat graniet en staal. Ze maken gebruik van natuurkundige fenomenen, in dit geval folie dat fungeert als magneet, maar het kunnen ook antennes zijn die radiogolven opvangen, of windvanen die de wind de drijvende kracht van het kunstwerk maakt. Ook kenmerkend voor hun werk is dat het audio- en visuele technieken combineert. En niet te vergeten, de belangrijke rol die de bezoeker toebedeeld krijgt, je moet immers zelf je hoofd tussen de twee panelen houden, anders gebeurt er niets. Het werk van Stansfield/Hooykaas appelleert meestal zowel aan het oog als aan het oor. De kunstenaars maken gebruik van het vermogen van hersenen te laveren in de respectievelijk verkregen informatie en het vermogen onverwachte verbanden te leggen. Daarmee krijgt het werk een poëtisch karakter. In het werk Horizon uit 1987, ook in De KetelFactory, zie je silhouetten van mensen aan de horizon. Het grove raster van de uitvergrote video still maakt het beeld onduidelijker, het lijkt op de trillende lucht van hitte in de woestijn die de mensen op afstand zet. Alsof ze in niemandsland lopen. De begeleidende geluiden van het kunstwerk doen denken aan een radio, die bijna geen ontvangst meer heeft en op een hartslagmeter die ermee ophoudt. De geluiden komen uit een heel andere context en dat draagt bij aan de onheilspellende atmosfeer van het tafereel. En terwijl je het tafereel vanaf een afstand bekijkt, is het geluid indringend dichtbij. Als je er gevoelig voor bent, roept het werk een heleboel associaties op, zoals Dat het hier gaat om een kunstwerk van Stansfield/Hooykaas is zonder meer duidelijk. Het heeft een geëngageerd onder werp, al dan niet in een wetenschappelijk kader, in Hearing Voices gaat het over de gevolgen van de ruimtevaart en het toenemende gebruik van satellieten en daarmee de mogelijkheden voor communicatie. En tegelijkertijd vragen ze zich af of dat wel wenselijk is, of bijvoorbeeld daarmee ook de kwaliteit van de communicatie toeneemt of dat het alleen maar meer afval oplevert. En dat de gesprekken niet meer direct naar de aarde gezonden kunnen worden, maar kaatsen tegen de brokstukken en er uiteindelijk toch nog sprake is van een Babylonische spraakverwarring. Musis 18 Horizon en Daydreaming.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2010 | | pagina 18