tekst: Hans van der Sloot
foto's: Het Geheugen van Nederland,
Jan van der Ploeg en Laurens Priester
Synoniem voor jenever
In een typologische opzet stelt de auteur zijn vragen aan de geschiedenis,
analyseert de antwoorden en vindt zo de rode draad of de rode draden die
van de stad de stad hebben gemaakt die zij nu is. Een dergelijke aanpak
kan ook antwoord geven op de vraag waarom sommige steden een sterke
identiteit behouden.
41 Musis
Lebuïnuskerk bijeen waren. Als gemeentearchivaris koos Van
der Feijst voor het encyclopedisch model. Hij volgde hierin het
ook elders gehanteerde schema met vaste thema's als bestuur,
armenzorg, kerkgeschiedenis, stadsontwikkeling, handel en
nijverheid, kunst en cultuur. Hiermee geeft de Geschiedenis van
Schiedam veel informatie en is hiermee een naslagwerk van
betekenis.
Vanzelfsprekend besteedde Van der Feijst veel aandacht aan
de stichting van branderijen en distilleerderijen en vooral
de molens, maar hij legt toch niet precies bloot wat de stad
heeft gemaakt tot wat zij geworden is. Hij sneed zich daarbij
zelf ook de pas af door zijn boek te laten eindigen met het
Henk Slechte
de Laar legde uit hoe de lezer wordt teruggevoerd in de tijd
en een flaneur wordt in het Rotterdam van toen. Weliswaar
is het niet anders mogelijk dan dat de beeldselectie is gezien
met ogen van nu, maar binnen het project ligt het accent
op de ervaring van de wandelaar en de spanning in de stad
van toen die op de drempel stond van een nieuwe tijd, het
volkse karakter verenigde met mondiale en moderne handels-
en scheepvaartbetrekkingen en tegelijkertijd de gevolgen
onderging van een hevige crisis. Ook sloot hij zich aan bij de
stelling van Willem Frijhoff dat afgeronde en samenvattende
uitgaven zoals Deventer nu in navolging van steden als Delft
en Amsterdam (gedeeltelijk) bezit, de stadsgeschiedenis
voor een breed (en niet noodzakelijk alleen lokaal) publiek
toegankelijk en interessant maken. Dit laatste dankzij de
aandacht die het boek besteedt aan het functioneren van
Deventer in een zo wijd mogelijke omgeving.
In Schiedam zou het voorwerk voor een dergelijke uitgave
reeds gedeeltelijk zijn gedaan. In de jaren 1960 publiceerde
Heinrich Schmitz zijn voortreffelijke dissertatie Schiedam
in de tweede helft van de negentiende eeuw. Nog steeds een
onontbeerlijke bron van kennis over dit tijdvak en de eerste
decennia van de twintigste eeuw. Henk Slechte sloot hierop
recent aan met Staken en Stempelen dat het Schiedam van de
laatste jaren van de negentiende eeuw en het tijdperk tot aan
de Tweede Wereldoorlog uitputtend behandelt.
Daarnaast publiceerde de vroegere gemeentearchivaris Guus
van der Feijst in 1975 zijn Geschiedenis van Schiedam. En
juist de methodiek die Van der Feijst indertijd volgde werd
druk besproken onder de historici die deze donderdag in de Deventerkoek van Bussink, onderdeel van de identiteit van Deventer.