begin van de Bataafs-Franse tijd in 1795. Het moment dat de 'oude' branders- en distillateurnijverheid die nog geheel in handen was van voorname van oudsher Schiedamse families geheel verviel. Zo is de periode 1813-1850 nog onbeschreven. In deze periode zouden nieuwe (vaak Westfaalse) namen en opvattingen een nieuw jeneverimperium stichten dat in de dissertatie van Schnritz dan al geheel tot wasdom is gekomen. In een encyclopedische stadsgeschiedenis als de Geschiedenis van Schiedam zou dit een moeilijk te definiëren thema zijn. In een typologische opzet zoals de Geschiedenis van Deventer vormen die verschillende perioden een uitdaging met een eerste apotheose in de Patriottentijd en stichting van molens met namen als de Eendracht, Palmboom, Batavier en Washington en een tweede in de absolute wereldbekendheid van de naam 'Schiedam' als synoniem voor 'jenever'. In een typologische opzet stelt de auteur zijn vragen aan de geschiedenis, analyseert de antwoorden en vindt zo de rode draad of de rode draden die van de stad de stad hebben gemaakt die zij nu is. Een dergelijke aanpak kan ook antwoord geven op de vraag waarom sommige steden een sterke identiteit behouden. Zelfs als het economische tij is verlopen. Zoals in Schiedam is gebeurd na de opvolging omstreeks 1900 van de gedistilleerdindustrie als hoofdindustrie door de scheepsbouw. Nog steeds staat Schiedam te boek als jeneverstad. Ook al zijn na de Tweede Wereldoorlog tientallen distilleerderijen verdwenen of opgegaan in grotere en anoniemere organisaties en ondanks de verwoede pogingen van enkele generaties stadsbestuurders om de herinnering aan de jenever uit te wissen. Henk Slechte tot slot gaf een overzicht van de werkwijze die in Deventer was gevolgd en benadrukte hoe vanuit een typologische benadering een beeld kan worden geschetst van het verleden van een stad. Met soms - zoals in het geval van Deventer - een bijstelling van bestaande beelden. Deventer was bijvoorbeeld niet die actieve Hanzestad die de geschiedenis zo graag wil. Integendeel. De stad stelde zich terughoudend op en bleef in enthousiasme ver achter bij het gros van de partnersteden. Daar was wel een goede reden voor. Deventer was al heel lang niet meer in de eerste plaats een zeevarende stad, maar een vooral een jaarmarktstad. Dat betekende dat Deventer vooral een passieve rol in de handel speelde. Daarentegen was de betekenis van de stad als beginpunt van de moderne devotie van veel meer dan nationale betekenis. Voor de kennis van het vroegere Schiedam - en met name wat Schiedam heeft gemaakt tot de stad die wij kennen - zou een samenvattende stadsgeschiedenis van grote betekenis kunnen zijn. De auteur hebben we reeds, al hield Slechte zijn gehoor meerdere malen voor dat een plaatselijk historicus de laatste moet zijn om een dergelijke opdracht aan toe te vertrouwen. Deventer eerde de auteur overigens op bijzondere wijze. De presentatie van de Geschiedenis van Deventer was voor burgemeester A.P. Heidema aanleiding om te memoreren hoe Slechte als oud-directeur van de Deventer Musea voor historisch Deventer bijzonder veel betekend heeft. Hij stimuleerde vele verenigingen en instellingen die zich met erfgoed bezighielden, te gaan publiceren. Een aantal van die publicaties is traditie geworden: vanaf 1987 het Deventer Jaarboek, vanaf 1983 Kiek Deventer in samenwerking met de plaatselijke krant en vanaf 1989 tot 1991 Ach Lieve Tijd Deventer. Daarnaast gaf Henk Slechte ter aanvulling van de topografisch-historische atlas met afbeeldingen van Deventer en omstreken van het museum, jaarlijks enige opdrachten aan een kunstenaar om bijzondere, meestal nieuwe situaties en gebouwen in Deventer in beeld te brengen. Om die reden noemde hij het een eer aan een zichtbaar ontroerde Henk Slechte de erepenning in zilver van de Gemeente Deventer uit te reiken. Deventer was bijvoorbeeld niet die actieve Hanzestad die de geschiedenis zo graag wil. Integendeel. De stad stelde zich terughoudend op en bleef in enthousiasme ver achter bij het gros van de partnersteden. Daar was wel een goede reden voor. Deventer was al heel lang niet meer in de eerste plaats een zeevarende stad, maar een vooral een jaarmarktstad. Musis 42 Stadspenning van Deventer voor Henk Slechte

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2010 | | pagina 42