tekst: Wim Henkes 7 Musis Klankbordgroep jongerencentrum ontwikkeld die moeilijk te doorbreken valt. De jongens met de grootste bek laten de greep die ze hebben opgebouwd moeilijk weer los. Dat is een dilemma, maar doe je niets dan zullen de problemen alleen maar groter worden. En daarbij heb ik het dan nog niet alleen over de overlast die ze veroorzaken. De jongeren die aan zichzelf worden overgelaten in de anonimiteit van de moderne woonwijken, staan per definitie op achterstand'. Onderzoeker Jaap Noorda ergert zich groen en geel aan het projectencircus in de jongerenbegeleiding. Overlast voorkomen is de core business van de jongerenwerker in Nederland' concludeerde hij in een onderzoek naar het jongerenwerk in opdracht van de Maatschappelijk Ondernemers Groep (MOgroep) als brancheorganisatie voor ondernemingen en instellingen in de sector van Welzijn Maatschappelijke Dienstverlening. Dat moet ook zo blijven, is zijn mening, maar nieuwe ontwikkelingen zijn noodzakelijk. Een begin noemt hij het stellen van reële doelen, vooral als het om aantallen gaat. De toekomst van het jongerenwerk ziet hij in overlastbestrijding door talentontwikkeling. Jongerenwerkers moeten niet hoger grijpen dan hun taak: een interessante tijdsbesteding bieden en jongeren maatschappelijk wegwijs maken. Het jongerenwerk is de laatste jaren met bijna vijftig procent gegroeid. Maar dit heeft niet geleid tot een verbetering van kwaliteit en effectiviteit waar het de jongeren betreft. Verwacht wordt nog steeds dat het jongerenwerk het bestrijden van overlast tot hoofdtaak rekent om escalatie te voorkomen. 'Maar', stelt hij, 'de verwachtingen van de gemeenten zijn overdreven groot. Als er een jongerenwerker is, dan komt het goed. Maar slechts de helft van de doelgroep wordt bereikt.' Het onderzoek voor de MOgroep stelt in de samenvatting dat deze overheidsopvatting getuigt van kortzichtigheid. 'Het is scoren op korte termijn.' Het jongerenwerk heeft een veel bredere taak. Door de dagelijkse aanwezigheid in de buurt legt het jongerenwerk de basis voor succesvolle preventie door contact te onderhouden en vertrouwen op te bouwen.' Het is deze vaststelling die Menno Siljee sterkt in zijn overtuiging dat een jongerencentrum in Noord een eerste mogelijkheid is om de problemen daar efficiënt aan te pakken. En dan niet in termen van overlastbestrijding, maar in het vergroten van de ontwikkelingskansen van de jeugd. Hij onderschrijft dan ook ten volle de conclusie van Jaap Noorda dat het belangrijk is dat er een gestandaardiseerde methodiek komt voor jongerenwerk. 'Een soort basiswerker, net als huisartsen en leraren. Natuurlijk moet elke gemeente het jongerenwerk aanpassen aan de aard van de doelgroep. Maar nu zijn er fundamentele verschillen in de uitvoering van het jongerenwerk, bijna per regio. In de ene gemeente doet de jongerenwerker ook aan individuele begeleiding. In de andere gemeente is ook arbeidstoeleiding een taak. Dat is niet de bedoeling. Het basismotief voor jongerenwerk was en is nog steeds preventie van overlast door begeleiding bij vrijetijdsbesteding en toekomstplannen aan de jeugd die dat nodig heeft. Het blijkt dat een op de vijf jongeren jongerenwerk wil.' In Schiedam-Noord is dat cijfer niet anders.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2010 | | pagina 7