Museum vondsten
Nogmaals Spieringshoek
tekst: Jeroen ter Brugge
Het maartnummer van Musis liet een serie van vier gewassen pentekeningen van de buitenplaats
Spieringshoek zien die het Rijksmuseum onlangs uit een particuliere verzameling verwierf. Samen met
de al langer bekende afbeeldingen in de collectie van het Gemeentearchief Schiedam bieden die een
gedetailleerd en tot de verbeelding sprekend beeldverhaal. Bij de zoektocht naar 'museumvondsten'
dook er in het Gelders Archief onverwacht toch nog één op.
Het Gelders Archiefbezit een uitgebreide collectie gravures en
originele tekeningen van de hand van Cornelis Pronk (1691-
1759). De vele kastelen en landhuizen/buitenplaatsen trokken
hier, zoals ook in andere gewesten, zijn aandacht. Daarnaast
legde hij ook tal van dorpskernen vast. Pronk was niet alleen
een zeer kundig kunstenaar, gespecialiseerd in topografische
afbeeldingen, ook was hij zeer productief. Dat zagen we al bij de
vier tekeningen van Spieringshoek, die hij rond 1745 vervaardigde.
In de 'Pronkcollectie' van het Gelders Archief zit één buitenbeentje.
Het betreft een gezicht op de achtergevel van een buiten met de
titel 'Spieringerhoek', oftewel Spieringshoek. Mogelijk heeft een
ijverige archivaris getracht zo veel mogelijk Pronktekeningen
voor Gelderland te verzamelen, of deze kwam samen met enkele
andere werken van zijn hand binnen. Hoe het ook zij, het handelt
om de Schiedamse buitenplaats. Het intrigerende is dat de
tekening grote overeenkomsten toont met één van de vier andere
Pronktekeningen van Spieringshoek. De hoek van waaruit het huis
is vereeuwigd, is vrijwel dezelfde. Het Amsterdamse exemplaar
heeft net iets meer voorgrond, waardoor een beeldengroep van
putti en een (natuurstenen?) trappetje te zien is. De ovale vijver
is hier bovendien in zijn geheel met muurtjes en hagen te zien.
Dat de ene niet een kopie van de andere tekening is, bewijzen
de afgebeelde personen. Bij het Amsterdamse exemplaar op de
voorgrond een wandelend paar, op het Gelderse twee zittende
mannen, terwijl ook de figuren op de achtergrond een andere
positie hebben. Daarnaast is een aantal details in de gebouwen
onderling afwijkend, zoals de risalieten (vooruitspringende
baksteenkolommen in de achtergevel), de raamverdeling binnen
de kozijnen op de bei-etage en het torentje en de trekstang van
één van de schoorstenen. Maar dit zijn slechts details. Het is
treffend hoe het gebouw verder gelijkend is weergegeven. Veel
details komen namelijk wel overeen: het aantal en de vorm van
de geschoren sierbomen, de geornamenteerde dakkapellen, de
balustrade op het dak en het bankje met siervaas aan het kopse
einde van de vijver. Vermoedelijk dateren de beide tekeningen dan
ook van ongeveer dezelfde periode (circa 1745). Beide gewassen
pentekeningen zijn van een grote technische kwaliteit, maar toch
is het de vraag of de Gelderse wel van Pronk is, zoals die te boek
staat. De weergave van de ruitjes in de ramen, de blaadjes aan
de takken, maar vooral die van de twee mannen vooraan, wijken
af van het andere werk van Pronk. De kleding mist een zekere
dimensie, wat zeker ook voor de benen en schoenen geldt. Het
is echter niet uit te sluiten dat de tekening (21,3 x 14,7 cm), die
kleiner is dan de Amsterdamse serie, toch van zijn hand is. De
onzekere toeschrijving doet niets af aan de historische waarde
en aantrekkelijkheid van de afbeelding. Het aantal betrouwbare
tekeningen is op de vingers van één hand te tellen. Wel bevindt
zich in het Gemeentearchief Schiedam een reeks tekeningen
en aquarellen, die trachten te verbeelden hoe het huis er in
de middeleeuwen en kort daarna heeft uitgezien. De fantasie
is daarbij echter geheel op hol geslagen, met kasteelachtige
constructies die hun bouwhistorische weerga niet kennen.
Het is nog steeds te hopen dat binnenkort iemand opstaat om de
ongetwijfeld interessante geschiedenis van de rond 1850 gesloopte
buitenplaats Spieringshoek eens onder de loep te nemen. De
aanstaande ruimtelijke ontwikkelingen zullen hun weerslag
krijgen en dan kan de historische beladen ondergrond bij de
plannenmakerij een inspiratiebron blijken te zijn. Een bevlogen
geschiedenisdocent van Scholengemeenschap Spieringshoek
misschien?
Musis 24