L.A.F. Barjesteh van Waalwijk van Doorn en C.E.G. ten Houte de Lange, Honderd Schiedamse families van 1795 tot 1940. Uitgave Barjesteh van Waalwijk van Doorn Cos Uitgeversmaatschappij. Gronsveld en Rotterdam 2010. 70 De tentoonstelling Rijkdom van de stad is in het Jenevermuseum, Lange Haven 74-76, te bekijken tot 30 januari 2011. De tentoonstelling zou het welvaartsniveau duidelijk moeten maken. Een thema dat daarbij zou kunnen helpen maar op de tentoonstelling pijnlijk ontbreekt, is wonen. 39 Musis (1828-1909). Hij kwam in 1880 uit Zeeland en werd in 1887 hoofdopzichter bij de kaarsenfabriek Apollo. Ingelse was in 1896 het mikpunt bij de eerste werkstaking in Schiedam. Drie zonen hebben de machinefabriek Ingelse Co opgericht, die later als N.V. Stoomketel- en Machinefabriek landelijk bekend was. De - protestantse - familie maakte ook naam in het in Schiedam populaire cricket, wat blijkt uit de aanwezigheid op de tentoonstelling Rijkdom van de stad van de memoires van cricketer Daan Ingelse. Als laatste voorbeeld de familie Melchers die zoals veel families halverwege de achttiende eeuw uit het Münsterland naar Schiedam kwam, en al sinds de vroege negentiende eeuw tot de aanzienlijkste katholieke families van Schiedam behoort. De familie Melchers begon in de kuiperij en de fusthandel en investeerde de opbrengst in branderijen en distilleerderijen, waarvan de bekendste merken Olifant en Locomotief zijn. Van de huidige generatie is Jos (1921) behalve oogarts een verdienstelijk beeldend kunstenaar die ook kinderpostzegels heeft ontworpen, en was Rein (1925) tot 1981 directeur van R Melchers BV die het merk Locomotief maakte. Hij was ook de drijvende kracht achter het Jenevermuseum en actief verzamelaar van alles wat met de gedistilleerdindustrie te maken heeft. Ook de familie Melchers is verwant aan tien van de honderd families in dit boek, zoals Meijer, Engering, Beukers, Smits, Van der Burg, Nolet, Jansen, De Groot, Wittkampff, Van Gent en Rozenstraten. De auteurs hebben het ongelofelijke gepresteerd: de genealogieën van honderd families, compleet met sociale en professionele details en duidelijke verwijzingen naar de andere families. Leo Barjesteh van Waalwijk van Doorn benadrukt dat hij dit boek alleen kon maken, omdat het Gemeentearchief Schiedam al heel ver is met het digitaliseren van zijn bestanden. Hij had 's nachts in Limburg voor zijn beeldscherm vaak het gevoel dat hij de enige bezoeker van het Gemeentearchief was. Voor de gebruiker ontbreekt er echter wel wat aan het boek. Dat is natuurlijk allereerst de index op namen, maar wie meer wil weten over bijvoorbeeld de bedrijven van de families, stuit ook op de gebrekkige verwijzing naar relevante literatuur. De literatuur waarnaar de auteurs aan het begin van de meeste genealogieën keurig verwijzen, is nagenoeg alleen genealogisch. Het is jammer dat ze niet de moeite hebben genomen ook andere literatuur te noemen. Misschien een tip voor deel II: neem behalve een gedetailleerde index ook een beredeneerde literatuuropgave op met meer dan alleen genealogische literatuur. Het zal de bruikbaarheid van dit indrukwekkende boek vergroten! De tentoonstelling Rijkdom van de stad is gebaseerd op en sluit aan bij het boek. Herkenbare thema's als geboorte, overlijden, huwelijk, opleiding, geloof, welvaart en verval spiegelen - nostalgisch - de geschiedenis van Schiedam in de achttiende en vooral de negentiende eeuw aan die van de honderd families die samen de stad hebben gemaakt tot wat die in de negentiende eeuw was en eigenlijk nog steeds is. Dat gold voor families die al langer in Schiedam woonden, werkten en bestuurden, zoals Knappert, Loopuyt, Mak, Pichot, Van der Schalk en Rijnbende, maar ook en wellicht nog meer voor de nieuwe families die hun welvaart vooral aan de jeneverindustrie dankten. Op de tentoonstelling vallen een paar dingen op. In de eerste plaats de eenvoud van het leven van de families of wellicht hun zuinigheid. Er zijn nauwelijks voorwerpen die de indruk wekken van welvaart die boven die van de gemiddelde burgerfamilie uitstak. Dat kan de werkelijkheid zijn, maar het kan ook aan de selectie of de beschikbaarheid liggen. Bijvoorbeeld de portretten, meestal een redelijke graadmeter voor welvaart en smaak. Langs de wanden en aan schotten hangen portretten van leden van de families Rijnbende, Pigeaud, Gips, Beukers, Pichot, Jansen en Nolet. Van al die portretten zijn alleen de twaalf pastels van de familie Pichot van een interessante portrettist, P.F. de la Croix (1709-1782), de schoonvader van de schilder Jan van Os. De tentoonstelling zou het welvaartsniveau duidelijk moeten maken. Een thema dat daarbij zou kunnen helpen maar op de tentoonstelling pijnlijk ontbreekt, is wonen. Er staat een leunstoel uit 1882 uit het kantoor van brouwerij De Griffioen van Van der Schalk, maar de bezoeker krijgt geen inzicht in het interieur van de families, bijvoorbeeld met een stijlkamer. Het woord Rijkdom uit de titel blijft hiermee wat in de lucht hangen. Het enige dat de tentoonstelling echt duidelijk maakt, is de verzwagering van de families. Dat gebeurt in de thema's geboorte, huwelijk en overlijden. Vitrines vol trouwboekjes, foto's en drukwerk maken duidelijk dat de leden van de honderd families onderling trouwden. Opvallend is ook de herkomst van veel voorwerpen en papieren. Particuliere - Schiedamse - collecties moeten nog een enorme en interessante rijkdom aan persoonlijke papieren en foto's bevatten. Een paar voorwerpen trekken nadrukkelijk de aandacht. In de eerste plaats een mooi drieluik (email) met in het centrum Christus aan het kruis en links St. Liduïna. Het is ontworpen en gemaakt door Jos Melchers en komt uit diens collectie. Interessant zijn de balken van de boerderij van de familie Vredebregt in Wellingholzhausen in Nedersaksen (Duitsland) uit 1850. Bij een restauratie van de boerderij in 1970 zijn deze verwijderd en bij de huidige eigenaar terechtkomen. Uit die balken blijkt dat de spelling van de familienaam in 1770 Fredebrecht was. Tenslotte een kritische opmerking aan het adres van het museum. Veel teksten zijn onvolledig en moeilijk leesbaar. Zo ontbreken jaartallen waar die wel hadden moeten en kunnen staan en zijn de bruikleengevers alleen met een vergrootglas te lezen. Het is een hoopvol teken dat het Stedelijk Museum en het Jenevermuseum meewerken aan een gewone historische tentoonstelling, maar dat moet wel zorgvuldig

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2010 | | pagina 39