De weg terug naar een Schiedamse traditie tekst: Hans van der Sloot foto's: Roel Dijkstra, Jan van der Ploeg, Geheugen van Nederland Herman Jansen is als distilleerderij en likeurstokerij terug in Schiedam. Na enkele decennia te hebben gewerkt onder de koele en weinig tot de verbeelding sprekende lettercombinatie UTO, heeft de zesde nazaat van de uit Westfalen afkomstige Pieter Jansengrondlegger van een van de oudste distilleerderijen en likeurstokerijen in Nederland het besluit genomen om terug te keren tot de in Schiedamse distillateurskringen zo vertrouwde naam. Aan het besluit om de naam Herman Jansen in ere te herstellen ligt gedeeltelijk ook een persoonlijke wens van de vader van de huidige bewindvoerder Dick Jansen ten grondslag. Halverwege de jaren '80 van de vorige eeuw, drong deze erop aan dat het bedrijf opnieuw een echte Schiedamse moutwijnjenever op de markt zou brengen. Een onder de strenge eisen van het in 1902 ingestelde 'garantiezegel op de echtheid van de Schiedamsche genever' gestookte jenever, waarvan de grootvader van Dick Jansen - ook al een Herman - één de grondleggers was. In de jaren I960 vulde distillateur Jan Wittkampf zijn laatste fles 'echte Schiedamsche jenever' af. Hiermee zou het bestaan van de meest karakteristieke Schiedamse jenever ten einde zijn geweest als vader Herman Jansen niet anders had gewild. Het garantiezegel is wettelijk beschermd en draagt de handtekening van burgemeester en gemeentesecretaris op een genummerde sluitstrook over de kurk. De wederopstanding van deze jenever mocht Herman Jansen echter niet meer meemaken. Drie dagen voor het stoken van het eerste bestnat (de moutwijn waaruit de distillateur de jenever stookt) overleed hij. Wel had hij een sturende hand (en neus) gehad in het herontwikkelen van de receptuur en stookprocedure voor een nieuw ingerichte branderij-distilleerderij voor het alleroudste type Schiedamse jenever. Marten Toonder Vijftig jaar na de eerste kennismaking herinnerde stripauteur Marten Toonder zich nog het kennismakingsgesprek met Herman Jansen in de nazomer van 1943. Tegen de biograaf van Hans Kresse, die samen met Marten Toonder het vader schap deelt van de Louter Kabouter vertelde hij: 'De heer Jansen was een innemende man, die een ouderwetse hoffelijkheid aan een voorzichtig woordgebruik paarde. Daardoor liep het gesprek enigszins uit toen hij de fijne knepen van de drankbereiding belichtte. Iedere jenever is nog geen jenever, hield de heer Jansen ons voor. De echte moet rijpen op het fust. Jaren en jaren. Op de juiste temperatuur en met de samenstelling die hem zijn eigen karakter geeft. Ieder merk heeft zijn eigen smaak, tenminste dat was zo vóór de oorlog. Een eigen karakter dat wordt verkregen door recepten die voor iedere soort verschillend zijn. Geheime recepten natuurlijk, die gaan over van vader op zoon, dat gingen ze tenminste. Maar ach, tegenwoordig is dat rijpen er niet meer bij...' Toonder beschouwde die laatste opmerking als terloops. Ten onrechte. Herman Jansen bleef er zijn leven lang van overtuigd dat er een weg terug moest zijn naar vroegere tradities en kwaliteitsopvattingen. De tijd heeft Herman Jansen in het gelijk gesteld. Voorzichtig keert het publiek terug naar jenevers met een ambachtelijke achtergrond. Karakteristieke smaken mogen weer na een lange periode, waarin de Hollandse jenever jonger en jonger werd en uiteindelijk geheel in de mix met vruchtensap en 23 Musis

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2011 | | pagina 23