Handling 1 Drukwerk I Mailing Postbezorging Houtindustrie
Groen- en Milieuservices Uitzendkrachten Detachering Enquêtes
Bedrijfsinformatie Arbeidsintegratie
Tel. (DID) 204 10 00
te jong; dat ze in haar vroege jeugd op een boerderij heeft
gewoond kan ze zich nauwelijks herinneren. Wel weet ze nog
dat later alle kinderen in de weekends in de tuin aan het werk
werden gezet. Om bonen te plukken voor de weck. Of om
kersen te plukken en te ontpitten. "Onze kleren zagen rood
van het kersensap."
Limburg kende in die jaren nog een echt plattelandsleven.
Tradities van eeuwen her werden in het gezin Habets
hooggehouden, 's Avonds zaten alle gezinsleden onder het
lamplicht rond te tafel te handwerken. "De naaimachine stond
altijd op tafel," vertelt Jackie. "We waren een heel creatief
gezin, ledereen was even handig met naald en draad. Niet
alleen moeder en onze oudere zus, maar zelfs vader, en ook
onze broer. Van mijn broer heb ik geleerd hoe je een broek
moet naaien. Daar had hij een heel goed inzicht in," zegt
Juliette.
Twee van de vier kinderen zijn, na wat omzwervingen,
teruggekeerd naar hun geboortestreek in Limburg en daar
voorgoed gebleven. Juliette en Jackie daarentegen hebben
nooit spijt gehad dat ze naar de Randstad zijn getrokken.
Jackie: "Je wilt toch op een bepaald moment je blik verruimen.
In dit deel van het land word je met veel meer facetten van
het leven en van de maatschappij geconfronteerd." Juliette:
"Het is daar toch een beetje bekrompen, ja, dat mag je wel
zeggen." Jackie: "En er is heel weinig werk in Limburg. Dat
vind je eigenlijk alleen in de diensteneconomie. In de creatieve
economie is er helemaal niets." Juliette: "Sinds de mijnen dicht
zijn, is de Limburgse economie zo goed als dood. Je hebt DSM,
maar ook daar zijn nu mensen boventallig."
Juliette nam afscheid van haar geboortegrond toen ze in
Wageningen agrarische sociologie ging studeren. Ze ervoer
Wageningen als een links bolwerk en vond dat niet onprettig.
Mogelijk ligt het aan de katholieke inborst van Schiedam dat de
Limburgse zussen zich er direct thuisvoelden. "Waarbij me opvalt
dat Randstedelingen heel toegankelijk zijn. Misschien wordt een
buitenstaander hier wel makkelijker geaccepteerd dan in Limburg.
Daar tel je niet mee als je niet van dezelfde soort bentzegt Jackie.
Jackie herinnert zich vooral dat ze kleertjes maakte voor haar
Barbiepoppen. Dat ze later hoeden is gaan ontwerpen, heeft
ze waarschijnlijk te danken aan een oma die ook altijd in de
weer was met hoeden en handschoenen. Die grootmoeder
had het, net als de rest van de familie, niet erg breed.
Bij fourniturenwinkels kocht ze lintjes en lapjes om haar
bestaande kleding zo te vermaken, dat die er weer als nieuw
uitzag.
De woonkamer thuis had soms veel weg van een kleding
atelier. Er werd wol gesponnen en kant geklost. Altijd was er
wel iemand bezig een trui te breien. Van zelfgesponnen wol.
Jackie: "Met Sinterklaas kregen we allemaal een breidoos.
Zelfs vader." In de tuin stonden teilen water in allerlei kleuren
waarin kleding werd geverfd.
Al op de middelbare school was zij, ondermeer onder invloed
van de docent maatschappijleer, vertrouwd geraakt met het
linkse gedachtegoed. Ze wilde in de ontwikkelingshulp ("Toch
een soort missionarissenwerk," zegt haar zus), maar zag
tijdens een reis naar Sri Lanka en India zoveel armoede en
onrecht, dat ze besloot advocaat te worden. Sociaal onrecht
laat zich het best bestrijden vanuit de rechtspraak, redeneerde zij.
Na haar studie rechten in Nijmegen, halverwege de jaren
tachtig, heerste in Nederland economische malaise; ook voor
academici was er weinig werk. Zo kwam ze in Rotterdam
terecht: Bureau Rechtshulp, dat bijstand verleende aan
minder draagkrachtigen, zocht een advocaat. Enkele jaren
later verhuisde ze naar Schiedam om daar in dienst te treden
van het Schiedamse bureau voor rechtshulp. Een van haar
www.bgs-schiedam.n
Musis 6
BERCKENRODE GROEP SCHIEDAM