Vlaardingen
heeft nu ook zijn
monumentale prentenboek
tekst: Henk Slechte en Laurens Priester
foto's: Stadsarchief Vlaardingen
De bewondering geldt al meteen de royale inleiding van Jeroen
ter Brugge. Hij beschrijft beeldend hoe vreemde bezoekers
naar Vlaardingen keken, hoe reisgidsen en zakatlasjes hen
attent maakten op de bezienswaardigheden van de stad, en
hoe en door wie de stad zoals zij die tijdens hun meestal
korte bezoeken zagen, is afgebeeld. Het inleidende artikel
neemt de lezer ook verder zorgzaam aan de hand met een
beschrijving van de Vlaardingse topografie door de afgebeelde
eeuwen heen, en geeft informatieve overzichten van de
geschiedenis, de folklore en de economie van de stad, opdat
de bekijker van de tekeningen en prenten die in de tijd en de
context kan plaatsen. Natuurlijk komt de visserij uitgebreid
aan bod, en speelt die ook op de tekeningen en prenten net
zo'n vooraanstaande rol als de jeneverindustrie op die in
de Schiedamse voorganger. Opvallend is wel dat de visserij
vooral prominent aanwezig is op de oudere prenten en
tekeningen en steeds minder naarmate de tijd voortschrijdt.
De inleiding is ook doeltreffend geïllustreerd, onder meer
met een veelzeggende houtgravure die graficus Jan Bertus
Heukelom (1875-1965) in 1911 heeft gemaakt voor een Franse
reisgids. Helaas is Heukelom niet opgenomen in het overzicht
van kunstenaars.
Daarna scheiden zich de wegen van het Schiedamse en het
Vlaardingse boek. Waar Schiedam tekort schoot door de lezer
(m/v) wel uit te leggen dat het boek hem of haar meeneemt
op een wandeling door de stad die begint bij zijn oorsprong
en eindigt in de nieuwbouw, maar dat niet vergezeld doet
gaan van een overzichtskaart, overdrijft Vlaardingen toch licht
door plattegronden af te drukken van alle wijken en daarop
de nummers af te drukken van de tekeningen en die op de
pagina's ernaast te vermelden. De samenstellers gaan nog
wat verder in hun lovenswaardige streven naar perfectie, met
gereconstrueerde vogelvluchtillustraties van Vlaardingen in
3500-2500 voor en 1000 na Christus. Zelfs Vlaardingen 'rond
1712' is op die manier afgebeeld.
Ook daarna is de aanpak verschillend. Schiedam heeft
gekozen voor het onderbrengen van de tekeningen en prenten
in rubrieken, waarvan Het begin van de stad de eerste is en
Kethel en Sveaparken de laatste. In die rubrieken worden
wijken en buurten in de vorm van een stadswandeling
verbeeld zonder dwingende chronologie binnen de wijk of
buurt. Dat doen de Vlaardingse samenstellers anders. Zij
beginnen met de oudste afbeeldingen en rukken geleidelijk
op naar de dag van vandaag, of in dit geval naar een
gouache van Cor Maarleveld van 11 augustus 2010. Van
een inhoudelijke of topografische structuur is dan ook
geen sprake. Dat verklaart de Vlaardingse ondertitel
De voortgang van Vlaardingen, maar is naar de mening van
De verschijning van Het Groot Schiedams
Prentenboek met de even eenvoudige als
doeltreffende ondertitel De verbeelding
van Schiedam in december 2007 leidde tot
hevige jaloezie in buurstad Vlaardingen.
Jan Anderson feliciteerde Schiedam op
16 januari 2008 in een ingezonden brief aan
Het Nieuwe Stadsblad en ondertekende zijn
brief met 'Een jaloerse Vlaardinger'. Dat
heeft Vlaardingen zich aangetrokken, want
op 19 november 2010 kreeg burgemeester
T.P.J. Bruinsma het eerste exemplaar
uitgereikt van, jawel, Het Groot Vlaardings
Prentenboek. Dat boek heeft dezelfde
vormgeving en drukkwaliteit als zijn
Schiedamse voorganger maar telt 44 pagina 's
meer en heeft een andere ondertitel die,
gezien de opzet van het boek, even logisch
is als de Schiedamse: De voortgang van
Vlaardingen. De beide samenstellers van
de Schiedamse voorganger konden hun
nieuwsgierigheid nauwelijks bedwingen.
Ze bekeken en lazen met stijgende bewon
dering, en soms een sprankje afgunst, de
Vlaardingse opvolger. Het boek is zo dik
en bevat zoveel tekst dat het even duurde,
voordat ze daarmee klaar waren
Musis 14