Museum vondsten
A TRIP TO YLAARDINGEN
Some of the Peculiarities of the
Quaint Dutch Village.
A CAMERA DRAWS A CROWD
Wereldnieuws
tekst: Jeroen ter Brugge
Tlie Scrubbing of Streets by Women on
Saturdays Is Still the
Fashion.
|«l
Musis 26
C/}
03
I
I
De titel van deze 'museumvondst' is wat suggestief,
maar het gebeurt niet iedere dag dat Vlaardingen de
New York Times haalt. En als u dat al kan hebben, is een
krantenartikel ook al een museumobject? Ik ben daar een
groot voorstander van, ja. Schrik niet, de komende edities
van Musis zullen niet gevuld worden met knipsels. Nu
echter een uitzondering, die visueel misschien dan niet
de meest in het oog springende is, maar wel het kernpunt
van een (stads- of historisch) museum raakt: verhalen
vertellen. En dan het liefst verhalen die het karakter van
de stad een beetje openleggen. Gratis en voor niets zijn
deze tegenwoordig op internet raadpleegbaar. Hoewel
historici die uitsluitend van het gedrukte woord en de
archieven gebruik maken van een uitstervend soort zijn,
wordt deze mogelijkheid nog weinig gebruikt. Niet dat
het wereldwijde web een bron op zichzelf is, maar wel
biedt het de gelegenheid eerder ontoegankelijke bronnen
thuis in de studeerkamer te bestuderen. Als voorbeeld een
karakterschets van Vlaardingen in 1899. Als een topje van
de ijsberg.
Kinderen vertellen de waarheid, maar als het om vastgeroeste
gewoonten en alledaagse handelingen gaat, bieden buitenlandse
gasten even zozeer een spiegel. Weliswaar vaak gekleurd
vanuit hun eigen, even subjectieve, perspectief, maar toch.
Zo ook 'mevrouw Hanken-Parker', die in februari 1899 het
uitgebreide artikel in de New York Times schreef. Tussen 1897
en 1904 publiceerde ze verschillende artikelen over Nederland
en de Nederlanders, terwijl ze ook het fototoestel hanteerde.
Vermoedelijk als vaste correspondent in Nederland doet zij
ook Vlaardingen aan. Ze blijkt in gezelschap van een Franse
kunstenares die haar schetsboekje had meegenomen. Van
het schetsen en fotograferen komt maar weinig. Een schare
straatjongens achtervolgt de dames, die ongetwijfeld een niet
alledaagse verschijning vormen. Steeds als Hanken-Parker
een foto tracht te maken (toen nog met statief en zware
platencamera) springen de jongens voor de lens, vragende
of ze mogen poseren. Dat de journaliste hier niet op zit te
wachten, mag duidelijk zijn, maar ze heeft een oplossing
voor het probleem. Ze maakt hen wijs dat de camera van het
nieuwste Amerikaanse type is, die juist alles aan de achterkant
vastlegt. Het werkt maar even, al snel begrijpen de jongens
dat ze in de maling worden genomen. En net zo snel voelt ze
zich als in de Hamlet 'the observed of all observers'. Samen
met haar metgezel is ze met de trein aangekomen en een
haringkruier die ze bij aankomst treffen, maakt hier in de
stad bij iedereen die het maar horen wil melding van. Als ze
even achter de Westhavenkade een straatje inlopen, wacht
een vrouw die rustig over haar halve deur leunt hen al op.
Ze geeft ze geen kans om te ontsnappen en voert ze haar
huisje ('anderhalve verdieping hoog') in. Trots als ze is op
haar spulletjes laat ze die omstandig aan de gasten zien. Het
valt Hanken-Parker op dat alles even zorgvuldig gepoetst en
blinkend is. Van de mahoniehouten stoelen tot de glimmende
koperen doofpot. Dat niet alleen bij deze Vlaardingse alles spie
en span is, blijkt als ze later opgelucht weer verder kunnen
lopen en voor de ramen van alle huizen het glimmende
koper zien staan. Dat naar binnen kijken, kost overigens wat
moeite, want het is zaterdagmiddag en dan worden de straten
geboend. Niets en niemand ontziend, wordt het water lustig
over de klinkers gegooid, gevolgd door een regiment nijvere
bezems. De rode straatstenen blinken net zo hard als de
oorijzers die de Vlaardingse vrouwen dragen.
Geen 'grote geschiedenis' misschien, maar wel een treffend
sfeerbeeld, dat aansluit bij andere contemporaine waarne
mingen. Oh ja, over Schiedam wemelt het ook van de
berichten in de New York Times