tekst: Jeroen ter Brugge foto: Clea Betlem Anderson en zijn bestuur verdienen een compliment voor het initiatiefeen eerste stap naar volledige ontsluiting van de collecties waar zoveel belangstelling voor bestaat. En bij voorkeur natuurlijk in samenwerking of samengaan met het Museum Vlaardingen. Zeker in deze politiek hectische tijden. Streekmuseum jan Anderson, de proef met Adlib die het Museum Vlaardingen een jaar of vijf geleden voor Anderson deed terzijde gelaten. De invloed van Peny Moree, bestuurslid van de Stichting Collecties Jan Anderson die ooit het beheer over de gehele collectie krijgt, laat zich hier merken. Als voormalig zakelijk directeur van de Koninklijke Bibliotheek kent hij als geen ander het belang van een goede en bruikbare ontsluiting van een schier onuitputtelijke verzameling. De goedbedoelde praktijk die Anderson er op nahield, was er één van notities op strookjes papier, klein beschreven schriftjes en etiketjes, uitsluitend in zijn eigen priegelhandschrift. Daarnaast is een wereld aan wetenswaardigheden over de objecten zelf en hun herkomst tussen zijn oren opgeslagen. Juist die laatste informatie is van groot belang voor de waardestelling van de collectie maar ook het gebruik ervan in de toekomst. Een toekomst waar, hopelijk nog lang na heden, Jan Anderson op enig moment geen onderdeel meer van uitmaakt. Het door het Streekmuseum in gebruik genomen Adlib registratiesysteem zou vooral ingezet moeten worden om die kennis vast te leggen voor het te laat is. Uiteraard in combinatie met basale gegevens over de objecten zelf. En uiteindelijk ook op het internet toegankelijk maken natuurlijk, gezien het streven een groot publiek te bereiken. 29 Musis Perry Moree, initiatiefnemer van de inventarisatie van de Collectie Tweede Wereldoorlog van Jan Anderson, in zijn natuurlijke omgeving.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2011 | | pagina 29