[chanti/lm
?i:JrnUu ?u CkctlcaiC
Aj ;fctmi/
Pas onder tsaar Alexander II verhuisde de bibliotheek in
1861 naar de inmiddels al tweemaal uitgebreide Nationale
Bibliotheek, en daar is ze nog steeds. Een bezoek aan deze
bibliotheek is interessant. De conservator van de bibliotheek
die tevens directeur is van het Voltaire Studiecentrum van
de Nationale Bibliotheek, spreekt Russisch en gebeeldhouwd
maar wel sterk 18de eeuws klinkend Frans. Dat krijg je
waarschijnlijk van de jarenlange dagelijkse omgang met
Voltaire en diens boekerij. Dankzij een bevriende tolk wordt
duidelijk waarom de bibliotheek zo belangrijk is en waarom
Catharina met de aankoop ervan - onbewust - de wetenschap
een grote dienst heeft bewezen. Voltaire maakte in ieder
boek dat hij las aantekeningen in de marge. Hij deed dat bij
passages die zijn aandacht trokken, waarmee hij het grondig
(on) eens was of die hij wellicht ooit nog voor eigen latere
publicaties dacht te kunnen gebruiken. Een mooi voorbeeld
is Elementa chemiae van de beroemde Nederlandse medicus
Herman Boerhaave, waarnaar in Schiedam niet voor niets een
straat is genoemd. Voltaire maakte zijn aantekeningen in de
tekst: Henk Slechte
te beheren. Iedereen die belangstelling had, kreeg toegang tot
haar nieuwe intellectuele speelgoed. Aan het eind van haar
leven besloot ze zelfs om een nationale bibliotheek te stichten,
waarin de ruim 40.000 banden die haar bibliotheek telde
onderdak konden vinden. Deze bibliotheek was in 1795 klaar
en was de eerste voor het publiek toegankelijke nationale
bibliotheek ter wereld, maar de bibliotheek van Voltaire
bleef voorlopig nog wel in de Hermitage. Haar zoon Paul I
haatte zijn moeder en wilde alles wat aan haar herinnerde
ongedaan maken. Hij sloot de bibliotheek van Voltaire voor
het publiek. In die bibliotheek zaten immers ook brieven van
Voltaire aan Catharina en hij vreesde dat er geheimen zouden
kunnen uitlekken. Haar kleinzoon Alexander I daarentegen
vereerde zijn grootmoeder, en heeft de bibliotheek in de
Hermitage een nieuw en riant onderkomen gegeven, maar
haar niet overgebracht naar de Nationale Bibliotheek. Diens
zoon Nicolaas I verafschuwde Voltaire, omdat hij in hem een
wegbereider zag van de Franse Revolutie en zelfs van de
Decabristenopstand waarmee hij in 1825 zelf geconfronteerd
was. Hij sloot de bibliotheek opnieuw, maar maakte wel
een uitzondering voor de dichter Alexander Pusjkin die de
manuscripten van Voltaire's Geschiedenis van Rusland onder
Peter de Grote wilde bestuderen.
om van het kasteel Ferney bij Geneve, waar Voltaire de laatste
twintig jaar van zijn leven had doorgebracht en waar zijn
bibliotheek stond, een replica te laten bouwen in het park van
haar residentie Tsarkoië-Sélo even buiten Petersburg en de
bibliotheek daarin precies zo onder te brengen als tijdens het
leven van Voltaire. Ze bestelde tekeningen en een maquette
van het kasteel en liet zelfs stalen van de bekleding van de
meubels naar St. Petersburg komen, maar ze kon haar plan
niet uitvoeren, omdat de staatskas het niet toeliet. Die was
nagenoeg leeg, nadat ze in 1774 een boerenopstand met groot
militair geweld had moeten laten neerslaan. Het bleef dus bij
de aankoop van de bibliotheek, tegen de zin van de meeste
Fransen, maar met instemming van koning Lodewijk XVI
die daarmee de sympathie van de machtige vorstin dacht te
winnen.
In 1779 arriveerde de bibliotheek per schip in St. Petersburg,
vergezeld van de secretaris van Voltaire die alle boeken
en handschriften in het Winterpaleis in speciaal daarvoor
gemaakte kasten precies zo plaatste als ze in Ferney hadden
gestaan. Hij ging na een half jaar terug naar Frankrijk en
Catharina stelde een bibliothecaris aan om de 6.814 banden
Tl Musis
Bernard Woelderink (links) en Henk Slechte in de Voltairebibliotheek, met zijn
beetenis in hun midden.
Stalen van de bekleding van Voltaire's meubilair in het kasteel van Ferney.
Maquette van het ksteel van Ferney,
waar Voltaire de laatste 20 jaar van zijn leven woonde.