Een Vlaardingse bruid Iedere Musis worden twee museale objecten uit niet-Schiedamse en niet-Vlaardingse collecties gepresenteerd, soms onbekende stukken, soms in de vergetelheid geraakte. 19 Musis VLAARftlNqeN 1845. muts in de jaren 1950 had gedoneerd: een zekere 'mej. Tas uit Maassluis', die toentertijd in Rheden woonde. Het was aannemelijk dat een voorouder van haar het kostuum ooit gedragen had en omwille van de bijzondere gelegenheid waarvoor deze gemaakt was, had bewaard. Archiefonderzoek leidde al snel naar Vlaardingen, waar haar moeder maar ook haar grootmoeder Johanna in 't Hout wan der Plaat (1823-1907) vandaan kwam. En inderdaad was die in 1845, namelijk op 23 april, getrouwd met Corstiaan in 't Hout. Geheel volgens verwachting behoorde Johanna, als dochter van een welvarende slager/haringreder en een telg uit de bekende Dorsman-familie, inderdaad tot de lokale elite, waaruit het luxe bruidskostuum verklaard kon worden. Tot de schenking hoorden helaas niet de sieraden, zoals het gouden oorijzer, de mutsenbellen, de zijveren en kapspelden. Navraag bij de kinderen van de enige zuster van mejuffrouw Tas bracht geen duidelijkheid over het lot van deze ongetwijfeld kostbare stukken. Wel beschikte een neef over een foto van Johanna die kort voor haar dood gemaakt is. Op een comfortabele fauteuil zit een gezette oude vrouw in een 'moderne' zwarte japon, maar met het volledige hoofdstel! Johanna zelf ligt overigens met haar echtgenoot nog steeds in het familiegraf op begraafplaats Emaus. Dat hoort er dan natuurlijk ook nog bij. In 2003 was één van de topstukken in de tentoonstelling 'Klederpracht, de drachten van Vlaardingen en Vlaardinger- Ambacht', in wat toen nog het Visserijmuseum Vlaardingen heette, een bruidsjapon van rond 1845, met bijbehorende sluiermuts. Het bruikleen van het Nederlands Openlucht Museum in Arnhem was één van de oudere stukken. Het liet zien hoe niet alleen de vissersvrouwen en boerinnen in klederdracht liepen, maar ook een aanzienlijk deel van de toplaag van de bevolking. In Vlaardinger-Ambacht werd de Delflandse hoerendracht gedragen en Vlaardingen kende als vissersplaats ook een eigen zich van andere plaatsen onderscheidende kleedwijze. Deze onderscheidde zich in details van de dracht die elders werd gedragen en voor de oplettende passant was het duidelijk waar de persoon in klederdracht vandaan kwam, ook al bevond die zich niet in de eigen plaats. Kenmerkend van de stedelijke Vlaardingse dracht was het oorijzer met de uitstekende versieringen in de vorm van dunne gouden krullen, een kanten muts, een schootjak met schort en lange rok en, als het weer er naar was, een schoudermantel. Verder werden aan de krullen hangers ('mutsenbellen') gehaakt, die in uitvoering weer afweken van wat er elders gedragen werd. De vissersvrouwen droegen altijd een korte muts, waarbij de zijkanten dubbelgeplooid aan de muts werden gespeld, terwijl de aanzienlijksten een lange sluiermuts droegen, van kostbare handgekloste kant. Het standsverschil is duidelijk. Uiteraard was de kleding van de rijkere dames ook duurder en droegen de laatsten een gouden oorijzer in plaats van een zilveren. De krullen waren bij beide groepen overigens van goud, maar de dikte en hoogte van de krul verschilde natuurlijk wel. Bovendien droeg de vissersvrouw doordeweeks een werkjak, rok en schort, daar waar de welgestelde vrouwen een set van dure stof droegen of een japon. De Vlaardingse 'rijkevrouwendracht' wordt in de regel 'redersvrouwendracht' genoemd, waar wel wat voor te zeggen valt, aangezien de welgestelden in de haringstad veelal bij het visserijbedrijf betrokken waren. Maar ook anderen droegen deze redersvrouwendracht, zo lang hun sociale status het hun maar toestond. Jan Duyvetter, de bekende klederdrachtkenner van het Openluchtmuseum tekende de gereconstrueerde bruid in 1953. De mousseline japon die in het museum was tentoongesteld, riep uiteraard vragen op. Wie heeft deze ooit gedragen en klopt de datering? Beide vragen konden worden beantwoord. Gelukkig was genoteerd wie de als 'Vlaardingse bruidsjapon' omschreven met de bijhorende

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2011 | | pagina 19