Een cultuurhistorisch
pleidooi voor kwaliteit
Vanzelf is het niet gegaan, maar eindelijk
behoort dan ook Schiedam tot de steden
die een onderzoek hebben laten verrichten
naar de wederopbouw 1940-1965. Het
resultaat is een kloeke samenvatting in
twee delen. Het eerste deel behandelt alle
stedenbouwkundige projecten die in deze
periode in het kader van de wederopbouw
in de Kethelse polders en Nieuwland zijn
gerealiseerd. Het tweede is een compleet
overzicht van de wederopbouwarchitectuur
in geheel Schiedam. Een dapper stuk,
oordeelt Wim Henkes.
Met 'De wederopbouw in Schiedam 1940-1965' heeft de
gemeente Schiedam zichzelf een rapport bezorgd dat zowel
voor de ontwikkeling van een meerjarenbeleid op het gebied
van stadsvernieuwing, stadsherstel en monumentenzorg van
grote betekenis zal zijn, als een strategische uitvalsbasis vormt
voor de critici daarvan. Want juist vanwege de objectiviteit
die de samenstellers hebben betracht is 'De wederopbouw
in Schiedam 1940-1965' allerminst een vrijblijvend stuk.
Nauwkeurig hebben de samenstellers van deel I 'Stedenbouw'
(Cees Boekraad, Arjan Hebly en Dolf Broekhuizen) en deel
II 'Architectuur' (Rikkert Wijk)' in kaart gebracht hoe de
stedenbouwkundige projecten en architectuur zich in de
wederopbouwperiode tot elkaar verhielden, welke ambities
eraan ten grondslag lagen en hoe deze tot uiting zijn gebracht
in het stadsbeeld.
'De wederopbouw...' inventariseert de resultaten aan de hand
van de objectieve criteria van de Rijksdienst voor Archeologie,
Cultuurlandschap en Monumenten (RACM).
Enkele jaren geleden startte de RACM met het project
Wederopbouw dat onder andere de inventarisatie beoogt
Kantoor Ver. Glasfabrieken,
Buitenhavenweg, 1941,
architect Dirk Brouwer
Grens flat, 1950, architect Spruijt en den Butter