slijk weer enthousiast.
En tot samenwerken bereid
Alwine van Winsen blaakt van
enthousiasme waar ze spreekt over
het Jenevermuseumde toekomst
ervande voorgenomen activiteiten
en de alweer toegenomen publieke
belangstelling. Daarin verschilt ze
weinig van eerdere directeuren. Ook
deze traden allen aan met het kompas
op overtuiging gesteld. Het werd
alleen telkens niets. In tegenstelling
tot haar voorgangers heeft Alwine
geen museale achtergrond maar is
zij grafisch ontwerpster vanuit een
marktgerichte benadering. Dat zou
een voordeel kunnen zijnindachtig
de tegeltjeswijsheden van Johan
Cruijff. De vonken spatten er in ieder
geval vanaf.
Het eerste doel van Alwine van Winsen is de loop
terugbrengen in het museum: "De Schiedammers
moeten weer enthousiast worden. Wil het museum
blijven voortbestaan en groeien, dan is het noodzakelijk
dat het Jenevermuseum het vertrouwen van het
publiek en de politiek herwint. Daarnaast moet de
samenwerking met het Stedelijk Museum nader
worden uitgewerkt. Daarover is een paar jaar geleden
een duidelijk besluit genomen. Vanaf de zijde van
het Jenevermuseum is daaraan geen gevolg gegeven,
ondanks de voorbereidingen en de bereidheid van het
Stedelijk Museum en het gemeentebestuur om daarin
te investeren. In het huidige bestel zal van investeren
niet echt sprake kunnen zijn. Dit neemt niet weg
dat eigenlijk niets een goede samenwerking in de
weg behoeft te staan. Integendeel, we willen meteen
beginnen".
tekst: Hans van der Sloot
foto's: Sjaak van Beek
Plan van aanpak
In 2009 verscheen de gedetailleerde rapportage
'Schiedams Historische Collectie Zichtbaar'. Deze
rapportage die door de gemeenteraad in datzelfde
jaar als richtlijn voor het toekomstig beleid werd
aanvaard, geeft de visies van vrijwel alle betrokkenen
in de presentatie van de Schiedamse geschiedenis.
Conclusies en aanbevelingen waren helder. Beide
musea moeten worden ondergebracht in één museale
organisatie, oordeelde onderzoeker Riemer Knoop.
Dan alleen kan voldoende garantie worden gegeven
dat Schiedam met het Stedelijk Museum, als museum
voor hedendaagse kunst en met het Jenevermuseum als
verkozen onderkomen voor de historische collectie en
de daarin besloten jeneverhistorie, z'n museale rijkdom
recht doet. Gewoon samenwerken als welbewuste
professionals voor het beste resultaat. Want de
historische collecties van het Stedelijk Museum en
die van het Jenevermuseum vormen een uitstekend
en breed tentoonstellingskader voor wisselende
tentoonstellingen.
Voor ieder die het horen en liefst ook opschrijven wilde,
ventileerde de directeur van het Jenevermuseum al
meteen - bij het vernemen van het nieuws - dat die hele
historische collectie en alle plannen dienaangaande
hem gestolen konden worden. En als het
onvermijdelijke dan toch moest gebeuren, dan alleen op
zijn voorwaarden. De tijd heeft hem en het bestuur van
het Jenevermuseum ingehaald. Onder de toenemende
druk van de bezuinigingen kan het niet anders dan
dat de samenwerking waarvoor al jaren geleden werd
gepleit nu eindelijk van de grond worden getild.
Binnen afzienbare tijd zullen beide musea met een plan
van aanpak komen. Dit gaat aanzienlijk verder dan
een gewenste samenwerking tussen twee private en
geprivatiseerde instellingen. De musea schetsen hierin
een toekomst waarin alle acteurs betrokken zijn die iets
met de geschiedenis van Schiedam van doen hebben
en van waaruit initiatieven kunnen worden ontplooid.
Heel nadrukkelijk wordt in dit plan van aanpak gekeken
naar het Molenmuseum de Nieuwe Palmboom, het
Nationaal Coöperatiemuseum en het Gemeentearchief
en ook samenwerking met op het gebied van de lokale
geschiedenis werkzame, niet-museale, organisaties
heeft in dit plan een plaats gekregen.
Een uitgangspunt is dat niet zozeer wordt gekeken naar
de bekende locaties, maar dat de aanbeveling wordt
overgenomen, eerder gedaan door Riemer Knoop in zijn
rapport 'Schiedams Historische Collectie Zichtbaar' en
5 Musis