Drenkelingen en dronkelappen. De Schiedamse politie vertelt, en N.Houtman-Mak, Een dankbaar leven. Herinneringen, zijn recent verschenen. Wie ze naast elkaar ziet liggen, gelooft nauwelijks dat de boeken van dezelfde uitgever zijn. De herinneringen van Nel Houtman - Mak aan haar jeugd en haar leven als vrouw van een predikant zijn haast knus uitgegeven, terwijl de bundel met politieverhalen, die door Chiel Wilbrink blijkt te zijn samengesteld, strak in het uniform zit. En er zijn meer verschillen tussen de twee boeken. Een dankbaar leven wordt ondersteund door maar liefst twee inleidingen, een herschreven artikel van Herman Noordegraaf over de zeilmakerij van Mak aan de Hoofdstraat en een verantwoording van de kleindochter van Nel Houtman-Mak, die het initiatief tot de publicatie heeft genomen. De bundel met 32 politieverhalen heeft geen voor- of nawerk en moet het doen met een fotoverantwoording en een flaptekst. Leden van de familie Mak hebben op veel verschillende manieren en niveaus hun eigen leven, dat van hun familie en ook dat van hun milieu geboekstaafd. Het bekendste voorbeeld is natuurlijk De Eeuw van mijn vader van Geert Mak. Hij is een zoon van Catrinus Mak en daarmee een neef van diens zus Nel, de auteur van de Herinneringen, die hij in zijn inleiding dan ook tante Nel noemt en die volgens hem in de familie als de liefste tante gold. Nel was het nakomertje in het gezin van Geerts grootouders en was, aldus de inleidende neef, wat rustiger dan de in meerderheid vreselijk drukke andere gezinsleden. Dat lijkt na lezing van haar Herinneringen treffend getypeerd. Nel komt in De eeuw van mijn vader dan ook slechts één keer voor, en dan nog heel bescheiden, terwijl haar oudere zus Maartje in het Schiedamse deel van zijn boek Geerts belangrijkste informante over de familie en over Schiedam lijkt te zijn geweest, zoals Geert Mak ook degene is die het Schiedam van zijn familie het treffendst beschrijft. De zussen hebben overigens wel allebei hun herinneringen opgeschreven. Die van Nel passen bij de kwalificatie van neef Geert. Ze vertelt vanuit het perspectief van een kind maar wel met de kennis van een volwassene over het dagelijks leven in het gezin Mak en doet dat zo vriendelijk en tegelijk zo vlak, dat het zonder de inleiding van Herman Noordegraaf en diens herschreven artikel over de zeilmakerij van Mak over ieder gezin uit de ambachtelijke middenklasse in iedere stad van Nederland aan het begin van de twintigste eeuw had kunnen gaan. De inrichting van het huis, de spelletjes, de onderlinge aandacht of het gebrek daaraan, het komt allemaal voorbij, en alleen de chocolaterie van een mevrouw die Melchers heet en de duiding van het belang en de welvaart van iedereen in Schiedam die Melchers heet, maken duidelijk dat Nel kind was in Schiedam en niet in Dordrecht. Dankzij de inleiding van Herman Noordegraaf en diens herschreven artikel over de zeilmakerij, en dankzij Geert Maks uitleg in de Eeuw van mijn vader krijgt de lezer inzicht in een boeiend godsdienstig aspect van het gezin Mak, waarvan we vader nu Vrijzinnig Hervormd zouden noemen, terwijl moeder was meegegaan in de Afscheiding en naar de gereformeerde kerk aan de Lange Nieuwstraat ging. Nel vond het zielig dat moeder samen met alle kinderen naar de kerk ging en vader alleen moest gaan. (p.31) Dankzij Noordegraaf en Geert Mak weten we wat de invloed daarvan op Musis 8

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2011 | | pagina 8