Hij is ook fabrieksdoof. Het ijle gepiep van de vogels dat tot in de woonkamer hoorbaar is, dringt niet tot hem door. In zijn hoofd dreunt nog altijd het geweld van pershamers en lasbranders na. -Hij hoort geen hoge tonen meer, zegt Rini. Dus als Jaap zegt "Die vogel kan toch zo prachtig zingen!" is dat een mededeling waar hij niet direct klanken bij hoort. Hij moet de bijbehorende tonen uit zijn geheugen opdiepen. De mozambiquesijs die de tuinvolière deelt met een paar bruinborst rietvinken en wat Japanse meeuwen is zo'n fluitwonder waarvan de zang hem slechts ten dele bereikt. Geeft niet. Voor Jaap is de zang bijzaak. Zijn voornaamste motief om zich met vogels bezig te houden is de kweek. Het gaat hem om de kweekresultaten. -Mijn hoofddoel is vogels te kweken die tentoonstellingswaardig zijn. Het hoogste watje bij een wedstrijd kunt scoren is 93 punten. Daar zit ik altijd op, of net onder. Ik zal geen vogeltjes met 85 punten inzenden. Hij neemt niet aan wedstrijden deel om er roem of geld mee te vergaren. Hij doet het voor zijn plezier. Hij wil vogels kweken waar een ander ook wat aan heeft. Vogels die voor honderd procent aan de eisen voldoen. Die perfect zijn qua kleur en qua tekening. Als hij daar in slaagt is hij dik tevreden. En trots ook, natuurlijk. Hij heeft meerdere kampioenstitels op zijn naam staan. Die van Schiedam, die van Oostvoorne, die van nog een handvol andere gemeenten. Hij heeft ook de nationale titel wel eens in de wacht gesleept. -Er zijn kwekers die zeggen: als jij meedoet, blijf ik thuis. Dan kan ik toch niet winnen. Hij moet er smakelijk om lachen. Bekers? -Die hebben we niet in huis. Onze vereniging is helemaal van de bekers afgestapt. De winnaar krijgt een in plastic gesealde foto. Is toch veel leuker dan een beker? Als ik alle bekers die ik heb gewonnen had bewaard, had dit huis er nog twee kamers bij moeten hebben. Sommige bekers zijn zo groot dat ze nauwelijks op de kast passen. Bekers zijn trouwens duur. De kleinste maat kost al gauw 20 euro. Rini toont foto's van winnende koppels. Pronte vogeltjes in onberispelijke verenpakjes, onwaarschijnlijk van kleur: smaragdgroen, azuurblauw, mosterdgeel. De kweek van zulke perfecte beestjes vergt concentratie, discipline en geduld. En kennis van het materiaal, dat eerst grondig moet worden bestudeerd. Soms zit Jaap uren achtereen op een kruk de gedragingen van een paartje te bestuderen. - Het is soms nodig om je vogels te observeren, omdat je van bepaalde soorten niet aan het uiterlijk kunt zien of je met een mannetje of een vrouwtje te maken hebt. Het kan even duren voordat je dat hebt uitgevonden. De methode is simpel en effectief. Een vogeltje dat begint te zingen zodra het bij een afgezonderd vrouwtje in de kooi wordt gezet, is in alle gevallen een mannetje. Je moet dan natuurlijk wel eerst zeker weten dat het eerste vogeltje een vrouwtje is. Hoe kom je daarachter? Soms alleen met hulp van het laboratorium. -Ik trek twee veertjes uit de staart en stuur die op naar een laboratorium in Bielefeld. Daar stellen ze aan de hand van een DNA-onderzoek vast om welk geslacht het gaat, vertelt Jaap. Om met succes prijsvogeltjes te kunnen kweken is een goede administratie onontbeerlijk. Dat begint met een eenvoudig stukje wit papier op de kooi te plakken. Op dit papiertje staan de ringnummers genoteerd van de vogels die de kooi bewonen. Dezelfde ringnummers staan ook in het kweekregister, dat minutieus moet Musis 20

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2012 | | pagina 20