WOO NP LUS
KEERT TERUG
NAAR DE
KERNTAKEN
tekst: Hans van der Sloot
foto: Jan van der Ploeg
De woningmarkt staat onder druk. In Schiedam
evenzeer als elders. Aan de prijsdaling in
koopwoningen lijkt geen einde te komen.
Een juist nu de economie onder druk staat
en mensen met een gemiddeld inkomen hun
spaargeld in de vorm van stenen zouden
moeten kunnen verzilveren, stagneert de markt.
De bouwproductie is op dit moment lager
dan ooit, projecten waarvoor nog geen spa
in de grond is gestoken worden stopgezet en
jongeren wordt de toegang tot de woningmarkt
door regeringsbeleid en de banken vrijwel
onmogelijk gemaakt. 'De hoogste tijd',
zegt directeur-bestuurder van Woonplus
Bob Venhuizen, 'om terug te keren naar de
kerntaken van de corporatie'.
Die terugkeer werd in een recente verklaring toegelicht
met: 'Woonplus richt zich voornamelijk op sociale
huurwoningen met een huur tot 664 euro (dat was
652 euro), huishoudens met een bruto-inkomen tot
34.085 euro (dat was 33.614 euro). Daarnaast faciliteert
en activeert Woonplus vormen van leefbaarheid in
de wijk en ondersteunt zij in projecten 'Schoon, heel
en veilig'. Wij doen daarin wel een stap terug door te
stoppen met subsidiëren. Wat Woonplus nog wel doet:
samenwerken, organiseren en faciliteren'.
Deze toelichting moet kritische volgers van de
Nederlandse woningmarkt zoals emeritus hoogleraar
Volkshuisvesting Hugo Priemus en ex-staatssecretaris
Volkshuisvesting Marcel van Dam als muziek in
de oren klinken. Al jaren waarschuwen zij ervoor
dat vroegere corporaties zichzelf zouden uithollen
wanneer het onverslijtbaar geachte corduroy van de
maatschappelijke organisatie verwisseld werd voor
het sexy pakje van de op de koopsector gerichte
projectontwikkelaar. Kortgeleden kwam Hugo
Priemus nog in de Volkskrant in het geweer tegen
het voornemen van de regering om de corporaties
te verplichten 1,8 miljoen huurwoningen aan hun
huurders te koop aan te bieden.
Priemus betoogde dat deze maatregel een volledige
ontwrichting gaat betekenen van de woningmarkt.
'Alles wijst erop dat dit de [echte] opgave is
die het kabinet zich heeft gesteld', schrijft hij.
'Woningcorporaties zullen worden verplicht driekwart
van hun woningvoorraad aan hun huurders te koop
aan te bieden. Deze aanbiedingsplicht impliceert dat in
Nederland meer dan twee miljoen woningen te koop
staan'.
Een beknopte schets van de geschiedenis van
de Volkshuisvesting van 1901 tot gisteren, is
als achtergrond wel handig. In 1901 werd met
de afkondiging van de Woningwet de sociale
volkshuisvesting tot zorg van de overheid verklaard.
Voor Schiedam betekent dit niet minder dan dat geheel
Schiedam- West en Schiedam-Oost, de gehele Gorzen
en de complete wijken Nieuwland, Groenoord en
Woudhoek alsmede een groot deel van Spaland door
de woningbouwverenigingen en de gemeentelijke
overheid werden gerealiseerd.
Op weinig terreinen was de overheid ook zo
succesvol als in de volkshuisvesting. Zonder enige
overdrijving mag deze sector, in historisch perspectief
en vergelijkenderwijs op dezelfde hoogte worden
geplaatst als de droogmaking van ons land, inclusief
Haarlemmermeer en Zuiderzee en de realisering
van de Deltawerken. Met een relatief vrije huur- en
koopsector en een door de overheid gefinancierde
en gecontroleerde sociale huursector werd praktisch
iedereen goed en betaalbaar gehuisvest. In krap
honderd jaar werd in steen een sociaal bezit van meer
dan tweehonderd miljard euro opgebouwd. Een unicum
en dus in geen enkel ander land ter wereld met een vrije
economie vertoond.
Begerig naar overwaarde
In 1995 kwam de ommekeer. Onder
verantwoordelijkheid van PvdA-minister Margreeth
de Boer in het eerste kabinet Kok werden de
woningcorporaties verzelfstandigd.
Het terugtrekken van de overheid als financier van
de (volks)woningbouw gebeurde vanuit het politieke
besluit dat de bestuurders van de woningcorporaties
zich met het immense corporatieve woningbezit als
maatschappelijk kapitaal als ondernemers moesten
gaan inzetten voor de bouw en verhuur van sociale
huurwoningen. Op basis van de toenmalige politieke
verhoudingen en niet te vergeten de florissante
woningmarkt, had dit - het idealisme in aanmerking
nemend - zeker gekund.
De praktijk vertoonde echter een ander beeld. Voor
een aantal bestuurders was de eerste daad als vrije
ondernemer het verhogen van hun eigen salaris tot
ver boven dat van de premier. De banken ontdekten
tegelijkertijd dat de aftrekbaarheid van hypotheekrente
via aflossingsvrije hypotheken kon worden omgezet
in een aantrekkelijk beleggingsproduct. De huizen
prijzen stegen sterk, dus ook de waarde van de
corporatiewoningen. Hiermee groeide de leencapaciteit
van de corporaties. In een aantal gevallen werd deze
aangewend om de sociale doelstelling te verbreden.
In andere echter om zich als projectontwikkelaar op
een gewillige koopmarkt te begeven of om van het
maatschappelijk kapitaal tweehonderd miljoen te
Musis 4