steken in een als cruiseschip afgedankte, aftandse
stoomboot.
Als voorbeeld van een
omgeving waarin op
termijn gekeken zal
worden naar renovatie
en woningverbetering,
noemt hij het middendeel
van de Nolenslaan.
Dat is natuurlijk een
prachtige mix van een
sterk winkelbestand en
bewoning. Op welke
dag en op welk tijdstip
je ook op de Nolenslaan
komt, het is er altijd
druk. De menging van
supermarkten en kleine
detailhandel en van
allochtone en autochtone
ondernemers is ijzersterk.
En dat zal alleen maar
toenemen met de
nieuwbouw in de directe
omgeving.
Ook de overheid
keek begerig naar die
overwaarde. En zoals Wim
Kok de idealen van de
sociaaldemocratie als veren
van zich had afgeschud,
deed de socialistische
minister van financiën
Wouter Bos hetzelfde met
de in beginsel zonder
winstoogmerk opererende
corporaties. Door deze
plots te beschouwen als
commerciële instellingen,
onttrok hij jaarlijks
een half miljard aan de
volkshuisvesting. Zijn
collega-minister Van
der Laan deed de rest
door mensen met een
huishoudinkomen van
33.500 euro tot een soort
volkshuisvestingsprofiteurs
te verklaren. Zij hoorden niet
thuis in een huurwoning.
De gevolgen laten
zich raden. Verkoop
van driekwart van het
huurwoningbestand
betekent het volledig
instorten van de gehele markt. Erger is dat de
corporaties gedwongen zullen zijn hun bezit te
verkopen tegen waarschijnlijk niet meer dan tachtig
procent van de WOZ- waarde. Laat Musis de zaken nu
niet erger voorstellen dan ze zijn, maar het voorstel van
deze regering letterlijk nemend, zouden in Schiedam -
de opgave van Funda meegenomen - zo'n zesduizend
woningen in de verkoop komen.
Gouden tijden zijn voorbij
Met het aanhouden van mensen met een
huishoudinkomen tot bruto 33.614 euro als primaire
doelgroep, geeft Woonplus aan een eigen koers te
willen volgen. Bob Venhuizen benadrukt de sociale taak
van Woonplus als leidraad voor de toekomst.
'We moeten ons realiseren dat de gouden tijden van
weleer voorbij zijn. De woningmarkt zal niet meer
worden wat het ooit geweest is. Zelfs niet als de
economie weer aantrekt. Als corporatie hebben we
rekening te houden met een lokale bevolking die grijzer
is dan gemiddeld en minder verdient. Dus tekenen de
contouren van de sociale onderneming Woonplus zich
des te scherper af. We ontkomen er daardoor intern
niet aan dat gesneden wordt in het personeelsbestand.
Van vijfendertig mensen hebben we inmiddels afscheid
moeten nemen. In meer dan dertig gevallen is dat
op de beste manier gegaan. Voor een drietal zal een
begeleiding moeten worden gezocht. Maar ook het
externe beleid zullen we wijzigen om te voorkomen dat
de bezuiniging leidt tot vermindering van de kwaliteit
van het woningbezit en de dienstverlening'.
Het is geen vrolijke boodschap. In de jaren waarin
Woonplus zich ontwikkelde van de behoudende
Gemeentelijke Woningdienst tot stopperspil op