Vlaardingen had het twijfelachtige genoegen een Gewestelijk Arbeidsbureau te huisvesten, als voortzetting van de plaatselijke arbeidsbeurs. Tot de Duitse maatregelen om de Nederlandse maatschappij langzaamaan om te vormen naar hun eigen idealen, hoorde het transformeren van overheidsdiensten. De werknemers, meest ambtenaren, werden geleidelijk aan meegezogen en moesten stevig in de schoenen staan om dit niet te laten gebeuren. hoorde het transformeren van overheidsdiensten. De werknemers, meest ambtenaren, werden geleidelijk aan meegezogen en moesten stevig in de schoenen staan om dit niet te laten gebeuren. Aan de andere kant bood het werk bij sommige diensten en afdelingen de gelegenheid in het hart van de organisatie verzet te plegen. Zo ook bij de arbeidsbureaus waar de jongemannen voor de Arbeitseinsatz werden geselecteerd en uitgezonden. Het Vlaardingse Arbeidsbureau was in de 'villa Sterk' aan de Westhavenkade gevestigd, een inmiddels gesloopt gebouw dat tegenover de Pelmolen stond. Het was van oorsprong een verzamelgebouw voor maatschappelijke dienstverlening, waar naast de Arbeidsbeurs ook Maatschappelijk Hulpbetoon, de Commissie van Sociale Zaken en de Werkloosheidsvoorziening ('de steun') gehuisvest waren. Bram van Dorp: 'Tot het 'gewest' van ons arbeidsbureau behoorden Schiedam, Maassluis, Middelharnis en nog wat andere plaatsen aan de overkant. Door de verruiming van het werkgebied kwam er een uitbreiding van het personeelsbestand, waaronder Maarten Oversluizen en Jan Hoogerwerf die van andere afdelingen overkwamen, maar ook weer snel naar elders werden overgeplaatst. Naast mijzelf waren er in de afdeling migratie ook de gedemilitariseerde soldaten Jan Steehouwer en Piet van der Vaart, allen met een tijdelijk contract en ene Van der Ham, die zijn baan kwijt was geraakt omdat hij bij een Amerikaans bedrijf werkte'. Naast deze collegae die het hart op de goede plek hadden, kwamen er ook Duitsvriendelijke beambten, waaronder de leider van de Vlaardingse NSB-kring M. Schrevelius en de later geliquideerde Stuit, een fanatiekeling die dikwijls in zijn SS-uniform kwam en er aardigheid in had het lied 'Wenn das Judenblut von Messern spritzt' te zingen. De afdeling had een tweekoppige leiding: een NSB'er, met wie Van Dorp weinig te maken had en wiens naam hij zich niet meer herinneren kan, en een Duitser, Fachberater A. Seitz. 'Een echte mof met een dikke nek die ontstellend tekeer kon gaan aldus Van Dorp. 'Hij kreeg zelfs een onderscheiding voor het hoge percentage ingezonden werkkrachten.' Seitz was te oud voor het front maar als Duitser iemand die voor de bezetter een ideale en gedreven eindverantwoordelijke was. Van Dorp: 'Seitz was in Schiedam bij een NSB'er, die een jeneverwinkeltje aan het Rubensplein had, in de kost'. Op een avond in de herfst van 1942 klopte Dick Doorduin, klerk bij reder Kwakkelstein, bij hem thuis aan de deur: 'hij had gehoord dat ik wel kon helpen. "Ik heb mijn leven er voor over" zo lichtte Doorduin zijn 27 Musis

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2012 | | pagina 27