Uiterlijk vertoon op de Steenenbrug foto Arie Wapenaar Ter hoogte van zwembad Groenoord, ongeveer 50 meter ten noorden van de rijksweg, lag enkele eeuwen lang een cruciaal verbindingsstuk in de infrastructuur van Schiedam en omgeving: de Steenenbrug. Deze brug dateerde uit een tijd (circa 1630) dat het nog bepaald niet gebruikelijk was dergelijke bouwwerken van (bak)steen op te richten. De typering 'stenen' was dus onderscheidend genoeg. In 2012 is het de term 'duurzaamheid' die de klok slaat, maar ook onze 17e eeuwse voorouders bouwden graag met het oog op morgen. Sluizen, duikers, beschoeiingen en bruggen van steen hielden het immers veel langer vol dan hun houten soortgenoten, maar waren ook flink duurder. Tot de verzamelingen van het Hoogheemraadschap van Delfland behoort een sterk verweerde maar interessante wapensteen die alles met de Steenenbrug te maken heeft. De gemetselde boogbrug kreeg bij voltooiing rond 1630 de in zandsteen gebeeldhouwde wapensteen als versiering. Niet alleen als opsmuk, maar zeker ook als uiterlijk vertoon. De boodschap van de steen, met centraal het wapen van Delfland geflankeerd door de wapenschilden van de dijkgraaf en hoogheemraden, was duidelijk. Over het water regeert het hoogheemraadschap en de bewindvoerders waren daarmee mannen van aanzien. Van oorsprong zal, als elders, de zandsteen in toepasselijke bonte kleuren geschilderd zijn geweest. Het effect was daarmee groter, maar ook was het beter voor het behoud van de detaillering in het beeldhouwwerk. Vermoedelijk is de steen niet compleet. Waar het wapen van Delfland elders een bekroning heeft, mankeert die hier. Het lijkt er op dat die er zich oorspronkelijk als apart blok boven heeft bevonden, gezien het eigenaardige vlakke stuk boven het wapen. De afwerking van de steen is niet spectaculair en voor de eerste helft van de 17e eeuw heel gewoontjes met zijn cartouche en rolwerk. In het archief van Delfland bevindt zich een interessante ontwerptekening behorend bij een bestek van de 'Kethelbrug' over de Poldervaart uit 1632. Boven de middelste boogkolom is een zeer gelijkende steen afgebeeld, maar of we hier met dezelfde brug van doen hebben zal nader onderzoek moeten uitwijzen. Het bestek vermeldt namelijk 'bij Spieringshoek'. Vlakbij die buitenplaats heeft nooit zo'n brug gelegen, maar het kan een niet gerealiseerd plan zijn. Een alternatieve locatie voor deze Kethelbrug, anders dan de Steenenbrug, lijkt er echter niet te zijn. Al lang werd er in 1930 door omwonenden en ingezetenen van de omliggende polders getwijfeld aan de staat van de brug. In 1903, een paar maanden nadat de kade van de Poldervaart was doorgebroken wat tot grote overlast had geleid, stelden de betrokkenen uit Kethel de kwestie al in de openbaarheid. Het Hoogheemraadschap werd onomwonden verweten te weifelen over bruggen 'die eerst gevaar moeten opleveren voor instorten, eer zij worden gerepareerd'. In 1930 werd eindelijk begonnen met de bouw van een nieuwe, zij het houten brug (de 'Blauwe Brug'), in afwachting van de aanleg van Rijksweg 20 voor maximaal 15 jaar. Nadat de houten opbouw van de (ophaal)brug in 1952 door een ijzeren was vervangen, viel deze brug pas in 1976 voor de slopershamer. Het dempen van een gedeelte van de Poldervaart waarover deze lag, maakte de aanwezigheid van een brug verder onnodig. Of de wapensteen in 1930 bij de sloop van de Steenenbrug meteen apart is gehouden of dat deze vrijkwam bij de sloop van de brugresten in de jaren 1970 is onduidelijk (graag vernemen we datl). De wapensteen kwam in ieder geval in die periode te berusten op de parkeerplaats van het Hoogheemraadschap in Delft. Behouden voor de toekomst maar zo buiten en onbeschermd onder minder gunstige omstandigheden. Zonder consoliderende maatregelen zal de voorstelling, zo mag gevreesd worden, nog verder vervagen. Iedere Musis worden twee museale objecten uit niet-Schiedamse en niet-Vlaardingse collecties gepresenteerd, soms onbekende stukken, soms in de vergetelheid geraakte. 31 Musis

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2012 | | pagina 31