JAN
BORSBOOM
Een verzamelaar
heeft nooit
genoeg
tekst: Peter de Lange
foto's: Sjaak van Beek
De camera is niet het enige gereedschap waarmee Jan
Borsboom uiting geeft aan de belangstelling voor zijn
geboortestad. Al bijna vijftig jaar verzamelt hij als een
strandjutter alles over Vlaardingen wat op zijn weg
komt. Papieren vondsten worden thuis zorgvuldig
gerubriceerd en in mappen gestopt, voorwerpen krijgen
een plaats in vitrines. Zijn stadskronieken zijn een
collage van scheepsmodellen, suikerzakjes, schilderijen,
loonbriefjes, handgeschreven herinneringen en andere
memorabilia. Zijn woonkamer is gestoffeerd met
Vlaardingse relikwieën: een schemerlamp vervaardigd
van een scheepsschroef, een schilderij van een logger in
volle zee. Aan de wand tikken drie luidruchtige klokken.
„Ik blijf graag bij de tijd," verklaart de bewoner.
Jan Borsboom is een kind van de wederopbouw. Hij
werd 61 jaar geleden geboren in een arbeidersmilieu.
Zijn vader werkte bij Havenbedrijf Vlaardingen Oost,
zijn moeder wijdde zich aan het huishouden. Ook
zijn voorouders behoorden tot de werkende klasse.
Zijn opa van vaders kant was visser, die van zijn
moeders kant huisschilder. Verwanten van langer
geleden zaten dikwijls in de binnenvaart. Dat heeft hij
uit het boek "Het geslacht Borsboom in Vlaardingen"
dat een naamgenoot te Voorburg schreef op basis
van uitgebreid archiefonderzoek. Volgens die
gegevens vestigde de eerste Borsboom zich in 1737 te
Vlaardingen. Hij bracht een nageslacht voort waarin de
voornaam Jan eerder regel dan uitzondering is.
Bij Jan thuis waren ze de sociaaldemocratische
principes toegedaan. „Meteen lid worden van de
bond, denk eraan!" hield zijn vader Jan voor toen hij
voor 't eerst ging werken. Jans vader, Jan Borsboom
senior, begon zijn werkende leven als nageljongetje
bij scheepswerf Figee. Jan junior is timmerman van
beroep. Zijn eerste werkgever was scheepswerf en
overslagbedrijf HVO, het bedrijf waaraan ook zijn vader
een groot deel van zijn leven was verbonden. Daarna
werkte hij in de bouw en bij batterijenfabriek Chloride.
Tegenwoordig is hij in dienst van de afdeling Groen van
de gemeente Maassluis. Hij werkt veel in de buitenlucht.
Dat komt goed uit, want hij is een echte buitenman.
Volgens de familietraditie had gaan varen voor de hand
gelegen, maar Jan is nooit de zee opgegaan, al trok hij
wel naar het water. „Mijn opa bezwoer zijn drie zoons
dat hij van degene die het zou wagen aan boord van
een logger te gaan, de benen zou breken. Misschien
heeft dat dreigement indruk op me gemaakt?" Hij
heeft het in ieder geval altijd onthouden. Als kind kon
hij ademloos luisteren als het in de familiekring over
vroeger ging. Zo kwam hij van alles aan de weet over
het leven van zijn voorouders. Een geschiedenis die
grote indruk op hem maakte, was die over de dood van
zijn overgrootvader, die in 1911 om het leven kwam
bij een bedrijfsongeval op de lijnbaan. Zijn vrouw werd
prompt uit hun woning aan de Steenplaats gezet door
directeur Van den Linden van den Heuvell met de
mededeling "dat hij er geen weduwvrouwtjes op na
hield." „En naar die man zijn dan in Vlaardingen twee
straten genoemd," zegt Jan schamper.
Jan was leergierig en nieuwsgierig. Als jochie bracht
hij wel eens brood naar zijn vader op de werf.
Onderweg gaf hij zijn ogen altijd goed de kost. Hij
was geïnteresseerd in techniek, constructies als
havenkranen en heistellingen kon hij vol bewondering
bekijken. Ook de bedrijvigheid in de haven mocht hij
graag gadeslaan. Die omzwervingen staan hem nog
helder voor de geest. „In je jeugd doe je de meeste
indrukken op," zegt hij. „Dan heb je tijd om om je heen
te kijken. Je hebt geen zorgen. Je bent altijd op straat."
Om zijn honger naar Vlaardingse verhalen te stillen,
begon hij al op jonge leeftijd stukjes uit de Nieuwe
Vlaardingse Courant te knippen. Die knipsels werden
de basis van een indrukwekkende verzameling,
samen met de spulletjes die hij kocht op beurzen
voor verzamelaars. Een flink deel van het geld dat
hij verdiende toen hij op zijn 15e ging werken, ging
daaraan op.
Zijn eerstverworven ansicht was een afbeelding van de
Vulcaanhaven. Op de kaart, hij weet het nog als de dag
van gisteren, stond een schip dat op stroom lag en werd
gelost. „In die jaren was dat een heel gewoon beeld,
Vlaardingen was een drukbevaren bedrijvige haven,
de derde zeehaven van Nederland." Dil havengezicht
was de eerste van een nog steeds uitdijende collectie
kaarten, al schat hij dat hij de meeste ansichten met
Vlaardingse voorstellingen inmiddels wel in zijn
bezit heeft. Van andere verzamelgebieden, zoals de
binnenvaart en de sleepvaart, vist hij op een beurs nog
wel eens een kaartje uit een bak.
Er zitten curieuze exemplaren in zijn collectie. Zo bezit
hij kaarten met op de ene zijde een reclame voor een
Vlaardings product - ijzerkoekjes bijvoorbeeld - en op
de andere zijde een afbeelding van een buitenlandse
bezienswaardigheid, zoals het vroegere station in
Leipzig. „Oude Duitse kaarten werden waarschijnlijk
goedkoop opgekocht zodat de andere, lege zijde
kon worden bedrukt met Vlaardingse reclame,"
Peter de Lange spreekt met Schiedammers en
Vlaardingers voor wie hun liefhebberij een manier van
levert is geworden. In deze Musis 'Jan Borsboom in
Vlaardingen
19 Musis