Judith en Margaretha
waarna (1573) de kerk voortaan voor de protestantse
eredienst werd gebruikt, vooral rooms-katholieke
hoogwaardigheidsbekleders en instellingen als
kloosters geweest die een raam doneerden. Ook lieten
een paar Goudse regentenfamilies zich niet onbetuigd.
De glazen overleefden de Beeldenstorm in een stad
die zich in woord en daad relatief tolerant toonde ten
opzichte van de oude religie. Het zal deze geest zijn
geweest die ervoor zorgde dat de glazen ongemoeid
werden gelaten, waarmee overigens ook de kosten voor
het sluiten van de omvangrijke gevelwanden werden
voorkomen. Twintig jaar na de religieuze omwenteling
werd het grote werk voortgezet, met geheel andere
spelers. De Roomse prelaten en Spaansgezinde
bestuursélite hadden het veld geruimd en hun plaats
als schenker werd ingenomen door seculiere partijen,
zoals het Hoogheemraadschap van Rijnland (1594),
De Staten van Holland (1595), diverse grote steden,
zoals Haarlem, Rotterdam en Dordrecht en gilden. Dit
past binnen de praktijk, zoals die toen in tientallen
andere steden en dorpen plaatsvond. In de protestantse
kerkenbouw, toch gekenmerkt door soberheid, werd de
toepassing van gebrandschilderde ramen toegestaan
en al snel breed toegepast. Aan zichzelf respecterende
steden, overheidsinstellingen en vermogende
particulieren werd door kerken om de schenking van
een raam gevraagd. Vaak wilden eerstgenoemden niet
voor elkaar onderdoen. De Grote Kerk in Vlaardingen is
hier een mooi voorbeeld van. Ook hier werden ramen
door de Staten, het Hoogheemraadschap van Delfland,
de Raad van State en de Hollandse steden geplaatst,
die onder de 19e eeuwse orthodoxe wind alle verloren
zijn gegaan. Opdrachtgever onder de oude orde voor
glas 6 van de Goudse Sint Jan was Jean de Ligne, graaf
van Arenberg. Hij heeft de oplevering in 1571 niet meer
meegemaakt, want in 1568 sneuvelde hij als aanvoerder
van de Spaanse troepen in de Slag bij Heiligerlee, de
eerste serieuze krachtmeting van de Tachtigjarige
Oorlog. Samen met zijn echtgenote Margaretha van
der Marck (1527-1599) is hij op dit raam vereeuwigd,
ter weerszijden van Johannes de Doper, knielend
onder hun respectieve familiewapens. Hij en de hier
afgebeelde Margaretha bezaten een grote verzameling
adellijke titels, waaronder die van ambachtsheer van
Vlaardingen. De Heerlijkheid van Vlaardingen was
via de voorouders van Margaretha, uit de geslachten
Van der Wateringhe, Van Naaldwijk en Van Montfoort,
aangeërfd en ook hadden zij hier aanzienlijk landbezit.
Het door de beroemde Dirk Crabeth ontworpen glas
vertoont het (in de ogen van de protestanten apocriefe)
bijbelverhaal van de onthoofding door Judith van
Holofernes. Deze Assyrische bevelhebber dreigde de
Joodse stad Bethulië in te nemen, wat met de moord
voorkomen werd.
De faam spreidde
zich al snel nadat
het grootste project,
het volledig voorzien
van alle ramen van
gebrandschilderde
voorstellingen, na
de grote kerkbrand
van 1552 en de
daaropvolgende
herbouw was
geïnitieerd. Goede
bedoelingen mogen de
schenkers van ramen
niet ontzegd worden,
maar dezen legden
daarmee even zozeer
veel eer en prestige in.
Met andere woorden:
wie een raam
schonk, telde mee in
deze wereld. Tot de
schenkers behoorden
de Spaanse landvoogdes Margaretha van Parma (1562),
(toen) stadhouder Willem van Oranje (1568), Koning
Philips II (1559) en bisschop van Utrecht Joris van
Egmond (1555). Daarnaast zijn het tot de Reformatie,
STICHTING FONDS GOUDSE GLAZEN
De Sint Janskerk in
Gouda is ontegenzeggelijk
één van Nederlands
topmonumenten, vooral
vanwege de 'Goudse
Glazen'. In een halve
eeuw tijd, vanaf het
midden van de 16e eeuw,
werd de kerk voorzien van
gebrandschilderde ramen
van een uitzonderlijk
hoge kwaliteit. De kerk
leende zich uitstekend
voor de toepassing van
het kleurrijke lichtspel:
het is met zijn 123
meter lengte de langste
kerk in Nederland,
wat plaats bood aan
enkele tientallen glazen.
Bovendien mochten de
kerkrentmeesters zich
verheugen in de inzet
van topglazeniers en
de belangstelling van
particuliere financiers
Musis 24