Plaatsing van het beeld van Starreveld, foto C. Breur
betoogde P. de Wagenaar, lijsttrekker van de Christelijk
Historische Unie, dat het beeld op een 'tot de inwoners
sprekende plaats' moet komen; op de kop van de
Plantage. De lijsttrekker van de Anti-Revolutionaire
Partij, B. Hoogendam, was dat met hem eens, maar het
stuitte hem meer tegen de borst dat het beeld geënt was
op een figuur uit de Griekse mythologie, een 'godenleer
van heidense wijsgeren'. Hoogendam riep op diligent
te zijn 'in deze ernstige aangelegenheid, waarover
komende geslachten ons zullen oordelen'. Ook de
Communistische Partij keurde het ontwerp nu af omdat
het veel te ver van de belevingswereld van het gewone
volk afstond.
comité. Dat was volgens hem veel te solistisch
te werk gegaan.
De situatie raakte in een impasse. Inmiddels
kregen de nationale en de internationale
pers er lucht van. Vrijwel overal werd
schande gesproken van de Schiedamse
polderpreutsheid, maar geen enkele partij was
bereid te wijken.
Maar liefst twee jaar later, in 1949, verklaarde
de vers aangetreden PvdA-wethouder H.
Sabel dat het nu lang genoeg geduurd had:
'verdere vertraging kan deze zaak alleen
nog maar pijnlijker maken.' Er moest liefst
dezelfde dag nog een oplossing komen.
Voor de KVP was het beeld definitief
onaanvaardbaar. Omdat het nu eenmaal
besteld was stelde fractieleider W. van der
Toorn voor om het beeld in het Stedelijk
Museum te zetten. 'Tegen deze gedachte kan
weinig bezwaar ingebracht worden, wanneer
men zich rekenschap geeft, dat de grootste
kunstwerken in musea zijn tentoongesteld,'
vond hij.
De enige partij die het beeld nog steunde
was de VVD. K. Bosch had als tijdelijk
burgemeester in 1945 het ontwerp
goedgekeurd. De situatie zat hem hoog en
hij vond de kritiek op het comité onzin: 'als
sommigen zich niet gekend voelen in de
plannen, dan hebben zij dit aan zichzelf te
danken. Het comité heeft er juist ernstig naar
gestreefd dit beeld in het centrum van de
publieke belangstelling te brengen.' Dat Van
der Toorn Bosch hierna een 'gemis aan besef
van de erfzonde' verweet, bracht de partijen
niet bij elkaar. Sabel kwam daarom met een
compromis. Hij stelde voor om aan de kop
MUsMiMsM
Burgemeester J.W. Peek steunde deze opvattingen. De
in 1946 aangetreden katholieke burgemeester was één
van de grootste tegenstanders van het beeld. De KVP
was de grootste partij van Schiedam en de katholieke
gemeenschap was groot en hecht. Peek was goed
bevriend met de deken, de paters dominicanen en de
zusters dominicanessen. Schiedam was een belangrijk
bedevaartsoord waar elk jaar een grote processie
werd gehouden voor St. Liduïna en Peek vond de
gedachte dat de bedevaartgangers het blote beeld van
Starreveld zouden passeren onaanvaardbaar. In de
raadsvergadering richtte hij zijn ongenoegen op het
m
■Mpi mWWwm
t t, 1
s
i iH r ■*-.» '*i*
i.