CULTUUR IN EEN TUSSENSTAD Schiedam maakt deel uit van een culturele metropool. Of het bestuur dit nu leuk vindt of niet. Stem daarom het beleid af op de wisselwerking met andere partners in een grotere omgeving, is de mening van dr. Piemer Knoop. Pas dan zal Schiedam kans zien z'n diversiteit en aantrekkelijkheid te behouden. Samenwerking is een noodzaak concludeerde hij in 2008 in zijn rapportage 'De historische collectie zichtbaar'. Met het krimpen van de financiële marges kunnen cultuurinstellingen zich bepalen tot hun historische beperkingen, maar in breder verband naar synergie moeten zoeken uitgewoonde centrum rondom de Hoogstraat nieuw leven in te blazen? Hij had er een pand op het oog, aan de achterkant van het Jenevermuseum. Door samenvoeging zou je een prachtige meerwaarde kunnen bereiken. Nu alleen nog een helder combiconcept en een slimme inrichting, tegen een billijke investering en overzichtelijke exploitatiekosten. tekst: Riemer Knoop foto: Jan van der Ploeg Schiedam, ik kom er niet vaak. Met de auto rijd ik er zo voorbij en met de trein gekomen denk ik steeds dat ik ben uitgestapt op het verkeerde station. Voor een stad met 75.000 bewoners, zo tussen Alphen/Almelo en Purmerend/Hengelo, maar wel bij de eerste veertig van het land, is de entree bepaald underwhelming. De looproute naar het centrum drukt je met de neus op de historie. Een rasarbeidersstad, nog half aanwezig in onbezielde en onbeminde woonkwartieren, schaars gelardeerd met enige chique. Knechten en heren, dat is duidelijk. Stampend vol ook: Schiedam staat op de achtste plaats qua bevolkingsdichtheid, na Gouda, Delft, Haarlem en Leiden, als we Den Haag en Amsterdam even hors concours laten. Orgel en historische collectie Ik ken de stad van twee dingen. Een lieve vriend bespeelde een decennium geleden op een zondagochtend eens het Standaartorgel in het Theater aan de Schie. Tot onze stomme verbazing zat het theater vrijwel geheel vol met meest zilverwit- bejaarde koppen. Uit volle borst werd alom met de swingende liedjes meezongen. Een heimelijke vorm van community art ver voordat de meezing-Matthaeus in zwang raakte. De tweede gelegenheid was in 2008, toen ik samen met mijn collega advies uitbracht over de Schiedamse «historische collectie*. Die was sinds lang niet meer te zien geweest, maar kon misschien goed bijdragen aan revitalisering van de binnenstad. Hoe kon die het best gepresenteerd worden, gegeven de ambitie van wethouder Menno Siljee om het verveloze en Dat liep anders dan gedacht. Een slim plan is een ding. Daadkrachtige gemeentelijke sturing van haar eigen of door haar betaalde cultuurinstellingen, is iets anders. En aan dat laatste schortte het. Bovendien spoorde het idee dat je er met een mooie historische presentatie wel komt, niet met moderne museale opvattingen over interactiviteit, participatie en inclusiveness. Geschiedenis en erfgoed zijn geen objectieve grootheden, kun je niet zomaar <laten zien>, maar worden iets en krijgen betekenis door daar op een bepaalde manier mee om te gaan. Wij adviseerden de gemeente om vooral bestuurlijk in te grijpen en de musea nauwer met elkaar te laten samenwerken, ze minder als bokken op hun haverkist te laten zitten. En de stadshistorie zou pas wat kunnen worden wanneer de hele bevolking zich er gepresenteerd en gerepresenteerd in zou weten. Dat vergde conceptuele vernieuwing van enige spelers, zoals het Jenevermuseum. Die moest een grotere rol krijgen in een nieuwe citymarketing, maar dan wel wat minder oubollig. De gemeente was aan zet. Eind 2009 werd ons advies in een breed overleg van alle stakeholders besproken. Het had wat van een jaarvergadering van The Sopranos, zo ongemakkelijk voelde de bijeenkomst. Wel begrijpelijk want er moesten bestuurlijke knopen worden doorgehakt. Vervolgens raakte het college betrokken in de perikelen rond burgemeester Wilma Verver-Aartsen met als gevolg een definitieve breuk en benoeming van een nieuw bestuurslichaam. Een nieuw cultuurbeleid, waarin de visie 2006-2009 had moeten worden uitgewerkt bleef daarmee in de ijskast. Een zoveelste gemiste kans maar nu ook een gelegenheid om de balans op te maken. Wat moet je als gemeente willen, waar liggen de grenzen van wat je kunt? Dat de crisis ons dwingt de buikriem aan te snoeren, betekent niet dat er niet meer helder nagedacht hoeft te worden. Wat mag je van een stad op het gebied van cultuur verwachten? Sinds jaar en dag gebruiken gemeenten daarvoor een handleiding van de VNG uit 2003. Centraal staan de samenhang tussen soorten culturele voorzieningen en de relatie tussen ambitieniveau en omvang van een gemeente. De VNG hanteert een mooie, ringvormige indeling in kleine (onder 30.000 inwoners), middelgrote en grote gemeenten (boven 90.000). Vele zustersteden van Schiedam met Musis 10

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2012 | | pagina 10