werkte vanuit een brede analyse van de stad en het verwachte potentieel en kende de ontwikkelingen van de (inter-) nationale stedenbouw. Het toch wel behoudende Vlaardingen (met name de gemeenteraad) toonde zich echter meegaand met de voorstellen van burgemeester en wethouders, die in die periode dan ook een groot inhoudelijk en persoonlijk over wicht hadden. Een derde, even cruciale, partij in het spel wordt slechts zelden genoemd als de stedenbouwkundige verrichtingen van Vlaardingen genoemd worden. Deze derde speler diende zich vanuit zijn rol dienstbaar op te stellen, maar kan gerust de voorbereider en gangmaker van het proces genoemd worden: de Dienst Gemeentewerken onder aanvoering van Jacques Kolpa. Gepokt en gemazeld in het ambtelijke apparaat en als weinig anderen bekend met de bijbehorende mores verstond hij zijn taak en bleef op de achtergrond. Hij vertaalde de vergezichten van B&W ten behoeve van praktisch toepasbare plannen. In de vele verslagen van gemeenteraadsvergaderingen over het uitbreidingsplan valt zijn naam niet één maal, ook niet in de aangeleverde ingekomen stukken' en rapporten. In onze 21e eeuwse ogen lijkt dat misschien wat onrechtvaardig, maar ook nu nog werkt een ambtenaar volledig in dienst van het gemeentebestuur. Zij het niet meer zo anoniem als voorheen. Dit maakt het inschatten van de rol van Gemeentewerken en die van Kolpa in het bijzonder bij het Uitbreidingsplan moeilijk, maar het is evident dat daar veel van het werk en denken werd verricht. In de in het Stadsarchief aanwezige stukken zijn alleen de definitieve plannen, enkele rapporten en verslagen van vergaderingen bewaard gebleven. Ongetwijfeld kwamen de wethouder en/of geheel B&W geregeld met Kolpa in overleg bijeen, maar daarvan is niets overgeleverd. Dat zijn rol belangrijk was, bleek echter toen hij in 1954 aan kanker overleed. Burgemeester Heusdens sprak in de gemeenteraad een herdenkingsrede uit en het college van burgemeester en wethouders was aanwezig bij de crematie in Driehuis-Westerveld. Tot de raadsleden sprak hij onder andere de volgende woorden: in deze zaal en in de bijeenkomsten van uw college zijn in de loop der jaren vele voorstellen ter tafel gekomen welke waren voorbereid onder leiding van de heer Kolpa. Gedurende meer dan een kwart eeuw [bijna 34 jaar] is hij één van onze meest bekwame hoofdambtenaren geweest, integer en zeer toegewijd in het behartigen van de belangen, welke hem waren toevertrouwd.' In zijn periode als directeur had Kolpa dan ook de nodige ingrijpende ontwikkelingen meegemaakt, van de eerste uitbreidingsplannen aan de rand van het centrum en Vettenoordsepolder, de 'doorbraak' van de Hoogstraat, de industriële ontwikkeling van de stad en de technische vernieuwing van het reinigingsbestel. Heusdens vervolgde zijn toespraak door in te gaan op de recente verdiensten, die duidelijk de verhouding tussen bestuurder en ambtenaar schetst: '...ook heeft hij mogen mede maken de jaren na de bevrijding, jaren van stormachtige ontwikkeling waarin het stadsbeeld zich aanzienlijk wijzigde. In die wijzigingen heeft hij een zeer werkzaam aandeel gehad. Zijn werkkracht, zijn bekwaamheid hebben ons, als dagelijks bestuur dezer gemeente, mede in staat gesteld u de nodige voorstellen te doen om die ontwikkeling op de voet te volgen en te beheersen.' Dat de samenwerking met Van Tijen en Maaskant plezierig en professioneel was verlopen, blijkt uit een condoleancebrief van het bureau aan het college: 'Met ontsteltenis nam ik kennis van het overlijden van Uw Directeur van Gemeentewerken, de heer Kolpa. De prettige samenwerking bij het ontwerpen en uitvoeren van de uitbreidingsplannen zal bij mij steeds zijn persoon in herinnering doen blijven. Ook de officiële bladen van de verenigingen voor diensten van gemeentewerken en reiniging wijdden uitgebreide in memoria aan Kolpa, met portret. De dankbaarheid in de richting van Kolpa was dusdanig groot dat een ongebruikelijk voorstel in de gemeenteraad werd gedaan. Voor het eerst werd een ambtenaar, naast de vele straten die naar burgemeesters waren vernoemd, herdacht door middel van naamgeving van een openbaar gebouw. Als onderdeel van het Uitbreidingsplan was omstreeks het overlijden van Kolpa het zwembad gereedgekomen en B&W stelden voor deze voorziening de naam 'Kolpabad' te geven. Tientallen jaren lang hebben generaties Vlaardingers hier leren zwemmen en hun sportieve en recreatieve genoegens beleefd. De familie Kolpa stelde de vernoeming zeer op prijs. Zijn weduwe schreef aan de burgemeester: 'Wij zijn er trots op dat de naam van onze man en vader zo in herinnering zal blijven.' Tot het bad in 1998 werd gesloopt en de naam Kolpa vanaf dat moment niet meer in de stad vertegenwoordigd was. De dankbaarheid in de richting van Kolpa was dusdanig groot dat een ongebruikelijk voorstel in de gemeenteraad werd gedaan. Voor het eerst werd een ambtenaar, naast de vele straten die naar burgemeesters waren vernoemd, herdacht door middel van naamgeving van een openbaar gebouw. Als onderdeel van het Uitbreidingsplan was omstreeks het overlijden van Kolpa het zwembad gereedgekomen en B&W stelden voor deze voorziening de naam 'Kolpabad' te geven. Tientallen jaren lang hebben generaties Vlaardingers hier leren zwemmen en hun sportieve en recreatieve genoegens beleefd. 13 Musis

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2012 | | pagina 13